Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Programma
Regels
Lesdoelen
nakijken kruisingen boekje
Uitleg basisstof 7
Opdrachten maken/spullen controle
nabespreken
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Deze les:
Opstarten
Uitleg basisstof 2
Zelfstandig aan de slag
Afsluiting
Deze les:
Leerdoelen bs 7:
Je kunt benoemen hoe transcriptie en eiwitsynthese plaatsvinden in de cel.
Je kunt benoemen dat de genetische variatie toeneemt door spontane mutaties.
Leerdoelen bs 8:
Je kunt omschrijven wat homozygoot, heterozygoot, recessief en dominant betekent.
Huiswerk:
- Bs 7: 1 t/m 5
- Bs 8: 1 t/m 3
- Nakijken/verbeteren
Voorbereiden volgende les:
- lees 5.4 De evolutietheorie
Slide 3 - Diapositive
DNA
Bevat informatie voor hoe je eruitziet en voor het functioneren van je organen en cellen.
Voor elke eigenschap en elk proces zijn een of meer genen nodig.
Slide 4 - Diapositive
DNA-sequentie
Volgorde van de basenparen
DNA-sequentie bevat informatie over vormen van een eiwit (bijv. melanine -> pigment in huid en ogen)
Slide 5 - Diapositive
Genexpressie: tot uiting komen
Genen bevatten informatie voor maken van eiwitten en regelen processen.
Eiwitten bepalen kleur, werking, vorm van je lichaam
DNA-volgorde (sequentie) van een gen bevat het recept voor het maken van een eiwit
Slide 6 - Diapositive
Transcriptie
Wanneer een gen in een cel tot uiting komt (genexpressie) wordt de DNA-sequentie (recept) van dat eiwit afgelezen en verwerkt -> Eiwitsynthese (samenstellen).
het aflezen van DNA heet Transcriptie
Slide 7 - Diapositive
Ribosomen
De afgelezen kopie heet RNA
Het RNA wordt in de ribosoom (eiwitfabriekje in de cel) vertaald naar het juiste eiwit.
Dus..
Transcriptie: recept maken van een stuk DNA > RNA
RNA (recept) wordt in een ribosoom (fabriek) uitgewerkt en er wordt een eiwit gemaakt.
Slide 8 - Diapositive
Dus..
Transcriptie: recept maken van een stuk DNA > RNA
RNA (recept) wordt in een ribosoom (fabriek) uitgewerkt en er wordt een eiwit gemaakt.
Slide 9 - Diapositive
Spontane mutatie
Bij elke celdeling worden chromosomen gekopieerd
Fouten in kopie zorgen voor verandering basenvolgorde
Mutatie in geslachtscel of tijdens ontwikkeling embryo zorgt ervoor dat dit in alle lichaamscellen terecht komt
Genetische variatie
Slide 10 - Diapositive
Wat is een goed woord voor DNA-sequentie ?
A
DNA-streng
B
genexpressie
C
genoom
D
basenvolgorde
Slide 11 - Quiz
Het stukje van een DNA molecuul heeft de volgende sequentie: TGCAAA
Wat is sequentie van de tegenoverliggende nucleotiden?
A
ACGTTT
B
TTTGCA
C
TGCAAA
D
AAACGT
Slide 12 - Quiz
To do:
Wat? Opdrachten maken van basisstof 7
Vraag? Vraag het eerst fluisterend aan je buurman. Komen jullie er samen niet uit, vraag de docent.
Klaar? Steek dan je hand op
Slide 13 - Diapositive
Leerdoel Bs 8
Je kunt uitleggen wat homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief betekenen
Bv een bloem is homozygoot recessief voor bloemkleur wit
Bv een hond is heterozygoot voor vachtkleur
Slide 14 - Diapositive
Gen: de plek waar de erfelijke informatie van een bepaalde eigenschap ligt
Allel/genvariant: de invulling van die erfelijke informatie
BV: Gen voor haarvorm, allel is steil of krullend
Slide 15 - Diapositive
Homozygoot: gelijk allelenpaar
Heterozygoot: ongelijk allelenpaar
Slide 16 - Diapositive
Allelen geef je aan met letters
Gen: vachtkleur
Allel: zwart dominant --> A
Allel: rood recessief --> a
Dominant allel met een HOOFDLETTER
Recessief allel met een kleine letter
Slide 17 - Diapositive
Dominantie
Vaak is het zo dat één allel dominant is. Dit houdt in dat als een individu heterozygoot is, het dominante allel het fenotype volledig bepaalt.
Het andere allel wordt recessief genoemd.
Slide 18 - Diapositive
Genotype rode Stier: aa
Genotype zwarte stier: Aa
Welk allel is dominant?
Slide 19 - Diapositive
Een zwart cavia-mannetje wordt gekruist met een wit cavia-vrouwtje. Ze krijgen meer dan 20 nakomelingen die allemaal zwart zijn. Welk allel is dominant? Leg je antwoord uit.
Slide 20 - Question ouverte
Hoe kan genetische variatie gunstig zijn voor de overlevingskans van een populatie? Kun je een voorbeeld noemen?
Slide 21 - Question ouverte
wat
Aan de slag met Thema 5, Basisstof 7 + 8
maken: bs 7 opdr 1 t/m 5, bs 8 opdr 1 t/m 3
Hoe
In je boek, eerst lezen BS 7 + 8
Hulp
1) boek 2) klasgenoot 3) docent
Tijd
-
Klaar
-NAKIJKEN! Nakijkbladen (2) in de rode map of op ELO
-Mindmap/samenvatting van BS 7 + 8 maken. Leer de afbeeldingen ook!