Thema 2 - Aan het werk - Taak C - U spreekt met......

Instaptaal
Thema 2
Taak C | U spreek met...
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Instaptaal
Thema 2
Taak C | U spreek met...

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel van vandaag
Aan het eind van deze les​ : 

-weet ik hoe ik de telefoon moet opnemen.
- weet ik hoe ik een telefoonnotitie maak




Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op je stage of werk moet je soms de telefoon opnemen. Je moet dan net en beleefd zijn. 

De persoon die belt kan om informatie vragen of wil misschien dat jij iets doorgeeft aan iemand anders. 
Tijdens het afhandelen van een telefoongesprek moet je soms vragen stellen en iets opschrijven. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Door wie word jij wel eens gebeld

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bellen met vrienden
Bellen met klanten
bijpraten
je-vorm
nette taal
u-vorm
telefoonnotitie maken
grappen maken

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg - De telefoon opnemen
Als je de telefoon opneemt op je stage of werk, moet je je aan bepaalde gespreksregels houden :
- noem de naam van het bedrijf en je eigen voor- en achternaam
- gebruik nette en beleefde taal
- laat de ander uitpraten
- spreek duidelijk
- vraag of je de beller nog ergens mee kunt helpen
- sluit het gesprek netjes af met een slotgroet

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Lien

1. Wat zegt Farida als ze de telefoon opneemt?
2. Meneer Jansen vraagt aan de telefoon naar meneer Veenstra. Wat is de reactie van Farida hierop?
3. Waaom denken jullie dat Farida de naam en het nummer van meneer Jansen opschrijft?
4. Vinden jullie dat Farida de telefoon op een goede manier opneemt? 

Hierna opdracht 2 en 3 maken samen
telefoonnotitie
een briefje waarop je informatie schrijft die je na het telefoongesprek moet doorgeven

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg - Een telefoonnotitie maken
Op een telefoonnotitie schrijf je:
- jouw eigen voor- en achternaam
- de voor- en achternaam van de beller
- het telefoonnummer van de beller
- de naam van de persoon voor wie de boodschap is
- de boodschap die de beller wil doorgeven

ps stel een controle- of vervolgvraag als je twijfelt over iets. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Lien

Nodig voor opdracht 4 en 5