LJ1P2_Parlement

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
M&PMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Welke waarde vinden de linkse partijen het belangrijkst?

Slide 7 - Question ouverte

Welke waarde vinden middenpartijen het belangrijkst?

Slide 8 - Question ouverte

Welke waarde vinden de rechtse partijen het belangrijkst?

Slide 9 - Question ouverte

Noem één linkse politieke partij:

Slide 10 - Question ouverte

Noem één rechtse politieke partij:

Slide 11 - Question ouverte

Linkse partijen willen een aanvullende/actieve/passieve overheid.
A
aanvullende
B
actieve
C
passieve

Slide 12 - Quiz

Rechtse partijen willen een aanvullende/actieve/passieve overheid.
A
aanvullende
B
actieve
C
passieve

Slide 13 - Quiz

'De belastingen in Nederland zijn veel te hoog.'
Deze uitspraak past bij een:
A
Linkse politieke partij
B
Rechtse politieke partij

Slide 14 - Quiz

'Rijke mensen moeten meer belasting betalen.'
Deze uitspraak past bij een:
A
Linkse politieke partij
B
Rechtse politieke partij

Slide 15 - Quiz

'De overheid moet zich niet zoveel bemoeien met de burgers.'
Deze uitspraak past bij een:
A
Linkse politieke partij
B
Rechtse politieke partij

Slide 16 - Quiz

'Grote verschillen in rijkdom zijn oneerlijk.'
Deze uitspraak past bij een:
A
Linkse politieke partij
B
Rechtse politieke partij

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Wie bepaalt welke mensen er in de Tweede Kamer zitten?
A
Wij – door de verkiezingen
B
De Koning
C
De ministers

Slide 24 - Quiz

Hoe vaak zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer?
A
Elke 2 jaar
B
Elke 4 jaar
C
Elke 6 jaar

Slide 25 - Quiz

Wat is democratie?
A
Dat er één persoon de baas is over het land
B
Dat de macht bij het volk ligt
C
Dat niemand macht heeft

Slide 26 - Quiz

Hoeveel leden heeft de Tweede Kamer?
A
150
B
75
C
200

Slide 27 - Quiz

Wat is de taak van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer?
A
De ministers controleren
B
Zorgen dat alle burgers zich netjes gedragen
C
Verkiezingen organiseren

Slide 28 - Quiz

Wie bedenken meestal wetten?
A
Leden van de Eerste Kamer
B
Burgers
C
Ministers

Slide 29 - Quiz

Wie bepaalt of wetten ook echt doorgaan?
A
Ministers
B
Daar mogen we allemaal over stemmen
C
De leden van de Tweede en Eerste Kamer

Slide 30 - Quiz

Zijn ze het in de Tweede Kamer altijd met elkaar eens?
A
Ja, want ze horen allemaal bij elkaar
B
Ja, want ze willen allemaal het beste voor ons land
C
Nee, want ze horen bij verschillende partijen

Slide 31 - Quiz

Wat doen ze in de Tweede Kamer als sommige partijen wel iets willen en
andere niet?
A
Ruzie maken
B
Erover stemmen, meeste stemmen gelden
C
Net zo lang vergaderen totdat ze het met elkaar eens zijn

Slide 32 - Quiz

Wie is de baas in de Tweede Kamer?
A
Niemand – er is wel een voorzitter die zorgt dat er goed vergaderd wordt
B
De grootste politieke partij
C
De minister-president

Slide 33 - Quiz