Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord + werkwoordspelling
Kun jij het mes pakken?
(ZWW)
(ZWW)
A
kun
B
jij
C
mes
D
pakken
1 / 10
Éléments de cette leçon
Kun jij het mes pakken?
(ZWW)
(ZWW)
A
kun
B
jij
C
mes
D
pakken
Slide 1 - Quiz
De hapjes zijn in de keuken klaargezet. (zww)
A
de hapjes
B
zijn
C
klaargezet
D
keuken
Slide 2 - Quiz
Sam kan het bijna niet geloven. (hww)
A
kan
B
geloven
C
Sam
D
bijna
Slide 3 - Quiz
Het stoplicht is op rood gesprongen. (hww)
A
is
B
gesprongen
C
stoplicht
D
rood
Slide 4 - Quiz
Wij mogen straks een ijsje eten. (zww)
Slide 5 - Question ouverte
Volgende week gaan we kikkervisjes zoeken. (zww)
Slide 6 - Question ouverte
(blijven) Vorige week ... wij slapen bij familie.
Slide 7 - Question ouverte
(zitten) Gisteren ... wij op het bankje in het park.
Slide 8 - Question ouverte
(glijden) Tim ... toen snel van de glijbaan.
Slide 9 - Question ouverte
(gelden) Vorige maand .. mijn ticket niet meer.
