Grammatica H4: Hoofd- en bijzinnen

Welkom!

timer
15:00
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!

timer
15:00
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen 
Aan het eind van deze les..
    - weet je wat een enkelvoudige en 
      samengestelde zin is.
    - weet je wat hoofdzinnen en bijzinnen zijn.
   

Slide 2 - Diapositive

Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Een enkelvoudige zin heeft één persoonsvorm.


Een samengestelde zin heeft twee of meer persoonsvormen (twee of meer zinnen zijn aan elkaar geplakt = samenstellen).


Let op! Het gaat dus om twee persoonsvormen, niet om de combinatie pv + volt. dw.

Slide 3 - Diapositive

Enkelvoudige zin

Een enkelvoudige zin is een zin die één persoonsvorm heeft:


Mijn moeder schrijft een brief aan mijn broer.

Slide 4 - Diapositive

Samengestelde zin

Een samengestelde zin is een zin die twee persoonsvormen bevat.


Mijn moeder schrijft een brief aan mijn broer, omdat zij hem mist.

Omdat zij hem mist, schrijft mijn moeder een brief aan mijn broer.


Slide 5 - Diapositive

Kenmerken van de hoofdzin
Hij ziet een vogel en hij kijkt ernaar.

a Bij een hoofdzin staan OW en PV altijd naast elkaar.
   a Hij ziet een vogel en hij kijkt ernaar.

b Je kunt er nooit het woord 'niet' tussen plaatsen.
   b Hij (niet) ziet een vogel en hij (niet) kijkt ernaar.

Slide 6 - Diapositive

Kenmerken van de bijzin
Hij ziet een trein, terwijl hij naar school fietst.

a Je kunt het woordje 'niet' tussen OW en PV plaatsen.
    a Hij (niet) ziet een trein, terwijl hij niet naar school fietst.

b Meestal begint de bijzin met een voegwoord.
   b Hij ziet een trein, terwijl hij naar school fietst.


Slide 7 - Diapositive

Onthoud dit!

Als je een samengestelde zin vragend maakt, komt de hoofdzin vooraan te staan!


Schrijft mijn moeder een brief aan mijn broer, omdat zij hem mist?

Slide 8 - Diapositive

Drie mogelijkheden

Hoofdzin + hoofdzin:

Neem je rugzak mee of pak je handtas.


Hoofdzin + bijzin:

Ik kan me niet voorstellen, dat Linda nog langer blijft.


Bijzin  + hoofdzin:

Als je nu je spullen niet pakt, dan doe ik het voor je!

Slide 9 - Diapositive


Twee hoofdzinnen kun je aan elkaar verbinden met een nevenschikkend voegwoord.

Dit zijn: en, want, maar en of.

Een hoofd- en een bijzin kun je aan elkaar verbinden met een onderschikkend voegwoord.

Er zijn veel onderschikkende voegwoorden, zoals: omdat, zodat, doordat, als, dan, hoewel, tenzij, terwijl, toen, of.
HOOFDZIN + HOOFDZIN

HOOFDZIN + BIJZIN 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Een plant verdort snel als je hem geen water geeft.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 12 - Quiz

Door de brand heeft de doe-het-zelfzaak op de begane grond veel schade opgelopen.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 13 - Quiz

In favoriete vakantiegebieden zijn de medewerkers van de vulploeg in de zomermaanden elke avond tot midden in de nacht aan het werk.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 14 - Quiz


Ik probeerde te lezen, maar mijn ogen vielen steeds dicht.
A
hoofdzin- hoofdzin
B
hoofdzin- bijzin
C
bijzin- hoofdzin

Slide 15 - Quiz

Hoewel ik laat naar bed ga, ben ik vroeg opgestaan.
A
hoofdzin- hoofdzin
B
hoofdzin- bijzin
C
bijzin- hoofdzin

Slide 16 - Quiz

Zelf aan de slag
Maak H4 Grammatica, zinsdelen:
-  opdr. 1, 2 en 3

Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig.
2. Huiswerk ander vak afmaken.
3. Leren toets / lezen.


Slide 17 - Diapositive