weektaak t/m 14 mei

Weektaak t/m 15 mei
klas 1P
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Weektaak t/m 15 mei
klas 1P

Slide 1 - Diapositive

We starten met een klein beetje herhaling van vorige week

Slide 2 - Diapositive

Wat hoort niet bij het centrale zenuwstelsel?
A
Hersenen
B
Ruggemerg
C
Zenuwen

Slide 3 - Quiz

Komt binnen bij zintuigen
Elektrische signaaltje via een zenuw
In de hersenen
Bewust worden
Prikkel
Impuls

Slide 4 - Question de remorquage

Hoe heet het signaal dat vanaf de hersenen naar een spier gestuurd wordt?
A
Seintje
B
Impuls
C
Prikkel
D
Zenuw

Slide 5 - Quiz

Via welke type zenuwcel wordt de impuls naar een spier gestuurd?
A
gevoelszenuwcel
B
schakelcel
C
bewegingszenuwcel

Slide 6 - Quiz

Bij welke type zenuwcel ligt het cellichaam buiten het centrale zenuwstelsel
A
gevoelszenucel
B
schakelcel
C
bewegingszenuwcel
D
zowel de gevoelszenuwcel als de bewegingszenuwcel

Slide 7 - Quiz

Bij welke type zenuwcel kan de uitloper wel een meter lang zijn
A
gevoelszenuwcel
B
schakelcel
C
bewegingszenuwcel
D
gevoelszenuwcel en bewegingszenuwcel

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Vidéo

Ondanks dat we het al gehad hebben over gedrag hier nog even de belangrijkste punten

Slide 10 - Diapositive

Gedrag is... (1)
Alle waarneembare activiteiten van een dier (of mens).
- Bewegen
- Geuren afgeven om andere dieren iets te laten weten
- Lichaamshouding
- Gezichtsuitdrukking

Slide 11 - Diapositive

Gedrag is... (2)
De meeste gedragingen hangen samen met ander gedrag wat samen een doel dient. 

Slide 12 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van gedrag?
A
Honger hebben
B
Denken aan eten
C
Een rommelende maag
D
Een boterham smeren

Slide 13 - Quiz

Gedragsketens
Als het effect van een handeling tot een volgende handeling leidt. 

Slide 14 - Diapositive

Maak de gedragsketen van het stekelbaarsje
Handeling 1

Handeling 2
Handeling 3
Handeling 4
Handeling 5
Zigzagdans
Op de zij voor de ingang van het nest liggen
Tegen de zij van het vrouwtje sidderen
Het nest binnengaan
Eieren bevruchten

Slide 15 - Question de remorquage

Prikkel kan leiden tot respons
Je kunt je omgeving waarnemen = prikkels
Je kunt hierop reageren = respons

Slide 16 - Diapositive

Soorten prikkels
Uitwendig = uit omgeving, waarnemen met zintuigen
Inwendig = uit eigen lichaam

Slide 17 - Diapositive

Pijn als je je teen stoot is een ...
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel

Slide 18 - Quiz

Hoofdpijn omdat je niet genoeg water hebt gedronken is een ...
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel

Slide 19 - Quiz

Motivatie
De bereidheid om te reageren op een prikkel.

Slide 20 - Diapositive

Waar komt gedrag vandaan?
1. Erfelijke factoren = instinct
2. Aangeleerd

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Is het gedrag van de vogel aangeleerd of erfelijk? Waarom denk je dat?

Slide 23 - Question ouverte

Geef de gedragingen uit de gedragsketen die hoort bij het uittrekken van de schoenen die je op dit moment aan hebt.

Slide 24 - Question ouverte

Wat is de prikkel en de respons voor de leeuw?
Respons
Prikkel

Slide 25 - Question de remorquage

Wat is de prikkel en de respons voor de buffel?
Respons
Prikkel

Slide 26 - Question de remorquage

1

Slide 27 - Vidéo

00:07
Wat is de prikkel en wat is de respons?

Slide 28 - Question ouverte

Wat is een voorbeeld van een inwendige prikkel?
A
Pijn omdat je je teen stoot
B
Nodig moeten plassen
C
De geur van je eigen bed
D
Een stuk taart

Slide 29 - Quiz

4

Slide 30 - Vidéo

00:19
De kippen kijken op, maar schrikken niet van de man die roept. Aangeleerd of aangeboren?
A
Aangeleerd
B
C
Aangeboren

Slide 31 - Quiz

00:29
De kippen rennen, als reactie op de alarmroep, allemaal naar de veilige plek onder de boom. Aangeleerd of aangeboren?
A
Aangeleerd
B
C
Aangeboren

Slide 32 - Quiz

00:40
Wat zou het doel zijn van de reactie van de kippen?

Slide 33 - Question ouverte

00:50
De man spreekt een aardig woordje kips. Aangeleerd of aangeboren?
A
Aangeleerd
B
C
Aangeboren

Slide 34 - Quiz

Ga nu aan de slag met de opdachten.

BS 5: opdr 6 t/m 10

Slide 35 - Diapositive