Toneelles Status

Dramales
Status
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Dramales
Status

Slide 1 - Diapositive

Vandaag hebben wij het over:
Status  - dat wil zeggen, Hoge status en lage status

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van de les :
1. Weet je het verschil tussen hoge status en lage status
2. Kan je voorbeelden geven van status in beroepen
3. Kan je de status in een scène veranderen van laag naar hoog en andersom

Slide 3 - Diapositive

Uitleg Hoge Status
In het dagelijks leven heb je te maken met status verschillen. Misschien dat je dat herkent. 
Er is een verschil met hoeveel macht, aanzien, geld, geleerdheid of slimheid iemand heeft ten opzichte van iemand anders.
Denk bijvoorbeeld aan:

Slide 4 - Diapositive

voorbeeld 1
De Koning tegenover ........

Slide 5 - Diapositive

voorbeeld 1
De mensen van zijn  hofhouding

Slide 6 - Diapositive

voorbeeld 2
Een rechter tegenover  ........

Slide 7 - Diapositive

voorbeeld 2
Een verdachte

Slide 8 - Diapositive

Hoge status
Op vorige twee slide's waren voorbeelden van een hoge status te zien.
De rechter (hoge status) die beslist namelijk of iemand naar de gevangenis moet of niet. 
De Koning (hoge status) is het staatshoofd, hoger kun je in Nederland niet worden.

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 1
In tweetallen: 
  • Bedenk  3 voorbeelden van een beroep met een hoge status 
  • Hiervoor krijg je 2 minuten de tijd.
  • Daarna bespreken de voorbeelden.
timer
2:00

Slide 10 - Diapositive

Uitleg lage status
Iemand met een lage status heeft minder dan iemand met een hoge status. 
Dit kan zijn omdat hij/zij :
  • minder geld heeft
  • minder moed heeft, 
  • minder slim is 

Slide 11 - Diapositive

Voorbeeld 3
Een bordenwasser tegenover
........

Slide 12 - Diapositive

Voorbeeld 3
een Chef kok

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeld 4
Een Lakei tegenover  .......

Slide 14 - Diapositive

Voorbeeld 4
Een Prins

Slide 15 - Diapositive

Opdracht 2
In tweetallen: 
  • Bedenk  3 voorbeelden van een beroep met een lage status 
  • Hiervoor krijg je 2 minuten de tijd.
  • Daarna bespreken we de voorbeelden.
timer
2:00

Slide 16 - Diapositive

Wie heeft de lage status
A
politie agent
B
profvoetballer
C
Koningin
D
schoonmaakster

Slide 17 - Quiz

Wie heeft de hoge status
A
Zakkenroller
B
Toiletjuffrouw
C
Vuilnisman
D
Advocate

Slide 18 - Quiz

En dan nu
Tijd voor een Filmpje!
Bekijk het volgende filmpje.
Wie heeft er volgens jou de hoge status en waarom?

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Wie had er in het filmpje de hoge status en waarom?

Slide 21 - Question ouverte

Een aantal lichamelijke kenmerken van Lage Status
  • voeten naar binnen
  • weinig ruimte innemen
  • springerig bewegen
  • vaak wegkijken
  • hoofd veel bewegen




Slide 22 - Diapositive

Een Lage Status heeft soms ook positieve kwaliteiten
  • nieuwsgierig en open
  • willen anderen plezieren
  • snel verbaasd over de wereld om hun heen




Slide 23 - Diapositive

Een aantal lichamelijk kenmerken van Hoge status
  • voeten naar buiten
  • veel ruimte innemen
  • niet te veel bewegen
  • groot, vloeiend en rustig bewegen
  • ander in de ogen kijken
  • hoofd stil houden

Slide 24 - Diapositive

Een Hoge Status heeft ook positieve kwaliteiten
  • heeft alles onder controle
  • hoeft niets te zeggen
  • heeft de macht
  • is niet bang of onzeker

Slide 25 - Diapositive

Aan de slag!
Deze opdracht doe je in tweetallen.
In de volgende slide krijgen jullie een tekst.
Oefen deze in tweetallen waarbij de één de hoge status heeft en de ander de lage status.

Slide 26 - Diapositive

Opdracht
Maak een Scene met een hoge status en een lage status:
De tekst is:
A: Hey jij daar!
B: Wie, ik?
A: Ja, jij! Kom eens hier.
B: Maar ik...
A: Raap dat eens op.
B: Doe het lekker zelf!

Hiervoor hebben jullie 10 minuten

Slide 27 - Diapositive

Verdiepingsopdracht
Nu jullie de scene gespeeld hebben met een hoge en een lage status. Verwachten we van jullie het volgende:
Wissel in de scene van status.
Dus de speler die een hoge status heeft aan het begin van de scene, heeft aan het eind een lage status en andersom.

Slide 28 - Diapositive

We hebben nu gewerkt met hoge status en lage status. Kun je een aantal kenmerken benoemen van Hoge status?

Slide 29 - Question ouverte

Kun je een aantal kenmerken benoemen van lage status?

Slide 30 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van een beroep met een hoge status

Slide 31 - Question ouverte

Waar hebben we aan gewerkt?
Het verschil herkennen tussen hoge en lage status
Status herkennen aan de hand van beroepen
We hebben een scene gespeeld aan de hand van een tekst waarbij we hoge en lage status tegenover elkaar zette en uiteindelijk ook wisselden 

Slide 32 - Diapositive

Wat zijn jullie vragen?
We gaan de les afronden, dit is het moment waarop jullie vragen kunnen stellen over hoge en lage status.

Vraag het je docent of ondervraag elkaar

Slide 33 - Diapositive