verwijswoorden die, dat of wat
1 / 15
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
De jongen .... de vulkaan op loopt, is een beetje bang.
A
die
B
dat
C
wat
Slide 4 - Quiz
Het meisje .... hem volgt, doet dat met knikkerende knieën.
A
die
B
dat
C
wat
Slide 5 - Quiz
De vulkaan braakte wolken as uit, ..... er dreigend uitziet.
A
die
B
wat
C
dat
Slide 6 - Quiz
De lava .... in de vulkaan borrelt, hoor je goed.
A
die
B
dat
C
wat
Slide 7 - Quiz
Lava is het heetste .... je je bedenken kunt.
A
die
B
dat
C
wat
Slide 8 - Quiz
De vulkaan rookt al jaren continu, .... een geruststellende gedachte moet zijn
A
die
B
dat
C
wat
Slide 9 - Quiz
De tsunami .... Japan trof in 2011 was enorm
A
dat
B
wat
C
die
Slide 10 - Quiz
De aardbeving .... toen in zee plaatsvond
A
dat
B
wat
C
die
Slide 11 - Quiz
het eerste ... geologen doen na zo'n aardbeving is waarschuwen voor een tsunami.
A
dat
B
wat
C
die
Slide 12 - Quiz
Het waarschuwingssysteem .... er is, is soms te laat.
A
dat
B
wat
C
die
Slide 13 - Quiz
Een aardbeving is namelijk iets ..... niet te voorspellen is.
A
dat
B
wat
C
die
Slide 14 - Quiz
De mensen .... zoiets wel doen, hebben het altijd mis
A
dat
B
wat
C
die
