Hoofdstuk 3 - woordenschat

Voorlezen Matilda
timer
15:00
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Voorlezen Matilda
timer
15:00

Slide 1 - Diapositive


Check in?
A
groene smiley
B
oranje smiley
C
rode smiley

Slide 2 - Quiz

Programma

Doel van de les: 
Ik weet hoe ik kan leren voor woordenschat
  • Project Matilda
  • Proefwerk inplannen 21-01
  • Uitleg woordenschat strategieen 
  • Woordenschat blz. 97

Slide 3 - Diapositive

Hoe kan je achter de betekenis van een woord komen, tijdens het lezen?

Slide 4 - Question ouverte

Woordenschat strategieen 
  • Een synoniem zoeken blz. 22

    De Schotten zijn meestal erg sympathiek, ze zijn erg vriendelijk.

  • Een betekenis zoeken blz. 58

    In songteksten, de tekst van liedjes, wordt  vaak een verhaal verteld.

    Zoek de betekenis tussen haakjes of komma's 
    Zoek de betekenis is de volgende zin

  • Voorbeeld zoeken

Slide 5 - Diapositive

Strategie: voorbeeld zoeken
Voorbeelden kan je als volgt vinden:

  • Het openbaar vervoer (trein, bus en metro) is het afgelopen jaar een stuk duurder geworden. 
  • Na de volgende woorden: als, zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld:
    Opnameapparatuur, zoals een camera of een cassettrecorder, is verboden 
  • Marlon is gek op alle slaginstrumenten: drums, trommels, houdblokken

Slide 6 - Diapositive

Opdracht 1 in je lesboek

Welk synoniem van schoolartikelen staat niet in de tekst
A
agenda
B
ringmappen
C
etui
D
potlood

Slide 7 - Quiz

Opdracht 1 lesboek.

Hoe heb je het synoniem van de vorige vraag gevonden?
A
uitgelegd in de volgende zin
B
gevonden na het woord zoals
C
tussen komma's
D
tussen haakjes

Slide 8 - Quiz

Opdracht 2:
Noteer een synoniem voor female touch, uit alinea 2

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Zelfstandig werken
of met docent

opdracht 1 - 2- 3- 4- 5 + tabel
klaar opdracht 6
timer
20:00

Slide 11 - Diapositive

Hoe kan ik leren voor woordenschat?

Slide 12 - Question ouverte