CIP

Cleaning In Place (CIP) 

Toegepaste scheikunde
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Cleaning In Place (CIP) 

Toegepaste scheikunde

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat voor ‘chemische’ verontreinigingen kunnen zich gaan ophopen in een productie-installatie?

Slide 3 - Question ouverte

Mogelijke verontreinigingen

  • Vetten en oliën
  • Eiwitten
  • Koolhydraten en zetmeel
  • Kalk
  • Rubbers
  • Neerslag van gecorrodeerde metalen
  • Restanten van lijmstoffen
  • Inkt (restanten)
  • Algen
  • Schimmels
  • Stof
. . . . .

Slide 4 - Diapositive

Mogelijke verontreinigingen

Vetten en oliën
  • Triglyceriden van vetzuren
  • Varieert van een wasachtige substanties tot een vloeibare vettige vloeistoffilm
  • Onoplosbaar in water
  • Kunnen bij blootstelling aan de lucht van structuur veranderen (oxidatie of polymeriseren)
  • Dit resulteert in veel gevallen in een verharding van de verontreiniging die vaak zich ook beter vastzet aan het oppervlak
  • Wanneer oliën en vetten in contact komen met (te) hete oppervlakken kan verkoling optreden (zwarte aanslag van koolstof)
  • Vettige verontreinigingen kunnen vaak herkend worden aan het gladde/vettige gevoel en het feit dat ze waterafstotend zijn

Slide 5 - Diapositive

Mogelijke verontreinigingen

Eiwitten
  • Complexe lange moleculen
  • In de meeste gevallen slecht oplosbaar in water
  • Ze hebben een hele specifieke molecuulstructuur die bij blootstelling aan hoge temperatuur van structuur kan veranderen (coaguleren)
  • Een structuurverandering zorgt er in de meeste gevallen voor dat het nieuw ontstane product harder en nog slechter oplosbaar is in water
  • Dus de temperatuur van het spoelwater is dus zeer belangrijk bij het verwijderen van eiwitresten (voorkomen van het stollen van eiwitten)
  • Verontreinigen met eiwitresten zijn in het algemeen lastig te verwijderen

Slide 6 - Diapositive

Mogelijke verontreinigingen

Koolhydraten en zetmeel
  • Complexe lange moleculen
  • In veel gevallen niet goed oplosbaar in water
  • Zeker bij blootstelling aan hoge temperatuur kan de structuur veranderen (denk bijvoorbeeld aan karamelliseren en/of verkolen)
  • Koolhydraten zijn in veel gevallen afkomstig van plantaardige materialen in de productiestroom
  • Verontreinigen van koolhydraten kunnen heel divers zijn, van poedervormig tot zeer hard materiaal

Slide 7 - Diapositive

Mogelijke verontreinigingen

Kalkafzetting
  • Door druppend leidingwater
  • Of door afzetting van kalk door de hoge temperatuur in de ketels en leidingen (“ketelsteen”) (Heetwatertanks of zogenaamde cookers)
  • Kalk is een slecht oplosbaar zout calciumcarbonaat (CaCO3)

Slide 8 - Diapositive

Mogelijke verontreinigingen

Rubbers
  • Bijvoorbeeld door het werken met vorkheftrucks bij het laden
  • Transportbanden
  • Rubberen seals/pakkingen/o-ringen in installaties



Neerslag van reactieproducten van metalen
  • Zoutvorming door oxidatie of door reacties met zuren
  • Roestvorming (ijzeroxide) of zouten van aluminium, zink of koper



Slide 9 - Diapositive

Mogelijke verontreinigingen

Algen
Algen worden het meeste aangetroffen in ruimtes, 
tanks of leidingen waar én hoge luchtvochtigheid is 
én waar ook veel condensvorming op kan treden.


Schimmels
Schimmels worden meestal aangetroffen op plaatsen 
waar grondstoffen en/of producten opgeslagen worden.
Hierbij valt te denken aan koelcellen en vriezers




Slide 10 - Diapositive

Welke factoren zijn belangrijk tijdens het reinigingsproces?

Slide 11 - Question ouverte

Reinigingsproces

Slide 12 - Diapositive

Reinigingsproces
Thermische energie
Meestal in de vorm van heet water of stoom

Algemeen geldt: elke 10°C verhoging van de temperatuur 
van het spoelmiddel leidt tot een verdubbeling van het 
reinigend vermogen van het reinigingsmiddel

Slide 13 - Diapositive

Reinigingsproces
Mechanische energie
  • Borstels
  • Waterjets
  • Turbulente flow in leidingen
(flow rate van ca. 2m/s is nodig om een turbulente flow
te  genereren)


Slide 14 - Diapositive

Reinigingsproces
Chemische energie
Effect afhankelijk van:
  • De aard van het spoelmiddel                                                                                              (zeep, basisch, zuur, water ….. )
  • De concentratie van de actieve chemische stof die                                           moet zorgen voor de reiniging
  • Verstorende componenten in het systeem die                                                        “chemisch reinigend effect” afremmen/verstoren

Slide 15 - Diapositive

Reinigingsproces
Tijd
Zeer belangrijke factor

Te kort: nog steeds verontreinigingen
Te lang: onnodige tijdsverspilling

Slide 16 - Diapositive

Materialen van de installatie zelf
Roestvrij staal / rvs / stainless steel:
De beste kwaliteit verdient de voorkeur maar is in de meeste 
gevallen ook de duurste kwaliteit.
Goedkopere materialen zijn meer gevoelig voor corrosie, zeker 
wanneer er ook sporen van chloor in de installatie kunnen 
voorkomen.
RVS verdient de voorkeur omdat dit zeer bestand is tegen corrosie.
Goed te polijsten, en hoe gladder het oppervlak des te minder reactieve plaatsen!
RVS is heel inert voor chemische reacties. (Chemische) reacties tussen het staal en de voedingsproducten komen nauwelijks voor → het (voedings)product loopt dus ook nauwelijks risico om aangetast te worden door metaalverbindingen die ontstaan zijn door corrosie.



Slide 17 - Diapositive

Effect van polijsten

Slide 18 - Diapositive

Materialen van de installatie zelf
Inox
Aan de materialen van procesinstallaties worden hoge eisen gesteld in de voedingsmiddelenindustrie. Ze moeten niet alleen bestand zijn tegen de ingrediënten die u gebruikt (chocolade, eieren, verbeteraars, enzovoort), maar ook tegen de inwerking van reinigings- en desinfectiemiddelen onder verschillende procesomstandigheden. Roestvast staal (RVS) of inox is hiervoor het materiaal bij uitstek: het is uitstekend reinigbaar en heeft bovendien een goede corrosiebestendigheid.

Slide 19 - Diapositive

Materialen van de installatie zelf

Slide 20 - Diapositive

Materialen van de installatie zelf
Ook aan het materiaal van de dichtingen worden hoge eisen gesteld: ze moeten voldoen aan de voedselcontactwetgeving en ook bestand zijn tegen de producten waarmee ze in aanraking komen. Het komt nog steeds voor dat dichtingen afbrokkelen, waardoor de kans vergroot dat deeltjes in de voeding terechtkomen. Bovendien zijn scheurtjes de ideale schuilplaats voor vuil. De optimale materiaalkeuze is afhankelijk van de precieze toepassing en reinigingsmethode. Bezorg daarom de leverancier van uw procesinstallatie zoveel mogelijk informatie over de samenstelling van uw product en zeker over de chemicaliën die u zal gebruiken.


Slide 21 - Diapositive

Materialen van de installatie zelf
Zink en aluminium
Wordt gebruikt als coating op stalen oppervlakken. Een goedkope variant op RVS
Nadeel: vrij gevoelig voor zuren en basen. Er ontstaan vrij eenvoudig chemische reacties waarbij reactieproducten van de metalen in de productiestroom terecht komen

Effecten die kunnen optreden:
  • Corrosie (aanslag)
  • Brosheid van het materiaal
  • Aantasting van het oppervlak waardoor het reinigen minder/niet effectief kan gebeuren


Slide 22 - Diapositive

Materialen van de installatie zelf
Plastics en rubbers
Deze materialen variëren erg in hun geschiktheid:
  • Inertheid (minder werkzaamheid)
  • Flexibiliteit (elasticiteit)
  • Functionaliteit
  • Veroudering
Mogelijke effecten:
  • Uitharding (stug worden van het materiaal)
  • Verminderde elasticiteit: kans op lekkages
  • Weekmakers uit de plastics kunnen de productiestroom verontreinigen
  • Plastics en rubbers zijn redelijk gevoelig voor de groei van algen en schimmels



Slide 23 - Diapositive

Gangbare Reinigingsmethoden
Veel toegepaste reinigingstechnieken
Reinigen met oplosmiddelen ofwel solventreiniging
Dampontvetten
Reinigen met zeep en detergenten
Alkalisch reinigen
Elektrolytisch ontvetten
Neutraal reinigen (water)
Zuur reinigen
Ultrasoon (geluidsgolven) reinigen
Emulsiereinigen
Reinigingsmethoden voor vacuümtechnieken



Slide 24 - Diapositive

Opdracht (1/2)
  • Werk in tweetallen
  • Werk dit uit in een overzichtelijke digitale poster
  • Ieder groepje presenteert vandaag hun eigen poster

Jullie gaan onderzoek doen naar CIP. Misschien weet je er al iets over vanuit je werk of stage.
Neem onderstaande vragen mee in jullie uitwerking.
  • Komt hier scheikunde bij kijken? Zo ja, leg dan uit waarom dit volgens jullie chemisch/scheikundig is.
  • Benoem ook op welke principes de reinigingsmethoden gebaseerd zijn die volgens jullie niet chemisch zijn.



Slide 25 - Diapositive

Opdracht (2/2)
Voer een grondig literatuuronderzoek uit naar Cleaning in Place (CIP) processen, inclusief relevante wetenschappelijke artikelen, technische handleidingen en industriële richtlijnen.

Identificeer de belangrijkste componenten van een CIP-systeem, de gebruikte reinigingsmiddelen, de optimale operationele parameters en eventuele uitdagingen of best practices.

Analyseer en vergelijk verschillende CIP-protocollen en benadruk de variabelen die van invloed zijn op de effectiviteit en efficiëntie van het reinigingsproces.



Slide 26 - Diapositive