§5.1 Reactie snelheid

§5.1 Reactiesnelheid

Snelheid waarmee stoffen met elkaar reageren.

explosie, verbranding, roesten


1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

§5.1 Reactiesnelheid

Snelheid waarmee stoffen met elkaar reageren.

explosie, verbranding, roesten


Slide 1 - Diapositive

Deze les leer je..
...hoe je reactie snelheid kunt meten.
.....welke 4 factoren de snelheid van een reactie beïnvloeden.
  • soort stof
  • concentratie
  • verdelingsgraad
  • temperatuur

Slide 2 - Diapositive

Zink poeder reageert met een zoutzuur oplossing. Er ontstaat onder andere waterstof (gas).

De reactie snelheid = de hoeveelheid stof die per tijdseenheid  ontstaat of verdwijnt.

Slide 3 - Diapositive

Zink poeder reageert met een overmaat zoutzuur oplossing. Er ontstaat onder andere waterstof (gas).
De hoeveelheid waterstofgas die ontstaat wordt gemeten.
De reactie snelheid = de hoeveelheid stof die per tijdseenheid  ontstaat of verdwijnt.

Slide 4 - Diapositive

Zink poeder reageert met een overmaat zoutzuur oplossing. Er ontstaat onder andere waterstof (gas).
De hoeveelheid waterstofgas die ontstaat wordt gemeten.

Slide 5 - Diapositive


Na hoeveel tijd is de reactie afgelopen?
A
2 minuten
B
8 minuten
C
15 minuten
D
dat is niet op te maken

Slide 6 - Quiz

soort stof
sommige reacties gaan sneller dan anderen.

roesten van je fiets
ijzer + zuurstof --> ijzeroxide

explosie van aardgas
methaan + zuurstof --> water + koolstofdioxide

Slide 7 - Diapositive

botsende deeltjes model




Als stoffen met elkaar reageren, dan moeten ze tegen elkaar aan botsen. (ze moeten elkaar tegenkomen).
Effectieve botsing: er is een reactie.

Slide 8 - Diapositive

concentratie
Bij een hogere concentratie is de kans op een effectieve botsing tussen deeltjes groter.

Hoe hoger de concentratie, hoe sneller de reactie verloopt.

Slide 9 - Diapositive

verdelingsgraad
Hoe fijner de verdeling (poeder), des te groter is het oppervlakte.
Er kunnen meer deeltjes botsen

Slide 10 - Diapositive

temperatuur
Hoe hoger de temperatuur, des te sneller bewegen de deeltjes.

Er zijn 
- meer botsingen 
- de botsingen zijn vaker effectief.
 

Slide 11 - Diapositive


A
proef 1
B
proef 2
C
proef 3
D
proef 4

Slide 12 - Quiz

.
Verklaar met het botsende deeltjes model uit, waarom de reactie snelheid in de loop van de reactie afneemt.

Slide 13 - Question ouverte


Let op! 2p = 2 stappen noemen

Slide 14 - Question ouverte

huiswerk

§5.1 bestuderen
maken en nakijken 5, 6, 8, 9 en 10


Slide 15 - Diapositive


De reactie snelheid wordt gemeten van de reactie tussen magnesium en zoutzuur. (y-as = reactiesnelheid)
Proef 1: Magnesium is in poedervorm.
Proef 2: Dezelfde hoeveelheid magnesium is in lintvorm.

Welke grafiek klopt?
A

Slide 16 - Quiz

vorige keer
reactiesnelheid hangt af van
- soort stof
- concentratie
- verdelingsgraad
- temperatuur

vandaag : katalysator + energiediagrammen

Slide 17 - Diapositive

katalysator
Een katalysator is een hulpstof die een bepaalde reactie kan versnellen en bij lagere temperatuur mogelijk maakt.
De katalysator wordt niet verbruikt, maar is na afloop van de reactie over.

Slide 18 - Diapositive

Een katalysator is een hulpstof die een bepaalde reactie kan versnellen.

De activerings-energie gaat omlaag.

Slide 19 - Diapositive

Wat is de invloed van een katalysator op de reactie tijd? en op de hoeveelheid waterstof die ontstaat?

A
De reactie tijd wordt langer en er ontstaat evenveel waterstof
B
De reactietijd wordt korter en er ontstaat meer waterstof.
C
De reactietijd wordt korter en er ontstaat evenveel waterstof.
D
De reactietijd blijft gelijk en er ontstaat meer waterstof.

Slide 20 - Quiz

huiswerk §7.3 tot zeolieten

opgave 20 tm 24 maken en nakijken.

Slide 21 - Diapositive

waterstof gas
(ml)

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive