Les 6 en les 7: retorische middelen

Overtuigen met retorica
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 13 vidéos.

Éléments de cette leçon

Overtuigen met retorica

Slide 1 - Diapositive

Overtuigen met retorica
  • Pak je schrift, zodat je straks aantekeningen kan maken.
  • De telefoon zit in de tas.
  • Je hoeft niet in te loggen.

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kent de retorische middelen: ethos, pathos, logos en kairos.
  • Je kunt de retorische middelen herkennen.

Slide 3 - Diapositive

Argumentatie
                           Eugène Sutorius (professor strafrecht)


Als we denken dat we het met alleen de argumenten wel halen, komen we van een koude kermis thuis.
“Niet meer dan 50% van beslissingen in de rechtszaal berust slechts op argumentatie”

Slide 4 - Diapositive

vier middelen om overtuigender over te komen.

Slide 5 - Diapositive

Retorica van Aristoteles
Argumenteren zelf is een talige bezigheid, maar om te overtuigen is vaak meer nodig dan alleen een goed argument. Binnen de argumentatieleer richt de retorische leer zich op de kunst van de welsprekendheid of het overtuigen. Aristoteles verstaat onder ‘retorica’ de “vaardigheid om geschikte overtuigingsmiddelen te vinden om in een redevoering te gebruiken” (bron [1] p. 49).

Vier overtuigingsmiddelen
- ethos
- pathos 
- logos
(- kairos)

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

Ethos (karakter, geloofwaardigheid)
Ethos is direct of indirect verwijzen naar de eigen kwaliteiten van de spreker, of van een andere autoriteit. Ethos is volgens Aristoteles het sterkste overtuigingsmiddel: “een publiek dat vertrouwen heeft in de spreker zal geneigd zijn diens standpunt te aanvaarden”. Als een spreker zijn taalgebruik aanpast aan het publiek dat hij voor zich heeft, houdt de spreker rekening met de ethos. Het gebruiken van bekendheden in reclamecampagnes kan ook als typisch voorbeeld worden gezien.

Slide 9 - Diapositive

Ethos



(Hoef je niet helemaal te kijken!)
Robert Kennedy over de dood van Martin Luther King                                                    Best man speech (Four weddings and a funeral)







- binding met het onderwerp                                                                                                       - zelfrelativering maakt je sympathiek
- ik ben een van jullie (gedeeld doel met publiek)                                                              - begrip tonen en complimenten geven 
Het publiek moet jou als persoon gaan vertrouwen

Slide 10 - Diapositive

Opdracht
Je krijgt in de volgende slide een uitlegvideo over ethos te zien. Maak een samenvatting in je schrift van het besprokene.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Pathos (bepaalde gemoedstoestand)
Pathos is inspelen op de emoties van het publiek. De “I have a dream”-speech van Martin Luther King is een prachtig voorbeeld van sterk gebruik van pathos, maar ook wervingscampagnes waarop zielige kinderen of stervende dieren zijn te zien vallen onder het gebruik maken van dit overtuigingsmiddel. Als we dit verder doortrekken kunnen we ook reclamecampagnes die ons het gevoel geven dat we ergens bij moeten horen onder pathos scharen.

Slide 13 - Diapositive

Pathos




  
  Mad Men 'The carousel'
Spreek de emoties van je publiek aan

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Opdracht
Je krijgt in de volgende slide een uitlegvideo over ethos te zien. Maak een samenvatting in je schrift van het besprokene.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Logos (structuur betoog)



Logos is overtuigen door middel van argumenten, waarbij de logica van groot belang is. Waar pathos een beroep doet op het hart, doet logos een beroep op het hoofd. Alle logische gevolgtrekkingen vallen hieronder. 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Van welk retorisch middel wordt er gebruik gemaakt?
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Van welk retorisch middel wordt er gebruik gemaakt?
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Van welk retorisch middel wordt er gebruik gemaakt?
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos

Slide 24 - Quiz

Welke retorische middelen zetten de kinderen in?

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Voor welk cadeau kiezen de kinderen?

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Vervolg les retorische middelen
Weten jullie het nog....

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Kairos
Het juiste moment kiezen of het creëren van een situatie.

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

Je herinnert je dit vast.
We kijken naar de eerste minuut van de toespraak van premier Rutte. Hierin kondigt hij aan dat Nederland in lockdown gaat. Wat kun je zeggen over ethos, pathos, logos en kairos?

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Vidéo

Wat kun je zeggen over ethos, pathos, logos en kairos?

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Vidéo

Opdracht
 
Hoe worden ethos, pathos, logos en kairos in de speech verwerkt en op welke manier gebeurt dit?




Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo

Toegift

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Vidéo

Wie krijgt gelijk en hoe komt dat?


Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Vidéo