Blok 1, A De kunst van het redeneren

Retorica, de kunst van het redeneren
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 10 vidéos.

Éléments de cette leçon

Retorica, de kunst van het redeneren

Slide 1 - Diapositive

Denk eens terug....
De laatste keer dat je bij je ouders iets voor elkaar probeerde te krijgen. Je wilde iets van ze... Later thuis komen? Nieuwe schoenen? 
Hoe deed jij dit? Wat is jouw tactiek?

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kent de retorische middelen: ethos, pathos en logos. 
  • Je kunt de retorische middelen herkennen.

Slide 3 - Diapositive

Planning
De kunst van het redeneren (15)
Quiz (5)
Aan de slag! (20)
Nakijken (een deel) (5)

Slide 4 - Diapositive

Een stukje geschiedenis...
Tijdens het tijdperk van de Grieken en Romeinen werd de eerste democratie ontwikkeld.
--> Wie kan er nog verschillen noemen tussen een democratie van toen en van nu?

Sofisten zagen een gat in de markt! Zij trokken rond als docenten om groepen mensen te leren hoe ze overtuigend konden spreken.
--> Dit was de basis voor de retorica zoals we het nu kennen.

Slide 5 - Diapositive

Retorica van Aristoteles
Argumenteren zelf is een talige bezigheid, maar om te overtuigen is vaak meer nodig dan alleen een goed argument. Binnen de argumentatieleer richt de retorische leer zich op de kunst van de welsprekendheid of het overtuigen. Aristoteles verstaat onder ‘retorica’ de “vaardigheid om geschikte overtuigingsmiddelen te vinden om in een redevoering te gebruiken”.

Drie overtuigingsmiddelen
- ethos
- pathos 
- logos

Slide 6 - Diapositive

Ethos (karakter, geloofwaardigheid)
Ethos is direct of indirect verwijzen naar de eigen kwaliteiten van de spreker, of van een andere autoriteit. Ethos is volgens Aristoteles het sterkste overtuigingsmiddel: “een publiek dat vertrouwen heeft in de spreker zal geneigd zijn diens standpunt te aanvaarden”. Als een spreker zijn taalgebruik aanpast aan het publiek dat hij voor zich heeft, houdt de spreker rekening met de ethos. Het gebruiken van bekendheden in reclamecampagnes kan ook als typisch voorbeeld worden gezien.

Slide 7 - Diapositive

Pathos (bepaalde gemoedstoestand)
Pathos is inspelen op de emoties van het publiek. De “I have a dream”-speech van Martin Luther King is een prachtig voorbeeld van sterk gebruik van pathos, maar ook wervingscampagnes waarop zielige kinderen of stervende dieren zijn te zien vallen onder het gebruik maken van dit overtuigingsmiddel. Als we dit verder doortrekken kunnen we ook reclamecampagnes die ons het gevoel geven dat we ergens bij moeten horen onder pathos scharen.

Slide 8 - Diapositive

Logos (structuur betoog)
Logos is overtuigen door middel van argumenten, waarbij de logica van groot belang is. Waar pathos een beroep doet op het hart, doet logos een beroep op het hoofd. Alle logische gevolgtrekkingen vallen hieronder. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Diapositive

Van welk retorisch middel wordt er gebruik gemaakt?
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Van welk retorisch middel wordt er gebruik gemaakt?
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Van welk retorisch middel wordt er gebruik gemaakt?
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos

Slide 16 - Quiz

Aan de slag!
Wat? Lees de paragraaf in het handboek, maak opdracht 3, 4, 6, 7. 
Hoe? Oefenboek Blok 1, p. A + antwoorden in je schrift!
Tijd? 20 minuten
Hulp? 10 minuten alleen, dan samen
Klaar? Opdracht 8 maken.

Slide 17 - Diapositive

Eventueel voor extra oefening
Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Kairos
Het juiste moment kiezen of het creëren van een situatie.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Je herinnert je dit vast.
We kijken naar de eerste minuut van de toespraak van premier Rutte. Hierin kondigt hij aan dat Nederland in lockdown gaat. Wat kun je zeggen over ethos, pathos, logos en kairos?

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Wat kun je zeggen over ethos, pathos, logos en kairos?

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Opdracht
 
Hoe worden ethos, pathos, logos en kairos in de speech verwerkt en op welke manier gebeurt dit?




Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Toegift

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Wie krijgt gelijk en hoe komt dat?


Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Ethos




Robert Kennedy over de dood van Martin Luther King                                                    Best man speech (Four weddings and a funeral)







- binding met het onderwerp                                                                                                       - zelfrelativering maakt je sympathiek
- ik ben een van jullie (gedeeld doel met publiek)                                                              - begrip tonen en complimenten geven 
Het publiek moet jou als persoon gaan vertrouwen

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

Slide 37 - Vidéo

Pathos




  
  Mad Men 'The carousel'
Spreek de emoties van je publiek aan

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Vidéo