Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
SE-training H1 en H2
Welke manieren zijn er om een tekst in te leiden?
1 / 21
suivant
Slide 1:
Question ouverte
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welke manieren zijn er om een tekst in te leiden?
Slide 1 - Question ouverte
De hoofdgedachte van de tekst is: het belangrijkste waar de tekst over gaat in 1 zin samengevat.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
Wat betekent 'variëren' (volgens de woordenlijst)?
A
Varen
B
Veranderen
C
Uiteenlopen
D
Uit elkaar vallen
Slide 3 - Quiz
Wat betekent 'hoogstens'?
A
Hoog
B
Meestal
C
Het snelst
D
Maximaal
Slide 4 - Quiz
Wat betekent 'waarderen'?
A
Leuk vinden
B
Het waard zijn
C
Tevreden stellen
D
De waarheid achterhalen
Slide 5 - Quiz
De namen van maanden moeten in het Nederlands WEL met een hoofdletter geschreven worden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Dit is goed geschreven: Arnhem-Zuid
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Voor welk voegwoord komt GEEN komma?
A
maar
B
omdat
C
terwijl
D
en
Slide 8 - Quiz
Welke zin is goed geschreven?
A
Verbrant jij jezelf niet?
B
Verbrand jij jezelf niet?
C
Verbrandt jij jezelf niet?
D
Verbrantd jij jezelf niet?
Slide 9 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
Het gestorte afval
B
Het gestortte afval
C
Het gestorten afval
D
Het gestortten afval
Slide 10 - Quiz
Welk signaalwoord past bij het tekstverband 'voorwaarde'?
A
toch
B
ook
C
kortom
D
als
Slide 11 - Quiz
Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband 'doel-middel'?
A
vervolgens
B
waarmee
C
want
D
bovendien
Slide 12 - Quiz
Wat betekent 'opvatting'?
A
mijn manier
B
argument
C
mening
D
aanpassing
Slide 13 - Quiz
Waar staat de afkorting m.a.w. voor?
Slide 14 - Question ouverte
Waar staat de afkorting ca. voor?
Slide 15 - Question ouverte
Wat betekent de afkorting o.a.?
Slide 16 - Question ouverte
Wat is de juiste spelling van het woord?
A
wilde dieren temmer
B
wilde dierentemmer
C
wildedieren temmer
D
wildedierentemmer
Slide 17 - Quiz
Wat is de juiste spelling van het onderstaande woord?
A
negenhonderd negenennegentig
B
negen honderd negenennegentig
C
alles aan elkaar
D
negen honderd negen ennegentig
Slide 18 - Quiz
Wat is goed gespeld?
A
Wat vindt jij?
B
Wat vind jij?
Slide 19 - Quiz
Wat is goed gespeld?
A
Jij vind alles goed.
B
Jij vindt alles goed.
Slide 20 - Quiz
Moet een komma VOOR of NA het voegwoord?
A
Voor
B
Na
Slide 21 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
SE-training H3 en H4
Mars 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Thema 5 Vakantie H3 Lezen
Mai 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Thema 5 Vakantie H3 Lezen
Octobre 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
8 januari 2024 2 HV Tekstverbanden 2
Janvier 2024
- Leçon avec
25 diapositives
III: 5 feb 2024 2HV
Février 2024
- Leçon avec
37 diapositives
III: 29 januari 2024 2HV
Janvier 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Tekstverbanden en signaalwoorden
Novembre 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
III: 26 feb 2024 2HV
Février 2024
- Leçon avec
46 diapositives