Semana 23 - Verbos

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Metas Doelen

Después de esta clase... Na deze les...

1. ...sé usar verbos regulares kan ik regelmatige werkwoorden gebruiken

2. ...sé usar verbos irregulares kan ik onregelmatige werkwoorden gebruiken

3. ...sé qué hay que estudiar weet ik wat ik moet leren (voor de toetsweek)

Estudiar para la prueba

• vraagwoorden (woordenlijst/LT 26)
•  regelmatige werkwoorden -ar,-er,-ir (LT 40)
•  ser, tener, llamarse (LT 26)
• gustar, encantar, interesar (LT 40-41)
• maanden en dagen (woordenlijst)
• beschrijven van het uiterlijk (blad >>>>>>>>>>>>>)
• bezittelijke voornaamwoorden (LT 58)
• woordenlijst 'herhalingswoordenschat'

Repaso Herhaling

1. Hoe vervoeg je een werkwoord?

Repaso Herhaling

1. Hoe vervoeg je een werkwoord? Vervang ar/er/ir door de juiste uitgang: 

hablar

-o

-as

-a

-amos

-áis

-an

comer

-o

-es

-e

-emos

-éis

-en

vivir

-o

-es

-e

-imos

-ís

-en

Grupos de verbos Werkwoordgroepen

Je kunt werkwoorden indelen in 7 groepen:

1. Regelmatig 

2. Hoed (poner, hacer)

3. Laars (poder, dormir, jugar)

4. Hoed én laars (tener, decir)

5. Type 'gustar' (me/te/le/nos/os/les + 3e/6e vorm)

6. Type 'llamarse' (me/te/se/nos/os/se + 1/2/3/4/5/6e vorm)

7. Helemaal onregelmatig (ser)

Traduce el verbo

Vertaal het werkwoord en vul de juiste vorm in. Gebruik je woordenlijst en de aantekening die je net hebt gemaakt!

Mi mamá (is) muy amable y graciosa.

Nuestro perro (heet) Rex.

En nuestra casa (wonen) cinco personas: mis papás, mi hermana, mi hermano y yo.

Nuestra abuela no (woont) en los Países Bajos.

Yo (heb) una prima. Se llama Rosa.

En el cole, yo (leer) el español.

Mis padres (luisteren muziek).

Mi hermana (speelt) al fútbol.

Mi gato (slaapt) todo el día.

¿Quién (heeft) una mascota?

¡Qué (zegt) la profesora?

Nosotros (heten) Lili y Lola y somos hermanos.

¿Vosotros (wonen) en una casa grande?

La familia (eet) en el comedor.

Mi mamá (is) 42 años.

Metas Doelen

En esta clase... In deze les...

1. ...practico mi expresión escrita oefen ik mijn schrijfvaardigheid 

Escribe un texto de 70-75 palabras*

Puedes escribir sobre uno o más de los temas del cuadro verde.

Entregar** a las 14:00. Terminamos con un KAHOOT (verbos).

* woorden

** inleveren

Jezelf

Je huisdier

Je familie

Je droomhuis

Je persoonlijke voorkeuren

KAHOOT VERBOS