2.2 Geluid maken en horen

Vandaag
Vragen paragaaf 1

Uitleg paragraaf 2

Huiswerk paragraaf 2

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Vandaag
Vragen paragaaf 1

Uitleg paragraaf 2

Huiswerk paragraaf 2

Slide 1 - Diapositive

Vragen
Iedereen is stil, ik wijs vanzelf iemand aan die antwoord mag geven

  • Wat is de prikkel voor het reukzintuig?
  • Geurstoffen
  • Welk orgaan hoort bij het koudezintuig?
  • Huid
  • Waaruit bestaat het zenuwstelsel?
  • Zenuwen, hersenen en ruggenmerg 

Slide 2 - Diapositive

2.2 Geluid maken en horen
  • Geluid komt altijd van een geluidsbron, deze geluidsbron maakt trillingen

  • Deze trillingen komen in je oor waar je gehoorzintuig de prikkel (geluid) omzet in een impuls

  • Geluid is dus een trilling 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

2.2 Geluid maken en horen

Slide 5 - Diapositive

2.2 Geluid maken en horen
  • Hoe vaker de lucht trilt per seconde, hoe hoger de toon
  • Het aantal trillingen per seconde noemen we frequentie
  • Frequentie heeft de eenheid hertz (Hz)

  • De laagste frequentie die een mens kan horen is 20 Hz
  • De hoogste frequentie die een mens kan horen is 20 kHz
  • Het gehoorbereik van een mens ligt dus tussen 20 Hz en 20 kHz

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

2.2 Geluid maken en horen
  • Frequentie kan je uitrekenen als je de trillingstijd weet
  • Dit is de tijd waarin 1 trilling plaatsvindt (bijvoorbeeld 0,005 seconde)

Reken uit aan de hand van deze stappen:
  • Gegeven & gevraagd: Schrijf op welke gegevens in de vraag staan en wat je uit moet rekenen
  • Formule: frequentie = 1 : trillingstijd
  • berekening & antwoord: frequentie = 1 : 0,005 = 200 Hz

Slide 8 - Diapositive

2.2 Geluid maken en horen
  • Als je de frequentie weet kan je ook de trillingstijd uitrekenen
  • f = 1 : T & T = 1 : f
Schrijf altijd de drie stappen op!
  • gegeven & gevraagd
  • formule
  • berekening & antwoord

Slide 9 - Diapositive

2.2 Geluid maken en horen
  • Je kan ook de snelheid (v) van het geluid uitrekenen als je de afstand (s) en tijd (t) weet
  •  v = s : t


  • Als je de driehoek snapt, zou je dus ook uit kunnen rekenen wat de afstand is als je de snelheid en tijd hebt
  • Of de tijd uit kunnen rekenen als je de afstand en snelheid hebt

Slide 10 - Diapositive

Huiswerk
2.2 opgaven: 6 tot en met 25

Slide 11 - Diapositive