Gebruik de vier uitspraken (1-4). Selecteer telkens of het om continuïteit (C) of verandering (V) gaat. (er is per rij maar één optie mogelijk).
1. Boeren bleven jagen, ook al gingen ze voedsel verbouwen.
2. Het klimaat werd warmer na de laatste ijstijd.
3. Mensen gingen op een vaste plaats wonen.
4. Mensen met meer bezit of macht kregen meer aanzien.
V
V
V
V
C
C
C
C
1 / 35
suivant
Slide 1: Question de remorquage
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Gebruik de vier uitspraken (1-4). Selecteer telkens of het om continuïteit (C) of verandering (V) gaat. (er is per rij maar één optie mogelijk).
1. Boeren bleven jagen, ook al gingen ze voedsel verbouwen.
2. Het klimaat werd warmer na de laatste ijstijd.
3. Mensen gingen op een vaste plaats wonen.
4. Mensen met meer bezit of macht kregen meer aanzien.
V
V
V
V
C
C
C
C
Slide 1 - Question de remorquage
2.4: Krijn, Trijn, banden en bedden
Prehistorie in Nederland
Slide 2 - Diapositive
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo
Slide 3 - Diapositive
Wat weet je nog van de vorige les?
Slide 4 - Carte mentale
Lesprogramma
Huiswerk bespreken
Uitleg
Zelfstandig werken
1, 4, 5, 6ab, 7
Slide 5 - Diapositive
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
kun je het huidige Nederlandse landschap verklaren met behulp van de ijstijd(en).
kun je met behulp van twee boerengemeenschappen uitleggen hoe de landbouw zich in Nederland ontwikkelde in de prehistorie.
kun je beschrijven hoe de boeren dachten over het leven na de dood.
Slide 6 - Diapositive
De wereld kent verschillende perioden (ijstijden)waarin het extreem koud is. Ijstijden worden afgewisseld met interglacialen,waarin het niet koud is.
De laatste ijstijd eindigde zo'n 12000 jaar geleden.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
In de een-na-laatste ijstijd, zo'n 140.000 jaar geleden, schoof een ijslaag van ruim 150 meter dik vanuit Scandinavië zand en stenen voor zich uit en stopte halverwege Nederland. Zo zijn de heuvels (heel kort samengevat) in het midden van Nederland ontstaan.
Slide 9 - Diapositive
Zet in chronologische volgorde:
1
2
3
4
5
6
Uitvinding van de landbouw
Ontstaan van de eerste steden
Einde van de laatste ijstijd
Einde van de prehistorie
Alle mensen zijn jagers en verzamelaars
Ontstaan van de eerste sociale verschillen
Slide 10 - Question de remorquage
Slide 11 - Diapositive
Een bekende Nederlandse Neanderthaler is Krijn.Zijn fossielis gevonden vlakbij Zeeland.
Uit onderzoek bleek dat hij zo'n 90.000 tot 40.000 jaar geleden leefde.
Slide 12 - Diapositive
Trijntje
Slide 13 - Diapositive
Opdracht
Klokhuis 'Trijntje'
Bedenk tijdens het kijken:
3 hoofdzaken (de belangrijkste dingen)
2 bijzaken (minder belangrijke dingen)
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Noem 3 hoofdzaken uit het filmpje en 2 bijzaken
Slide 16 - Question ouverte
Boeren in Europa
Pas laat: het was niet nodig, er was voldoende voedsel te vinden.
Eerste boeren in Nederland: Zuid-Limburg rond 5300 v. Chr.
Tóch landbouw in Europa: mensen verhuizen uit gebieden waar gebrek aan landbouwgrond is en komen hier terecht.
Slide 17 - Diapositive
Hongarije
Slide 18 - Diapositive
Boeren in Nederland
Zuid-Limburg: bandkeramiekers (tot 4400 v. Chr)
Noord-Nederland: trechterbekercultuur (rond 3500 v. Chr.).
Vanaf 3000 v. Chr. zijn er in Nederland geen jager-verzamelaars meer.
Slide 19 - Diapositive
Bandkeramiek
Slide 20 - Diapositive
Trechterbekercultuur
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Veel resten van de boerderijen uit de Steentijd hebben archeologen niet kunnen terugvinden. Toch zijn er aanwijzingen dát er huizen waren.
Hoe kun je dat in de afbeelding zien?
A
Je ziet nog duidelijk de muren die van aarde zijn gemaakt. De eerste woningen hadden zulke muren.
B
De rode stippen komen door de verf die in de Steentijd gebruikt is.
C
De donkere rondjes zijn de plekken waar eens de palen van de woning hebben gestaan.
D
De vloer is helemaal glad, net zoals wij dat tegenwoordig in ons huis hebben.
Slide 23 - Quiz
Hunebedden
Graven worden steeds uitgebreider: grafheuvels en hunebedden
Zowel begraven als cremeren: urnenvelden.
Doden kregen bezittingen mee: vermoedelijk geloven in leven na de dood.
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Hoe kan ik aan de afbeelding zien dat de hunebedden ná landbouwrevolutie zijn gemaakt?
A
De grote stenen kwamen hier pas tijdens de landbouwrevolutie.
B
Er woonden hier te weinig mensen om samen de hunebedden te maken.
C
Er wordt gebruik gemaakt van dieren.
D
Voor de landbouwrevolutie werden er geen mensen begraven
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Diapositive
Neolithische bouwerken
Overblijfselen uit de nieuwe steentijd (neolithicum)
Slide 30 - Diapositive
0
Slide 31 - Vidéo
Huiswerk
Maken 2.4. Krijn, Trijn, banden en bedden Opdrachten 1, 3, 4, 6, 7
Slide 32 - Diapositive
1: Je kunt het huidige Nederlandse landschap verklaren met behulp van de ijstijd(en). 2: Je kunt met behulp van twee boerengemeenschappen uitleggen hoe de landbouw zich in Nederland ontwikkelde in de prehistorie. 3: Je kunt beschrijven hoe de boeren dachten over het leven na de dood.
Geef in de poll hieronder aan in hoeverre jij de leerdoelen beheerst.