2.2 strijden voor vrijheid les 2

2.2 Strijden voor vrijheid
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

2.2 Strijden voor vrijheid

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag doen?
  •  Opdrachten 
  •  Herhaling: hoe werd Athene een democratie? 
  • Nieuwe stof + aantekening 
  • Opdracht tijdlijn 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Grieken en Romeinen
Tijd van Grieken en Romeinen 
3000 v.Chr. - 500 n. Chr.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak in je werkboek 
Opdracht 1 + 2 blz. 37
5 minuten 
Individueel in stilte
Klaar?  Lezen blz. 35 t/m 37 lesboek


timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Staatsvormen antwoorden
Voorbeeld stadstaat:
Sparta
Voorbeeld stadstaat:
Athene
"Een regering van weinigen"
De aristocraten waren succesvol in de oorlog of belangrijk in het bestuur.
Een alleenheerser. De tiran had de steun van de bevolking en wilde het arme leven van de mensen verbeteren. 

Slide 5 - Diapositive

Welke staatsvorm hebben wij in Nederland?

Oligarchie: het gaat om de rijkdom, om het vermogen wat de mensen vertellen. 
Hoe ontstond in Athene een democratie?
  • Alleroudste bestuursvorm Athene = een monarchie. (uit de Mykeense tijd) 

  • Rond 600 v. Chr. wordt Athene bestuurd door rijke families, die veel bloedige ruzies om de macht hebben.

  • De inwoners hebben weinig te vertellen
Grieks ornamentpatroon 
Herhaling

Slide 6 - Diapositive

Meander rivier stroomt eindeloos en lijnenspel en weerspiegelt de continue loop van het leven. 
Vaak is zo'n ornament decoreren kledingstuk, oude benadrukt dat ze leiden een goed leven.
De oudste bronnen die we hebben wijzen naar een monarchie. (Uit de Mykeense tijd) In de loop van de 7e eeuw gaat de monarchie plaats maken voor een aristocratie.
Aristoi (de besten) een aantal tientallen families die belangrijker waren dan de rest. Ze waren succesvol in oorlog of belangrijk in het bestuur. Zij werden bloedadel genoemd. Het ging over van vader op zoon.
Hoe de verloping van monarchie naar aristocratie ging is onduidelijk, waarschijnlijk wel vreedzaam. Er zijn geen brandsporen teruggevonden.
Vragen 
  1. Door de kolonisatie was er een nieuwe belangrijke bevolkingsgroep opgekomen in Athene, welke was dat?
  2. Welke twee problemen ontstonden er in Athene?

  • Kleine boer is verarmd en komt in de schuldslavernij
  • De nieuwe rijken die meer inspraak wilden. 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Probleem/Oplossing?
  • Als de graan duur was kregen de arme Atheners graan van de rijke families.

  • Als ze dat niet konden terugbetalen, werden ze verkocht als slaaf!

  • Solon komt met  nieuwe wetten: je schulden worden als boer eenmalig afgelost+ bezit werd belangrijk dan afkomst. 
Herhaling

Slide 8 - Diapositive

 2 problemen:
- Kleine boer is verarmd en kwam in de schuldslavernij
- De nieuwe rijke boeren die inspraak wilde.

Oplossing SOLON: TIMOCRATIE --> rijkdom is alles bepalend! Hoe rijker je bent, hoe meer invloed je hebt in het bestuur en in het leger. Hoe armer je bent, hoe minder invloed je hebt in het bestuur en het leger. 

De nieuwe adel hoe worden die verhoord en politieke invloed krijgen 

SEISACHTEIA 
- Alle schulden worden afgelost --> de elite betaald eenmalig de schulden. Alle schulden worden kwijtgescholden. 
- Schuldslavernij hield in --> je mag nooit als slaaf worden verkocht! Boeren die als slaaf werden verkocht die kocht hij terug.
Het conflict wordt redelijk opgevangen --> dit een schijn, niet echt een echte oplossing voor de armen. De kleine boeren komen namelijk hun graan nog steeds niet kwijt! Nu zijn ze hun schuld kwijt maar binnen nu en 5, 6 jaar krijgen ze weer schulden. 
Solon merkt niet dat binnen een aantal jaren de problemen in Athene weer groot zouden zijn. (Aan het goedkope graan deed hij niks aan)
Vragen 
  1. Wie komt er op dat moment aan de macht? 
  2. Welke bestuursvorm heeft Athene op dat moment? 

Slide 9 - Diapositive

blz 35. 
Peisistratos
  • In 546 v.Chr. wordt hij met een eigen leger tiran van Athene
  • Hij verbeterd het leven van de arme mensen. 
  • Armere boeren kregen leningen om producten voor de export te verbouwen zoals olijven en druiven. Op deze manier konden ze meer verdienen. 
  • Tiran regeert met steun van het volk 


    Tiran
    Iemand die onwettig aan de macht is gekomen. 
    Tegelijkertijd een probleemoplosser. 

    Alle werklozen en daklozen geeft hij werk. Zij gaan de bouwwerken maken. Hij organiseert (religieuze) feesten. De Atheners vinden dit een geweldenaar! Hij heeft het probleem van de armen opgelost.
    Herhaling

    Slide 10 - Diapositive

     Pisitratus, gevaarlijke figuur en agressief. Hij is een generaal van lage komaf. Hij is zeer succesvol in de oorlog en weet deze te winnen. Hij wordt een zeer geliefde man in Athene. Hij gaat probleem oplossen voor alle boeren. Een tiran is iemand die ONWETTIG (met geweld, illegaal) de macht heeft overgenomen. Tegelijkertijd is hij een probleemoplosser. 
    Hij gaat een belasting uitvoeren op grondbezit --> hoe meer je produceert, hoe meer belasting je betaald. De armste boeren worden van de belasting vrijgesteld. Deze belasting gaat hij omvormen tot subsidies aan het armere deel van de bevolking. Hij kan overstappen naast graan op lucratieve gewassen. 

     528 v. Chr. Hippias 
    • De zoon van Peisistratos, Hippias volgt zijn vader op. 
    • Na een moordaanslag, waarbij zijn broer sterft, gaat hij regeren met geweld. 

      Herhaling

      Slide 11 - Diapositive

      Begrip tiran die wij kennen was in Athene bij de eerste tiran onjuist —> hij was een probleemoplosser. 

      Hippias trekt zich na de moord van zijn broer terug. Hij wordt heel wreed en gaat regeren met geweld. Daarmee heeft het woord tiran de slechte naam die het nu nog heeft. 
      Vragen 
      1. Wie komt er na Hippias aan de macht? 
      2. Welke bestuursvorm maakt hij van Athene? 

      Slide 12 - Diapositive

      blz 35. 
       509 v.Chr. Kleisthenes 
      • Opstand onder leiding van Kleisthenes. Hij verjaagt Hippias in 509 v.Chr. 
      • De adel moet niet meer vanzelfsprekend de macht krijgen --> geen tirannen meer.
      • Kleisthenes voert de laatste verandering door die van Athene een democratie zou maken. 
      • Iedere vrije Atheense man, mocht stemmen. 
      Herhaling

      Slide 13 - Diapositive

      Begrip tiran die wij kennen was in Athene bij de eerste tiran onjuist —> hij was een probleemoplosser. 

      Hippias trekt zich na de moord van zijn broer terug. Hij wordt heel wreed en gaat regeren met geweld. Daarmee heeft het woord tiran de slechte naam die het nu nog heeft. 
      Democratie?!

      • Niet helemaal...
      • ...alleen mannelijke burgers (ongeveer 16% van de bevolking) 
      • Vrouwen, slaven en vreemdelingen mochten niet meepraten.

      Slide 14 - Diapositive

      Vond men toen ook dat dat een democratie was? 

      Vanuit onze ogen gezien is het geen democratie, alleen mannen mochten meedoen. 
      Kenmerken van de Atheense democratie
      • Atheense vrije mannen met burgerrecht mogen stemmen

      • Directe democratie (je stem telt direct mee)

      • Volksvergadering (buiten)
      • Ostracisme (schervenrechtbank) 
      • Onbetaalde baan

      Slide 15 - Diapositive

      1 keer per jaar wordt een schervengericht gehouden en die politici wordt dan verbannen voor een bepaalde periode. Het stemmen gebeurd door op een potscherf de naam van de politici op te schrijven en deze wordt dan verbannen. 99% kon niet schrijven maar zij deden een naam dan net als kleuters “overschrijven” of ze huurden iemand in voor een kleine vergoeding die de naam dan deed opschrijven. Deze verbande politici werd voor 10 jaar verbannen. 
      Verschillen met de Nederlandse democratie
      • Alle mannen en vrouwen >18 jaar

      • Indirecte democratie

      • Eerste en Tweede Kamer (binnen)

      • Verkiezingen (meestal om de 4 jaar)

      • Betaalde baan

      Slide 16 - Diapositive

      Spreekbuis:  vertegenwoordigd spreek namens het volk. 

      Ik spreek dus iets in 'het komt aan de andere kant eruit' 

      Inrichting om spraak van de ene naar een andere ruimte over te brengen
      Indirecte democratie:
      volksvertegenwoordiging
      directe democratie:
      volksvergadering

      Slide 17 - Diapositive

      Cet élément n'a pas d'instructions

      Huiswerk 
      Werkblad tijdlijn

      Opdracht 1: Je maakt een tijdlijn van je eigen leven. 
      Opdracht 2: Je maakt een tijdlijn van §2.1 + 2.2
      Voor volgende week maandag


      Slide 18 - Diapositive

      Cet élément n'a pas d'instructions