4H: herhalingsweek spelling en formuleren

NOG 1 keer 
OEFENEN VOOR DE TOETSWEEK
1 / 60
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 60 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

NOG 1 keer 
OEFENEN VOOR DE TOETSWEEK

Slide 1 - Diapositive

Overzicht
1 Dubbelop
2 Incongruentie
3 Onjuiste beknopte bijzin
4 Onjuiste inversie
5 Foutieve samentrekking
6 ww-spelling
7. Meervoudsvorming
8 verkleinwoorden
9 Samenstellingen: met of zonder tussenletter en aan elkaar of los
10 Verzamelwoorden met of zonder -n

Slide 2 - Diapositive

Overzicht
1 Dubbelop
2 Incongruentie
3 Onjuiste beknopte bijzin
4 Onjuiste inversie
5 Foutieve samentrekking
6 ww-spelling
7. Meervoudsvorming
8 verkleinwoorden
9 Samenstellingen: met of zonder tussenletter en aan elkaar of los
10 Verzamelwoorden met of zonder -n

Slide 3 - Diapositive

Ik besef me dat ik beter geen schrijver had kunnen worden.
A
Tautologie
B
Contaminatie
C
Pleonasme
D
Onjuiste herhaling

Slide 4 - Quiz

Misschien dat ik morgen mogelijk nog even langs kom.
A
tautologie
B
pleonasme
C
herhaling
D
contaminatie

Slide 5 - Quiz

Al op de lagere school had hij de toekomstdroom later leraar te worden.
A
tautologie
B
pleonasme
C
dubbele ontkenning
D
contaminatie

Slide 6 - Quiz

Hij zal moeten proberen te voorkomen dat dat zich niet herhaalt.
A
tautologie
B
pleonasme
C
dubbele ontkenning
D
contaminatie

Slide 7 - Quiz

Overzicht
1 Dubbelop
2 Incongruentie
3 Onjuiste beknopte bijzin
4 Onjuiste inversie
5 Foutieve samentrekking
6 ww-spelling
7. Meervoudsvorming
8 verkleinwoorden
9 Samenstellingen: met of zonder tussenletter en aan elkaar of los
10 Verzamelwoorden met of zonder -n

Slide 8 - Diapositive

In welke zin is sprake van incongruentie?
A
De nieuwe leden werden gevraagd de contributie steeds voor het einde van de maand te betalen.
B
Pieter studeert nu veel langer, maar de nieuwe studie bevalt hem echter beter.
C
Na het sporten kwam Jette achter de ontdekking dat haar fiets gestolen was.
D
Aan de goede bedoelingen van zijn docent heeft mijn broer lang aan getwijfeld.

Slide 9 - Quiz

In welke zin is sprake incongruentie?
A
De nieuwe leden werden gevraagd de contributie steeds voor het einde van de maand te betalen.
B
Pieter studeert nu veel langer, maar de nieuwe studie bevalt hem echter beter.
C
Na het sporten kwam Jette tot de ontdekking dat haar fiets gestolen was.
D
Aan de goede bedoelingen van zijn docent heeft mijn broer lang aan getwijfeld.

Slide 10 - Quiz

Overzicht
1 Dubbelop
2 Incongruentie
3 Onjuiste beknopte bijzin
4 Onjuiste inversie
5 Foutieve samentrekking
6 ww-spelling
7. Meervoudsvorming
8 verkleinwoorden
9 Samenstellingen: met of zonder tussenletter en aan elkaar of los
10 Verzamelwoorden met of zonder -n

Slide 11 - Diapositive

Goede of foutieve beknopte bijzin?
Eindelijk gearriveerd, zakte hij van vermoeidheid in elkaar.
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quiz

Goede of foutieve beknopte bijzin?
Om succes te hebben, is hun uiterste inspanning nodig.
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quiz

Welke van de volgende is een foutieve beknopte bijzin?
A
In roomboter gebraden eet hij het vlees met smaak op.
B
Terwijl wij wachtten op de bus, kwam het met bakken uit de hemel.
C
Huppelend van plezier, kwam het kind de klas binnen
D
Lekker op het strand liggend, keken we naar de zee.

Slide 14 - Quiz

Is dit een foutieve beknopte bijzin?

Staande op het balkon, trok de optocht door de straat.
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Overzicht
1 Dubbelop
2 Incongruentie
3 Onjuiste beknopte bijzin
4 Onjuiste inversie
5 Foutieve samentrekking
6 ww-spelling
7. Meervoudsvorming
8 verkleinwoorden
9 Samenstellingen: met of zonder tussenletter en aan elkaar of los
10 Verzamelwoorden met of zonder -n

Slide 16 - Diapositive

Juist of onjuiste inversie?
"Onze club heeft de wedstrijd helaas verloren en heeft de club daardoor geen kans meer in de playoffs."
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Juist of onjuiste inversie?
"Mochten de leerlingen eerder vertrekken en hebben de leerlingen het lokaal rustig verlaten?"
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Al op de lagere school had hij de toekomstdroom later leraar te worden.
A
tautologie
B
pleonasme
C
dubbele ontkenning
D
contaminatie

Slide 19 - Quiz

Overzicht
1 Dubbelop
2 Incongruentie
3 Onjuiste beknopte bijzin
4 Onjuiste inversie
5 Foutieve samentrekking
6 ww-spelling
7. Meervoudsvorming
8 verkleinwoorden
9 Samenstellingen: met of zonder tussenletter en aan elkaar of los
10 Verzamelwoorden met of zonder -n

Slide 20 - Diapositive

Welke samentrekking is goed?
A
Anne maakte de bedden op en daarna het ontbijt klaar.
B
Jan spaart voor motorrijles en Anne voor rijles.
C
Het huiswerk was niet moeilijk en heb ik onder de les al af.

Slide 21 - Quiz

Is deze samentrekking goed?
"Ik was ziek en daardoor niet aanwezig bij de ouderavond."
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quiz

Is deze samentrekking goed?
"Ik werd eerst student tandheelkunde en later orthodontist."
A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quiz

Overzicht
1 Dubbelop
2 Incongruentie
3 Onjuiste beknopte bijzin
4 Onjuiste inversie
5 Foutieve samentrekking
6 ww-spelling
7. Meervoudsvorming
8 verkleinwoorden
9 Samenstellingen: met of zonder tussenletter en aan elkaar of los
10 Verzamelwoorden met of zonder -n

Slide 24 - Diapositive

Met plakband heeft Josien de envelop extra.................. (verstevigen)
A
verstevigd
B
verstevigt
C
verstevigdt

Slide 25 - Quiz

Mijn opa ........(fluiten) vroeger altijd hetzelfde deuntje.
A
Fluitte
B
Floot

Slide 26 - Quiz

Door een val heeft Wesley zijn knie.....(verwonden).
A
Verwondt
B
verwond
C
verwondt

Slide 27 - Quiz

Vroeger........(proeven) ik geen onbekende groentes.
A
proefte
B
proefde

Slide 28 - Quiz

(Branden) .........je broer ook altijd zijn vingers bij het barbecueën?
A
brand
B
brandt
C
Brand
D
Brandt

Slide 29 - Quiz

Het heeft vannacht heel erg...... (vriezen).
A
gevriest
B
gevriesd
C
gevroren
D
gevriesdt

Slide 30 - Quiz

Overzicht
1 Dubbelop
2 Incongruentie
3 Onjuiste beknopte bijzin
4 Onjuiste inversie
5 Foutieve samentrekking
6 ww-spelling
7. Meervoudsvorming
8 verkleinwoorden
9 Samenstellingen: met of zonder tussenletter en aan elkaar of los
10 Verzamelwoorden met of zonder -n

Slide 31 - Diapositive

Kies de juiste meervoudsvorm:

accu
A
accu's
B
acus
C
accus

Slide 32 - Quiz

Kies de juiste meervoudsvorm:

afvalbak
A
afvalbaken
B
afvalbakken

Slide 33 - Quiz

Kies de juiste meervoudsvorm:

felicitatie
A
felicitatie's
B
felicitaties

Slide 34 - Quiz

Kies de juiste meervoudsvorm:

braderie
A
braderieën
B
braderiën

Slide 35 - Quiz

Kies de juiste meervoudsvorm:

staf
A
stafen
B
staven

Slide 36 - Quiz

Kies de juiste meervoudsvorm:

markies
A
markiesen
B
markiezen

Slide 37 - Quiz

Kies de juiste meervoudsvorm:

piepkuiken
A
piepkuiken's
B
piepkuikens

Slide 38 - Quiz

Kies de juiste meervoudsvorm:

koekoeksei
A
koekoekseieren
B
koekoekseien

Slide 39 - Quiz

Kies de juiste meervoudsvorm:

dyslecticus
A
dyslectici
B
dyslecticussen

Slide 40 - Quiz

Kies de juiste meervoudsvorm:

timmerman
A
timmerlieden
B
timmerliederen

Slide 41 - Quiz

Overzicht
1 Dubbelop
2 Incongruentie
3 Onjuiste beknopte bijzin
4 Onjuiste inversie
5 Foutieve samentrekking
6 ww-spelling
7. Meervoudsvorming
8 verkleinwoorden
9 Samenstellingen: met of zonder tussenletter en aan elkaar of los
10 Verzamelwoorden met of zonder -n

Slide 42 - Diapositive

Wat is juist?
A
paraplutje
B
paraplu'tje
C
parapluutje

Slide 43 - Quiz

Vul het juiste verkleinwoord in.
A
woningje
B
woninkje
C
woningkje

Slide 44 - Quiz

Vul het juiste verkleinwoord in.
A
autotje
B
auto'tje
C
autootje

Slide 45 - Quiz

Overzicht
1 Dubbelop
2 Incongruentie
3 Onjuiste beknopte bijzin
4 Onjuiste inversie
5 Foutieve samentrekking
6 ww-spelling
7. Meervoudsvorming
8 verkleinwoorden
9 Samenstellingen: met of zonder tussenletter en aan elkaar of los
10 Verzamelwoorden met of zonder -n

Slide 46 - Diapositive

Samenstelling en tussenletter

Je schrijft geen tussenletter als...
A
het eerste woord geen zn is
B
het geen meervoud heeft
C
alleen een meervoud op een -s heeft
D
het aangeeft hoe leuk of groot iets is

Slide 47 - Quiz

tussenletter
A
aktetas en hogenschool
B
aktetas en hogeschool
C
aktentas en hogenschool
D
aktentas en hogeschool

Slide 48 - Quiz

tussenletter
A
rijstenpap en stekeblind
B
rijstenpap en stekenblind
C
rijstepap en stekenblind
D
rijstepap en stekeblind

Slide 49 - Quiz

tussenletter
A
zonnenschijn en groentensoep
B
zonneschijn en groentensoep
C
zonneschijn en groentesoep
D
zonnenschijn en groentesoep

Slide 50 - Quiz

Aan elkaar of los

Slide 51 - Diapositive

Koppelteken?
A
hbo-student
B
hbostudent

Slide 52 - Quiz

Koppelteken?
A
stage uren
B
stage-uren
C
stageuren

Slide 53 - Quiz

Koppelteken?
A
niet roker
B
niet-roker

Slide 54 - Quiz

Overzicht
1 Dubbelop
2 Incongruentie
3 Onjuiste beknopte bijzin
4 Onjuiste inversie
5 Foutieve samentrekking
6 ww-spelling
7. Meervoudsvorming
8 verkleinwoorden
9 Samenstellingen: met of zonder tussenletter en aan elkaar of los
10 Verzamelwoorden met of zonder -n

Slide 55 - Diapositive

De directeur zei: "Dit geldt voor jullie....
A
beide
B
beiden

Slide 56 - Quiz

Dit mobieltje is goedkoper dan....
A
andere
B
anderen

Slide 57 - Quiz

Mijn auto is beter dan die van....
A
andere
B
anderen

Slide 58 - Quiz

Niet alle studenten haalden de toets.
............. haalden zelf een 1!
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 59 - Quiz

HEEL VEEL SUCCES met TW 1

Slide 60 - Diapositive