vendredi le 11 octobre

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!
- spullen op je tafel leggen
- jassen uit en buiten het lokaal
- telefoon niet zichtbaar (in je tas of kluis)
- kauwgom in de prullenbak
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!
- spullen op je tafel leggen
- jassen uit en buiten het lokaal
- telefoon niet zichtbaar (in je tas of kluis)
- kauwgom in de prullenbak

Slide 1 - Diapositive

Les buts
  • Ik kan de imparfait
  • ik kan de passé composé toepassen
  • ik kan de futur toepassen
  • ik kan op 3 manieren vragen stellen
  • ik ben klaar voor de toets

Slide 2 - Diapositive

De toetsstof is...
apprendre 1-2(FR-NL)-4(FR-NL)-6-8-10 + 9.1-9.2-9.3-9.5 p.157 t/m p.160 (p.159 = dus geen 9.4)

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Leg uit hoe je in het Frans een vraagzin kan maken .

Slide 5 - Question ouverte

Vraagzinnen maken
Maak de onderstaande zin vragend. (inversie)

Elle danse le vendredi.

Slide 6 - Question ouverte

Vraagzinnen maken
Maak de onderstaande zin vragend op 3 manieren.

Tu peux venir

Slide 7 - Question ouverte

ik heb de vraagzinnen onder de knie
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Sondage

Een passé composé heeft er altijd twee.
Waaruit bestaat een passé composé?
A
zelfstandig naamwoord
B
hulpwerkwoord
C
voltooid deelwoord
D
hele werkwoord

Slide 9 - Quiz

elle (chanter = zingen, passé composé)


A
as chanté
B
chantait
C
a chanté
D
a chantée

Slide 10 - Quiz


futur :
hij zal zijn
Grammaire 'futur'
A
il sera
B
il aura
C
il ira
D
il voudra

Slide 11 - Quiz



Wat is de futur?
Grammaire 'futur'
A
tegenwoordige tijd
B
voltooide tijd
C
toekomende tijd
D
verleden tijd

Slide 12 - Quiz

Wat is de futur?
A
tu finiras
B
tu finas
C
tu finissais
D
tu as fini

Slide 13 - Quiz


Je ________ (vendre -futur)
Grammaire 'futur'
A
vendreai
B
vendrai
C
vendai
D
vendrais

Slide 14 - Quiz



Wat zijn de uitgangen van de futur?
Grammaire 'futur'
A
ai, as, a, ons, ez, ont
B
e, es, e, ons, ez, ent
C
ais, ais, ait, ions, iez, aient

Slide 15 - Quiz

Wat is de imparfait?
A
il a connu
B
il connaît
C
il connaissait
D
il connaîtra

Slide 16 - Quiz


Imparfait; ik was =
A
je sommais
B
je sommerai
C
j'étais
D
j'éterais

Slide 17 - Quiz

Hoe maak je een imparfait?
A
Nous-vorm présent. -ons+uitgang imparfait
B
hele werkwoord + uitgang van avoir
C
hele ww+uitgang vd imparfait
D
hulpww (avoir of être) + voltooid deelwoord

Slide 18 - Quiz

IMPARFAIT. Wat zijn de juiste uitgangen van de imparfait?
A
ai, as, a ons, ez, ont
B
ais, ais, ait, ions, iez, aient
C
e, es, e, ons, ez, ent
D
a, ez, ont, ais, et

Slide 19 - Quiz

Wat is een imparfait?
A
le palais
B
trouvais
C
mangé
D
ai mangé

Slide 20 - Quiz

Tu (manger = eten, passé composé)


A
as mangé
B
a mangé
C
est mangé
D
es mangé

Slide 21 - Quiz

ils (regarder = kijken, passé composé)


A
on regardé
B
as regarder
C
ont regardé
D
regardais

Slide 22 - Quiz

(monter / passé composé)

Lisa et Anne (zijn ingestapt) dans le bus
A
sont montée
B
ont montées
C
sont montées
D
sont montés

Slide 23 - Quiz

Passé Composé
Kies de juiste vorm:
entrer: Joris
A
Joris ai entrer
B
Joris a entré
C
Joris rentre
D
Joris est entré

Slide 24 - Quiz

Ik snap de passé composé
05

Slide 25 - Sondage

Ik vind de futur
makkelijk
redelijk makkelijk
best moeilijk
moeilijk

Slide 26 - Sondage

Snap je de imparfait?
Oui
Non

Slide 27 - Sondage

Les buts
  • Ik kan de imparfait
  • ik kan de passé composé toepassen
  • ik kan de futur toepassen
  • ik kan op 3 manieren vragen stellen
  • ik ben klaar voor de toets

Slide 28 - Diapositive

Heb jij de doelen behaald?
En wat heb jij deze les geleerd?

Slide 29 - Question ouverte

Heb je nog vragen?

Slide 30 - Question ouverte

Ik denk dat ik het volgende cijfer ga halen:
010

Slide 31 - Sondage

Maintenant: ............
In stilte de online diagnostische toets afmaken

Slide 32 - Diapositive

Les devoirs
Alle toetsstof leren voor de oefentoets !

Slide 33 - Diapositive