T0 deel 3 atomen als bouwstoffen

T0 atomen als bouwstenen
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

T0 atomen als bouwstenen

Slide 1 - Diapositive

Kennenlijst
  • BINAS
  • De molecuulformule
  • de index
  • het aantal moleculen

Slide 2 - Diapositive

Kunnenlijst










Kunnenlijst
deel 3; paragraaf 4.3 atomen als bouwstenen



·        
Met Binas (T 34) de symbolen van de elementen
kennen.


·        
Met Binas (T 34) kunnen aangeven of elementen
metalen of niet metalen zijn.


·        
Verbindingen kunnen maken.


·        
Het verschil tussen een molecuul en een atoom
kunnen uitleggen.




Slide 3 - Diapositive

BINAS

In Binas staat een periodieksysteem met daarin alle symbolen van de elementen.


Dit Periodieksysteem staat in tabel 34 van je BINAS.

Zoek deze tabel op en maak de volgende vragen:

Slide 4 - Diapositive

Wat is het symbool van natrium

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het symbool van zuurstof

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het symbool van uraan

Slide 7 - Question ouverte

Wat is het symbool van goud

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het symbool van einsteinium

Slide 9 - Question ouverte

BINAS

Er staan meer gegevens in dat periodieksysteem. Zo kun je het atoomnummer en de relatieve atoommassa vinden in dit periodieksysteem.


Zoek de volgende vragen weer op, gebruik tabel 34.

Slide 10 - Diapositive

Wat is het atoomnummer van darmstadtium

Slide 11 - Question ouverte

Wat is het atoomnummer van europium

Slide 12 - Question ouverte

Wat is het atoomnummer van americium

Slide 13 - Question ouverte

Wat is de relatieve atoommassa van krypton

Slide 14 - Question ouverte

Wat is de relatieve atoommassa van francium

Slide 15 - Question ouverte

Wat is de relatieve atoommassa van californium

Slide 16 - Question ouverte

BINAS

Ook kun je nog zien of je te maken hebt met een metaal of een nietmetaal.

Het metaal is blauw en het nietmetaal is geel

Beantwoord de volgende vragen

Slide 17 - Diapositive

Lithium is een
A
metaal
B
nietmetaal

Slide 18 - Quiz

Zink is een
A
metaal
B
nietmetaal

Slide 19 - Quiz

Rutherfordium is een
A
metaal
B
nietmetaal

Slide 20 - Quiz

koolstof is een
A
metaal
B
nietmetaal

Slide 21 - Quiz

Helium is een
A
metaal
B
nietmetaal

Slide 22 - Quiz

Scandium is een
A
metaal
B
nietmetaal

Slide 23 - Quiz

Bismut is een
A
metaal
B
nietmetaal

Slide 24 - Quiz

Zwavel is een
A
metaal
B
nietmetaal

Slide 25 - Quiz

Waterstof is een
A
metaal
B
nietmetaal

Slide 26 - Quiz

Molecuulformule

In de formule van een molecuul staat twee soorten informatie.

  1. Welke atoomsoorten worden gebruikt om het molecuul te maken.
  2. hoeveel heb je van het atoomsoort.



Een molecuul is gemaakt van atomen.


Slide 27 - Diapositive

Molecuulformule

We nemen als voorbeeld de stof water.

Jullie hebben geleerd dat de stof water de formule H2O heeft, maar wat betekent dit.


Als je kijkt naar de formule zie je twee hoofdletters, dus het molecuul bestaat uit twee verschillende atoomsoorten.


Slide 28 - Diapositive

Molecuulformule

Bij H2O zijn de atoomsoorten de H en de O.

Kijk je in tabel 34 dan zie je dat de H staat voor:


en de O staat voor:


Waterstof
Zuurstof

Slide 29 - Diapositive

Molecuulformule.

Je ziet ook een getal in de formule.

Dat getal noemen we de index.


Het getal staat achter een letter en geeft aan hoeveel atomen er zijn van dat symbool.


Slide 30 - Diapositive

Molecuulformule

H2O

De index is een 2 en staat achter de H.

Dit houdt in dat er 2 waterstofatomen zijn.


Achter de O staat niets, dat betekent eigenlijk dat er een 1 moet staan maar die schrijven we niet op.

Dus er is 1 zuurstofatoom aanwezig.

Slide 31 - Diapositive

Maak zelf de molecuulformule

Het molecuul bestaat uit 1 koolstofatoom en 2 zuurstofatomen

Het molecuul bestaat uit 1 koolstofatoom en 4 waterstof atomen

Het molecuul bestaat uit 1 natriumatoom en 1 chlooratoom

Het molecuul bestaat uit 2 ijzeratomen en 3 zuurstofatomen

Het molecuul bestaat uit 2 Aluminiumatomen en 3 zwavelatomen

Het molecuul bestaat uit 1 zwavelatoom en 3 zuurstofatomen

Slide 32 - Diapositive

Huiswerk

Maken van de vragen van paragraaf 4.2


Leren paragraaf 4.1 + 4.2

Doornemen kunnenlijst paragraaf 4.1 + 4.2

Maken samenvatting of mindmap paragraaf 4.2


Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Slide 35 - Vidéo