Twee puntjes boven een klinker (a, e, i, o en u) noem je een trema.
Wanneer gebruik je een trema?
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 7,8
Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Opfrissen: trema woord
Twee puntjes boven een klinker (a, e, i, o en u) noem je een trema.
Wanneer gebruik je een trema?
Slide 1 - Diapositive
1 Veel woorden die eindigen op ee, krijgen er in het meervoud soms ën bij.
Zonder trema is het moeilijk uit te spreken: Twee - Tweeen.
Het trema geeft aan dat een nieuwe klankgroep begint.
Slide 2 - Diapositive
2 Soms eindigen woorden op ie.
Valt de klemtoon hierop, dan komt er soms ën bij.
Valt de klemtoon niet op ie, dan komt er een n bij.
Slide 3 - Diapositive
3 Als je in een woord twee of drie opeenvolgende klinkers niet als één klank mag lezen, dan zet je op de tweede klinker vaak een trema.
poëzie – naïef – ruïne - reünie
Slide 4 - Diapositive
woorden met een trema
Slide 5 - Carte mentale
Luister naar het woord en schrijf op
Slide 6 - Question ouverte
Luister naar het woord en schrijf op
Slide 7 - Question ouverte
Luister naar het woord en schrijf op
Slide 8 - Question ouverte
Luister naar het woord en schrijf op
Slide 9 - Question ouverte
Luister naar het woord en schrijf op
Slide 10 - Question ouverte
Luister naar het woord en schrijf op
Slide 11 - Question ouverte
Zet de zin in de voltooide tijd: Pim niest.
Slide 12 - Question ouverte
Zet de zin in de voltooide tijd: De man rijdt.
Slide 13 - Question ouverte
Zet de zin in de voltooide tijd: De kaars dooft.
Slide 14 - Question ouverte
Zet de zin in de voltooide tijd: De journalist beïnvloedt.
Slide 15 - Question ouverte
Weten we het nog...
we oefenen nogmaals met trottoir woord.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Welke trottoir woorden staan in de zinnen? Noteer ze allemaal Er zit veel benzine in het reservoir. Deze accessoires passen goed bij haar jurk. Mijn moeder bergt het servies op in het dressoir. Ze heeft haar memoires mooi geschreven.
Slide 18 - Question ouverte
nakijken blz 20, opdr 1
Slide 19 - Diapositive
maken: blz 21, opdr 1
Slide 20 - Diapositive
maken: blz 23, opdr 1
Slide 21 - Diapositive
maken: blz 23, opdr 2
Slide 22 - Diapositive
Tot slot:
Vrijdag kijken we de opdrachten van vandaag na.
Zorg dat ze dan ook af zijn.
Vervolgens herhalen we de "trottoir woorden" en eindigen we de les met een dictee.
Slide 23 - Diapositive
Blok 6, week 1, les 4
Slide 24 - Diapositive
trottoir woorden
Slide 25 - Carte mentale
blz 21
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Noteer het woord:
Slide 29 - Question ouverte
Noteer het woord:
Slide 30 - Question ouverte
Noteer het woord:
Slide 31 - Question ouverte
Noteer het woord:
Slide 32 - Question ouverte
Noteer het woord:
Slide 33 - Question ouverte
Nu een dictee...
Je hebt 1 minuut de tijd om je dictee schrift voor je te nemen