examen 2021 3e tijdvak

1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 47 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Tekst 1 Durf te roddelen!

Slide 2 - Diapositive

1 Op welke drie manieren wordt deze tekst in alinea’s 1 en 2 ingeleid? Noteer de nummers van deze manieren in de uitwerkbijlage.

1 door alvast een conclusie over het onderwerp te trekken
2 door de aanleiding voor het schrijven over dit onderwerp weer te geven
3 door een probleem bij het onderwerp te benoemen
4 door een samenvatting van de tekst te geven
5 door een voorbeeld bij het onderwerp te geven
6 door een vraag over het onderwerp te stellen 

Slide 3 - Diapositive

(1) Roddelen over een collega.
Gemeen, vindt de een. Begrijpelijk,
zegt Rinus Feddes. Hij promoveert
vandaag op een pleidooi1) voor het
5 doorbreken van het taboe op
roddelen.
(2) In een bejaardentehuis wordt veel
geroddeld, bijvoorbeeld over smak-
kende medebewoners. Personeel
10 probeert dat geklets aan banden te
leggen, om degenen over wie het
gaat te beschermen. Maar het is
nuttig om jezelf af te vragen waarom
er wordt geroddeld. De roddelende
15 ouderen in het verpleeghuis zijn
voorbeelden uit het dagelijks leven
die Rinus Feddes (69) gebruikt om
zijn punt te illustreren.
1 Op welke drie manieren wordt deze tekst in alinea’s 1 en 2 ingeleid? 

1 door alvast een conclusie over het onderwerp te trekken
2 door de aanleiding voor het schrijven over dit onderwerp weer te geven
3 door een probleem bij het onderwerp te benoemen
4 door een samenvatting van de tekst te geven
5 door een voorbeeld bij het onderwerp te geven
6 door een vraag over het onderwerp te stellen

Slide 4 - Diapositive

2. Wat wordt in alinea’s 3, 4 en 5 behandeld? 
Deze alinea’s gaan alle over
A de positieve en negatieve kanten van roddelen.
B de sociale functie van roddelen.
C Feddes’ onderzoek naar roddelen.
D het verschil tussen pesten en roddelen.

Slide 5 - Diapositive

2. Wat wordt in alinea’s 3, 4 en 5 behandeld? 
Deze alinea’s gaan alle over
A de positieve en negatieve kanten van roddelen.
B de sociale functie van roddelen.
C Feddes’ onderzoek naar roddelen.
D het verschil tussen pesten en roddelen.


Slide 6 - Diapositive

3 Waarom is roddelen minder negatief dan pesten volgens Feddes?

Citeer de zin uit alinea 4 of alinea 5 die het best het antwoord op deze vraag weergeeft.

Slide 7 - Diapositive

(4) “Als ik studenten vertel dat ik
geloof in constructief roddelen, zijn
ze meestal eerst verontwaardigd.
50 Roddelen koppelen ze aan iets nega-
tiefs. Maar ik maak een duidelijk
onderscheid tussen roddelen en pes-
ten. Pesten is gericht op het bewust
kwaad doen van de ander, terwijl
55 roddelen meer gericht is op het in
vertrouwen uiten van je onderbuik-
gevoelens 2). Emotioneel ontladen
wordt dat in de roddelliteratuur
genoemd.” 
3. Waarom is roddelen minder negatief dan pesten volgens Feddes?

Slide 8 - Diapositive

4 Welk verband is er vooral tussen alinea 5 en alinea 6?

A     Alinea 5 en 6 vormen een opsomming.
B     Alinea 5 en 6 vormen een vergelijking.
C     Alinea 6 geeft een conclusie bij alinea 5.
D     Alinea 6 geeft een voorbeeld bij alinea 5.

Slide 9 - Diapositive

4 Welk verband is er vooral tussen alinea 5 en alinea 6?
Roddelen blijkt dus een
bindmiddel.
(6) Vocaal vlooien noemt Feddes het
ook graag, want ook apen doen niet
anders. “Apen besteden een kwart
van hun tijd aan het vlooien van
elkaar. Dat komt echt niet alleen
omdat ze zoveel jeuk hebben. Als
twee apen elkaar vlooien, laten ze
aan anderen in de groep zien: wij
hebben een bondje. Bij mensen gaat
dat net zo. Als je een roddel aan
iemand vertelt, kom je vaak dicht bij
iemand of je fluistert zelfs in iemands
oor. Je deelt je verhaal alleen met
diegene. Bij wie je wilt horen, bepaalt
dus ook met wie je roddelt.” 
A Alinea 5 en 6 vormen een opsomming.
B Alinea 5 en 6 vormen een vergelijking.
C Alinea 6 geeft een conclusie bij alinea 5.
D Alinea 6 geeft een voorbeeld bij alinea 5.

Slide 10 - Diapositive

5 Welke functie heeft alinea 7?
(7)Zo ontstaan sociale betrekkingen
tussen mensen, buiten de officiële
verhoudingen om. Die informele
verhoudingen zijn belangrijk,” vindt
Feddes, “want je kunt nu eenmaal
niet altijd alles recht in iemands
gezicht zeggen. Als jij vindt dat je
baas zijn vrouw hufterig behandelt,
zul je hem dat niet snel zeggen,
omdat hij een machtspositie heeft ten
opzichte van jou. Dus dan vertel je
het aan een collega, want je moet
toch ergens heen met je gevoel.”
Alinea 7 geeft een
A oorzaak van roddelend gedrag op de werkvloer.
B opsomming van redenen om met elkaar te roddelen.
C stelling over het nut van contact met collega’s.
D toelichting bij het belang van informele verhoudingen.

Slide 11 - Diapositive

6 In de tekst spreekt Feddes over “informele verhoudingen” (regels 89-90).
In de uitwerkbijlage staat een tabel met verhoudingen tussen personen.
-> Welke verhoudingen zouden volgens de tekst informeel zijn? Kruis de juiste antwoorden aan in de uitwerkbijlage. 

informeel
ouderen in bejaardentehuis – smakkende
medebewoners (alinea 2)
collega – collega (alinea 7)
baas – werknemer (alinea 7)

Slide 12 - Diapositive

6 -> Welke verhoudingen zouden volgens de tekst informeel zijn? Kruis de juiste antwoorden aan in de uitwerkbijlage. 
“Niet meer fatsoenlijk
kunnen eten is iets wat alle ouderen
op een gegeven moment overkomt.
Dat weten ze zelf ook. Het roddelen
en buitensluiten van de smakkenden
is voor hen een manier om te kunnen
zeggen: wij hebben nog waardig
-heid.”
ouderen in bejaardentehuis – smakkende
medebewoners (alinea 2)
x

Slide 13 - Diapositive

6 -> Welke verhoudingen zouden volgens de tekst informeel zijn? Kruis de juiste antwoorden aan in de uitwerkbijlage. 
(7) “Zo ontstaan sociale betrekkingen
tussen mensen, buiten de officiële
verhoudingen om. Die informele
verhoudingen zijn belangrijk,” vindt
Feddes, “want je kunt nu eenmaal
niet altijd alles recht in iemands
gezicht zeggen. Als jij vindt dat je
baas zijn vrouw hufterig behandelt,
zul je hem dat niet snel zeggen,
omdat hij een machtspositie heeft ten
opzichte van jou. Dus dan vertel je
het aan een collega, want je moet
toch ergens heen met je gevoel.”
collega – collega (alinea 7)
x

Slide 14 - Diapositive

6 -> Welke verhoudingen zouden volgens de tekst informeel zijn? Kruis de juiste antwoorden aan in de uitwerkbijlage. 
(7) “Zo ontstaan sociale betrekkingen
tussen mensen, buiten de officiële
verhoudingen om. Die informele
verhoudingen zijn belangrijk,” vindt
Feddes, “want je kunt nu eenmaal
niet altijd alles recht in iemands
gezicht zeggen. Als jij vindt dat je
baas zijn vrouw hufterig behandelt,
zul je hem dat niet snel zeggen,
omdat hij een machtspositie heeft ten
opzichte van jou. Dus dan vertel je
het aan een collega, want je moet
toch ergens heen met je gevoel.”
baas – werknemer (alinea 7)

Slide 15 - Diapositive

7 Welke twee functies heeft roddelen volgens Feddes?
Baseer je antwoord op alinea 4 tot en met alinea 8 en schrijf deze functies op in de uitwerkbijlage.

Slide 16 - Diapositive

7 Welke twee functies heeft roddelen volgens Feddes?
Emotioneel ontladen
wordt dat in de roddelliteratuur
genoemd.”
(5) “Maar ook het aangaan van sociale binding is een belangrijke functie van roddelen.
  • (functie 1:) emotioneel ontladen / uiten onderbuikgevoelens
  • (functie 2:) aangaan sociale binding / ontstaan sociale betrekkingen /opbouwen sociaal netwerk

Slide 17 - Diapositive

8 Citeer uit alinea 9 het zinsgedeelte waarin staat waarom kritiek ontvangen ook leerzaam is.
(9) Hoezeer hij er ook achterstaat, spannend vindt Feddes het wel om
naar buiten te treden met zijn pleidooi. Hij weet dat er kritiek op komt.
Maar kritiek geven en ontvangen is ook een van de dingen die volgens
hem leerzaam zijn aan roddelen. “Door met je onderbuikgevoelens
naar buiten te treden, kun je jouw mening toetsen aan die van de
ander. Als je je vrouw vertelt dat je  de buurman zo'n harde stem vindt
hebben, zegt zij misschien wel dat je je aanstelt. Je kunt leren van die
tegenspraak, het kan je helpen je eigen grenzen te stellen en te
bepalen wat jij belangrijk vindt. Maar dan moet je wel het lef hebben om
ermee naar buiten te treden.”

Slide 18 - Diapositive

8 Citeer uit alinea 9 het zinsgedeelte waarin staat waarom kritiek ontvangen ook leerzaam is.
(9) Hoezeer hij er ook achterstaat, spannend vindt Feddes het wel om
naar buiten te treden met zijn pleidooi. Hij weet dat er kritiek op komt.
Maar kritiek geven en ontvangen is ook een van de dingen die volgens
hem leerzaam zijn aan roddelen. “Door met je onderbuikgevoelens
naar buiten te treden, kun je jouw mening toetsen aan die van de
ander. Als je je vrouw vertelt dat je  de buurman zo'n harde stem vindt
hebben, zegt zij misschien wel dat je je aanstelt. Je kunt leren van die
tegenspraak, het kan je helpen je eigen grenzen te stellen en te
bepalen wat jij belangrijk vindt. Maar dan moet je wel het lef hebben om
ermee naar buiten te treden.”
<- of

Slide 19 - Diapositive

9 Alinea 9 vormt het slot van deze tekst.
Wat gebeurt er vooral in deze alinea?
A Er wordt advies gegeven over hoe je het best kunt omgaan met je onderbuikgevoelens.
B Er wordt een conclusie getrokken over mensen die kritisch kijken naar roddelen.
C Er wordt een samenvatting gegeven van verschillende verklaringen voor roddelen.
D Er wordt nieuwe informatie gegeven die een positief effect van
roddelen benadrukt.

Slide 20 - Diapositive

9 Alinea 9 vormt het slot van deze tekst.
Wat gebeurt er vooral in deze alinea?
(9) Hoezeer hij er ook achterstaat, spannend vindt Feddes het wel om
naar buiten te treden met zijn pleidooi. Hij weet dat er kritiek op komt.
Maar kritiek geven en ontvangen is ook een van de dingen die volgens
hem leerzaam zijn aan roddelen. “Door met je onderbuikgevoelens
naar buiten te treden, kun je jouw mening toetsen aan die van de
ander. Als je je vrouw vertelt dat je  de buurman zo'n harde stem vindt
hebben, zegt zij misschien wel dat je je aanstelt. Je kunt leren van die
tegenspraak, het kan je helpen je eigen grenzen te stellen en te
bepalen wat jij belangrijk vindt. Maar dan moet je wel het lef hebben om
ermee naar buiten te treden.”
nieuwe informatie

Slide 21 - Diapositive

9 Alinea 9 vormt het slot van deze tekst.
Wat gebeurt er vooral in deze alinea?
A Er wordt advies gegeven over hoe je het best kunt omgaan met je onderbuikgevoelens.
B Er wordt een conclusie getrokken over mensen die kritisch kijken naar roddelen.
C Er wordt een samenvatting gegeven van verschillende verklaringen voor roddelen.
D Er wordt nieuwe informatie gegeven die een positief effect van
roddelen benadrukt.

Slide 22 - Diapositive

10 Wat is het hoofdonderwerp van deze tekst?
A    de verklaringen voor roddelgedrag
B    de verschillen tussen pesten en roddelen
C    het kwaadwillende karakter van roddelen
D    het roddelgedrag van verschillende groepen

Slide 23 - Diapositive

10 Wat is het hoofdonderwerp van deze tekst?
A    de verklaringen voor roddelgedrag
B    de verschillen tussen pesten en roddelen
C    het kwaadwillende karakter van roddelen
D    het roddelgedrag van verschillende groepen

Slide 24 - Diapositive

11 Met welk doel lijkt deze tekst vooral geschreven te             zijn?
De tekst geeft vooral
A  een aansporing om het taboe op roddelen te doorbreken.
B  een aansporing om wat vaker te roddelen.
C  informatie over de negatieve gevolgen van roddelen.
D  informatie over het nut van roddelen.

Slide 25 - Diapositive

11 Met welk doel lijkt deze tekst vooral geschreven te             zijn?
De tekst geeft vooral
A  een aansporing om het taboe op roddelen te doorbreken.
B  een aansporing om wat vaker te roddelen.
C  informatie over de negatieve gevolgen van roddelen.
D  informatie over het nut van roddelen.

Slide 26 - Diapositive

Tekst 2
mobiel dieet

Slide 27 - Diapositive

12 Een tekst kan op verschillende manieren worden ingeleid. bijvoorbeeld door 
1  de aanleiding voor het schrijven van de tekst te noemen
2  een samenvatting van de tekst te geven
3  het centrale probleem van de tekst te benoemen
4  voorbeelden te geven bij het onderwerp van de tekst
-> Welke twee manieren gebruikt de schrijver in alinea 1 om de tekst in te leiden? Noteer de juiste nummers in de uitwerkbijlage. 

Slide 28 - Diapositive

12 Welke twee manieren gebruikt de schrijver in alinea 1 om de tekst in te leiden? 
(1) De zenuwen als je batterij aan het
einde van een werkdag bijna leeg is.
De onrust vanwege het permanente
bereikbaar zijn voor de baas. De con-
5 stante sociale druk van likes en
retweets. Hoe handig de smartphone
ook is, hij bezorgt ons op allerlei
manieren stress. ’s Avonds op de
bank zijn we vaker bezig met werk-
10 mailtjes of sociale media dan met
goede gesprekken met een geliefde.
Ook de wetenschap legt steeds
duidelijker het verband tussen smart-
phones en stress. 
1 de aanleiding voor het schrijven van de tekst te noemen
2 een samenvatting van de tekst te geven
3 het centrale probleem van de tekst te benoemen
4 voorbeelden te geven bij het onderwerp van de tekst
<- Voorbeelden
<-  centrale probleem
<-  centrale probleem

Slide 29 - Diapositive

13 Welk verband is er tussen alinea 2 en alinea 3? 
A    Alinea 3 geeft een tegenstelling bij de informatie uit                alinea 2.
B   Alinea 3 geeft een uitleg bij de informatie uit alinea 2.
C   Alinea 3 vormt samen met alinea 2 een opsomming.
D   Alinea 3 vormt samen met alinea 2 een vergelijking.

Slide 30 - Diapositive

13 Welk verband is er tussen alinea 2 en alinea 3? 
 (2) Maar hoe kom je op een slimme
manier van die smartphonestress af?
Veel mensen proberen hun smart-
phone te ontvluchten door hem op
gezette tijden helemaal weg te leg-
20 gen. Smartphoneloze vakanties
beginnen inmiddels een hele
industrie te worden. Er zijn allerlei
tropische vakantieoorden die aan-
bieden om je mobieltje voor je in een
25 kluis te bewaren. In het Duitse
Zwarte Woud is zelfs een hotel dat
kamers heeft voorzien van grafiet-
behang dat alle mobiele signalen
blokkeert.
30 (3) Ook thuis kun je jezelf op steeds
geavanceerdere manieren tegen de
smartphone beschermen. 
A Alinea 3 geeft een tegenstelling bij de informatie uit alinea 2.
B Alinea 3 geeft een uitleg bij de informatie uit alinea 2.
C Alinea 3 vormt samen met alinea 2 een opsomming.
D Alinea 3 vormt samen met alinea 2 een vergelijking.

Slide 31 - Diapositive

14 In alinea 3 staan de volgende drie zinnen:
1 “Er komen allerlei apps en gadgets uit die toegang tot apps en telefoon blokkeren.”
2 “Internetwinkels als Amazon en Bol.com bieden een hele selectie van doosjes en hoesjes die werken als een zogeheten kooi van Faraday: er komt geen signaaltje doorheen.”
3 “Er zijn varianten met tijdsloten, zodat mensen zichzelf letterlijk
kunnen afsluiten van de smartphone.”

-> Je moet een samenvatting maken van de tekst. Welke zin(nen) moet
je dan in de samenvatting opnemen? Kruis de juiste zin(nen) aan in de
tabel in de uitwerkbijlage. 

Slide 32 - Diapositive

Welke zin(nen) moet
je dan in de samenvatting opnemen? 
(3) Ook thuis kun je jezelf op steeds
geavanceerdere manieren tegen de
smartphone beschermen. Er komen
allerlei apps en gadgets uit die toe-
gang tot apps en telefoon blokkeren.
35 Internetwinkels als Amazon en
Bol.com bieden een hele selectie van
doosjes en hoesjes die werken als
een zogeheten kooi van Faraday: er
komt geen signaaltje doorheen. Er
40 zijn varianten met tijdsloten, zodat
mensen zichzelf letterlijk kunnen
afsluiten van de smartphone. 
1 “Er komen allerlei apps en gadgets uit die toegang tot apps en telefoon blokkeren.”
2 “Internetwinkels als Amazon en Bol.com bieden een hele selectie van doosjes en hoesjes die werken als een zogeheten kooi van Faraday: er komt geen signaaltje doorheen.”
3 “Er zijn varianten met tijdsloten, zodat mensen zichzelf letterlijk
kunnen afsluiten van de smartphone.”
<-  Voorbeelden van gadgets die toegang tot apps en telefoon blokkeren. Voorbeelden horen niet in een samenvatting.

Slide 33 - Diapositive

15 Wat is de functie van alinea 4? 
Alinea 4
A    geeft een nuancering bij alinea’s 2 en 3.
B    trekt een conclusie bij alinea 3.
C    voegt een nieuw element toe aan alinea’s 2 en 3.
D    vormt een tegenstelling bij alinea 3.

Slide 34 - Diapositive

15 Wat is de functie van alinea 4? 
(4) Maar is dat wel de slimste manier
om te minderen? De veelgebruikte
term ‘digital detox1) 45 ’ wekt de indruk
dat de smartphone een gif is, iets
waarbij je zo ver mogelijk uit de buurt
moet blijven. Terwijl dat ding toch
ook best wel handig kan zijn. Er moet
50 toch een middenweg te vinden zijn?
Want hoe realistisch is het om je
helemaal te onttrekken aan de smart-
phonesamenleving? 
Alinea 4
A geeft een nuancering bij alinea’s 2 en 3.
B trekt een conclusie bij alinea 3.
C voegt een nieuw element toe aan alinea’s 2 en 3.
D vormt een tegenstelling bij alinea 3.

Slide 35 - Diapositive

16 In alinea 4 wordt aangegeven dat er een middenweg moet zijn. 
-> Hoe denkt Jocelyn Brewer over de mogelijkheid van een middenweg?
Citeer de zin uit alinea 5 of alinea 6 die het duidelijkst haar mening hierover weergeeft.

Slide 36 - Diapositive

16 -> Hoe denkt Jocelyn Brewer over de mogelijkheid van een middenweg?
Citeer de zin uit alinea 5 of alinea 6 die het duidelijkst haar mening hierover weergeeft.
(5) Een alternatieve methode is die van de Australische psychologe
Jocelyn Brewer, van de Universiteit van Sydney. Brewer zet zich af tegen
die kunstmatige tweedeling tussen ‘helemaal online zijn’ of ‘helemaal
offline gaan’. Zij is tegen het idee van een digitale detox en vindt dat
mensen zich in plaats daarvan op ‘digital nutrition’ moeten richten: digi-
tale voedzaamheid. Je hoeft helemaal niet te stoppen of grafietbehang
te nemen om jezelf te beschermen tegen de kwalijke invloed van de
smartphone. Wel moet je je veel bewuster worden van hoe vaak je op
dat ding zit en wat je er precies op uitspookt.
(6) Het idee van Brewer is gebaseerd op het idee van een uitgebalanceerd,
gezond dieet. Net als bij voeding kun je ook bij je smartphone een onder-
scheid maken tussen ‘junkfood’ en ‘vitamines’, aldus de psychologe. Of
neem zoiets als suiker: we zouden niet zonder kunnen, maar je moet
ook niet de hele dag door chocola eten.
<- of

Slide 37 - Diapositive

17 Welk tussenkopje past het best boven alinea’s 5 en 6? 
A   Digitale detox
B   Digitale voedzaamheid
C   Kunstmatige tweedeling
D   Uitgebalanceerd, gezond dieet

Slide 38 - Diapositive

17 Welk tussenkopje past het best boven alinea’s 5 en 6? 
(5) Een alternatieve methode is die van de Australische psychologe
Jocelyn Brewer, van de Universiteit van Sydney. Brewer zet zich af tegen
die kunstmatige tweedeling tussen ‘helemaal online zijn’ of ‘helemaal
offline gaan’. Zij is tegen het idee van een digitale detox en vindt dat
mensen zich in plaats daarvan op ‘digital nutrition’ moeten richten: digi-
tale voedzaamheid. Je hoeft helemaal niet te stoppen of grafietbehang
te nemen om jezelf te beschermen tegen de kwalijke invloed van de
smartphone. Wel moet je je veel bewuster worden van hoe vaak je op
dat ding zit en wat je er precies op uitspookt.
(6) Het idee van Brewer is gebaseerd op het idee van een uitgebalanceerd,
gezond dieet. Net als bij voeding kun je ook bij je smartphone een onder-
scheid maken tussen ‘junkfood’ en ‘vitamines’, aldus de psychologe. Of
neem zoiets als suiker: we zouden niet zonder kunnen, maar je moet
ook niet de hele dag door chocola eten.
A Digitale detox
B Digitale voedzaamheid
C Kunstmatige tweedeling
D Uitgebalanceerd, gezond dieet

Slide 39 - Diapositive

18 In alinea’s 7, 8 en 9 wordt uitgelegd wat er volgens Brewer nodig is om ‘digitaal voedzaam’ bezig te zijn.
-> Vat Brewers methode samen in maximaal 50 woorden. Vermeld alleen hoofdzaken en neem geen voorbeelden op. Noteer je antwoord in de uitwerkbijlage.

Slide 40 - Diapositive

18 In alinea’s 7, 8 en 9 wordt uitgelegd wat er volgens Brewer nodig is om ‘digitaal voedzaam’ bezig te zijn.
(7) Brewer heeft met haar onder-
zoeken drie zaken vastgesteld die
nodig zijn om digitaal voedzaam
bezig te zijn: mindful (je bewust zijn
van je smartphonegebruik), meaning-
ful (telkens duidelijk maken waarom
je je smartphone pakt, wat je ermee
wilt) en moderate (matig je gebruik
zodat de smartphone niet de hoofdrol
speelt in je leven). Dat klinkt mis-
schien wat vaag, maar het is behoor-
lijk goed toe te passen
Een goede samenvatting bevat de volgende drie elementen:
Brewers methode om digitaal voedzaam bezig te zijn bestaat uit drie m’s:
1 mindful: je bewust zijn van je smartphonegebruik,
2 meaningful: telkens duidelijk maken waarom je je smartphone pakt, wat je ermee wilt,
 3 en moderate: matig je gebruik zodat de smartphone niet de hoofdrol speelt in je leven.

Slide 41 - Diapositive

19 Wat doet de schrijver in alinea 10?
Hij geeft
A   een advies.
B   een conclusie.
C   een samenvatting.
D   een waarschuwing.

Slide 42 - Diapositive

19 Wat doet de schrijver in alinea 10?
(10) Ook met de drie m’s van Brewer
blijft het waarschijnlijk lastig om altijd
even gedisciplineerd te blijven en
echt de rust te krijgen die je zou wil-
len. Verleiding en gemakzucht liggen
altijd op de loer. Wat dat betreft is
een digitaal dieet niet heel anders
dan ieder ander dieet
Hij geeft
A een advies.
B een conclusie.
C een samenvatting.
D een waarschuwing.

Slide 43 - Diapositive

20 Wat is het belangrijkste doel van deze tekst?
A   lezers ervan overtuigen dat smartphonegebruik vrijwel altijd tot stress leidt
B   lezers informeren over het verband tussen smartphonegebruik en  stress
C   lezers oproepen bewuster en minder vaak hun smartphone te gebruiken
D   lezers waarschuwen voor de gevolgen van onverantwoord smartphonegebruik

Slide 44 - Diapositive

20 Wat is het belangrijkste doel van deze tekst?
A   lezers ervan overtuigen dat smartphonegebruik vrijwel altijd tot stress leidt
B   lezers informeren over het verband tussen smartphonegebruik en  stress
C   lezers oproepen bewuster en minder vaak hun smartphone te gebruiken
D   lezers waarschuwen voor de gevolgen van onverantwoord smartphonegebruik

Slide 45 - Diapositive

Tekst 3 Liefde ontmoeten

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Diapositive