Commercieel H2 H3 | Herhaling

Economie & Ondernemen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Economie & Ondernemen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen vandaag?
10:00 - 10:15 Herhaling hoofdstuk 2 commercieel
10:15 - 10:30 Quiz hoofdstuk 2 commercieel
10:30 - 10:45 Maken H2 & H3 (maken, nakijken, test jezelf >80%)
10:45 - 11:00 Pauze
11:00 - 11:45 Praktische opdracht 'herfst' 
11:45 - 11:55 Tijd voor jezelf
11: 55 - 12:30 Praktische opdracht 'herfst' 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eind van de les weet jij:
  • Wat marketing is
  • Uit welke 6 P's de marketingmix bestaat
  • Wat een winkelconcept en winkelformule is
  • Verschillende locaties
  • Welke verkoopsystemen er zijn
  • Wat een assortiment is
  • Hoe de prijs wordt bepaald
  • Welke acties we kennen
  • De eisen van personeel

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Marketing
= Heeft betrekking op alle activiteiten die een bedrijf uitvoert om de verkoop van producten of diensten te stimuleren.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Marketingmix
Personeel
Product
Prijs
Promotie
Presentatie
Personeel
Plaats

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschil winkelconcept en winkelformule
  • Winkelconcept = opzet over de eigenschappen van je winkel (bedrijfsconcept)
  • Winkelformule = de manier waarop je de doelgroep probeert te bereiken en aan je winkel te binden.
 
  • Doelgroep = het deel van de markt waarop een bedrijf zich richt en dat zij tot klant wil maken.
  • Marktpositie = plaats die die de winkel op de markt inneemt ten opzichte van zijn concurrenten

Slide 6 - Diapositive

Vragen winkelconcept:
- welke producten ga ik verkopen?
Welke biologische artikelen ga ik verkopen?
Zijn er mogelijkheden tot samenwerken in de buurt?
Welke biologische merken zijn er?
Hoeveel keuze wil ik aan de klant bieden?

Brede en smalle doelgroep
Winkelformule
Assortiment
  • Breed assortiment = veel verschillende artikelen (Bijenkorf & Hudson's Bay)
  • Diep assortiment = volledigheid van een productaanbod binnen een bepaalde categorie (10 soorten ketchup)

Doelgroep
  • Brede doelgroep = veel verschillende klanten
  • Smalle doelgroep = kleine doelgroep met specifieke wensen

Marktpositie
  • Imago = beeld dat je bij klanten wilt oproepen als ze aan jouw winkel denken

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Locaties
  • A1-locatie = Winkelgebieden in de binnenstad
  • A2- locatie = Winkels aan de rand van de binnenstad.
  • B-locatie = Winkels liggen ver van de binnenstad af, vaak op het industrieterrein.

Slide 8 - Diapositive

A1 = Albert Heijn Oldenzaal
A2 = Jumbo Kuipers Oldenzaal
B = Mac dondalds
Verkoopsysteem = bedieningssysteem
Het verkoopsysteem geeft aan op welke manier de artikelen in een winkel worden verkocht.


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Product
  • Totaal aantal producten noem je = assortiment
  • Je verkoopt de artikelen aan je klanten = doelgroep

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Prijs
Prijs wordt bepaald door 2 factoren:
  • Kosten die je maakt
  • Winst die je wilt maken

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Promotie
Reclame is de bekendste vorm van promotie (folders, boodschappentassen, advertenties, tv commercial, brochures en posters)
Actie is een andere vorm van promotie waarbij iets speciaals om de reclame heen is verzonnen​
  • Korte termijnacties; kortingsacties​
  • Lange termijnacties; spaaracties en klantenkaarten

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Personeel
Personeel bezit 3 belangrijke eisen:​
  • Is leergierig​
  • Bezit bij de winkel passende uitstraling​
  • Heeft vakkennis​
De (woon)plaats van het personeel kan ook van belang zijn.​
Bij veel bedrijven/ondernemingen is de gun factor een belangrijke rol. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Het winkelconcept noemen wij ook wel het bedrijfsconcept
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De winkelformule bestaat uit de volgende onderdelen:
A
Assortiment, doelgroep, winkelconcept
B
Doelgroep, bedrijfsconcept, assortiment
C
Prijs, product, promotie
D
Assortiment, doelgroep, marktpositie

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De ...... is de plaats die een winkel op de markt inneemt ten opzichte van de concurrenten
A
Doelgroep
B
Branche
C
Marktpositie
D
Prijs

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Imago is het beeld dat je bij klanten wilt oproepen als ze aan jouw winkel denken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De winkels Zeeman, C&A en de Primark zijn:
A
Zelfbedieningwinkels
B
Bediening winkels
C
Semi-zelfbedieningwinkels

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In een bediening winkel kan de klant zelf alles pakken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De marketingmix bestaat uit:
A
Prijs, product, promotie, personeel, presentatie
B
Kwaliteit, prijs, promotie, personeel, presentatie, plaats
C
Product, prijs, plaats, promotie, presentatie, personeel
D
Prijs, plaats, promotie, personeel, presentatie

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Winkels die gevestigd zijn op een B-locatie zijn gevestigd:
A
De binnenstad
B
Op het industrieterrein
C
Aan de rand van de binnenstad

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk assortiment biedt een juwelier aan?
A
Breed assortiment
B
Smal assortiment

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!

Map Commercieel
 Maken H2 & H3 (maken, nakijken, test jezelf >80%)

Woensdag 20 november PTA H2 & H3 commercieel

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions