2HVd les 14a herhaling en proeftoets

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom 2HVd

Taalvoutje

Zie jij de fout hiernaast?

Hoe zou jij die corrigeren?

me = mijn

welk woordsoort?

(voor)lezen

Pak je boek, sla open en kruip in de wereld van Smartpark.

Wie wil er voorlezen?

planning van deze les

• samen lezen (10 min)
• filmpje: zelf een verhaal schrijven
• kettingverhaal
• 
  

lesdoel

• je heb kennisgemaakt met een verhaal schrijven
• je hebt een begin gemaakt van zelf een verhaal schrijven

Waarom zit jij daar en niet op een gangbare plek?

Waarom is een ...

1. vragend voornaamwoord
2. vragend bijwoord

Wie belde er zojuist aan?

Wie is een...

1. vragend voornaamwoord
2. vragend bijwoord

aan het werk...

maak de proeftoets serieus

30 min

aan het werk...

proeftoets nakijken

wist je dat...

- van splitbare ww beide delen horen bij het wwg? (vb: Sam belde mij op. wwg = belde op)

- in een zin met een nwg NOOIT een lv zit?

- als het ww 'zijn' of 'blijven' de betekenis heeft van zich bevinden, dat het dan zww zijn en dus dat er sprake is van een wwg? (vb: Sam was een half jaar in Italië)

wist je dat...

- een lv nooit met een voorzetsel begint? 

- als je geen 'aan' of 'voor' in het zinsdeel staat je het er dan bij moet denken om het mv te bepalen? (vb: hij geeft haar geld)

- de vraagwoorden die je gebruikt om een bwb te bepalen, zelf ook bwb zijn? (vb: Waar ligt het boek? bwb = waar)

wist je dat...

-er bijna van elk ww heel makkelijk een zn kan maken? et er 'het' voor. (vb: Gamen is leuk/Het gamen met vrienden in leuk).

- het bn ook iets kan zeggen over een woord dat geen zn is? Het kan namelijk extra info geven over een persoon die niet bij de naam wordt genoemd. (vb: Hij is vrijgevig.)

- het stoffelijke bn een bijzondere categorie is van bn? Het geeft aan van welke stof iets gemaakt is. (vb: de leren tas)

wist je dat...

- lw (blw of olw) ook wel eens voor woorden staan die geen zn zijn? (vb: Eerlijkheid duurt het langst (bn))

- het niet altijd een lw is? Als er wirdt verwezen naar het weer, de tijd, de sfeer of iets buiten de zin, dan is het geen lw. (vb: Het regent buiten.)

- als er een voltooiddeelwoord in de zin staat, dat altijd een zww of kww is? De andere ww zijn hww.

wist je dat...

- het alleen een pers vnw is als het een apart zinsdeel is en verwijst naar een persoon, groep personen, voorwerpen of onzichtbare zaken? (vb: Het is mooi geworden.)

- een bez.vnw ook zelfstandig kan voorkomen? (vb: Dat is de mijne (bez vnw))

- een vragend vnw niet per se aan het begin van een zin hoeft te staan? (vb: Weet jij welke (vr.vnw) film Tim heeft gezien?)

Geef de juiste volgorde van het 7 stappenplan van zinsontleden.

Wat is het verschil tussen zww en kww?

1. zww = geeft eigenschap/kenmerk van het ond kww = geeft een actie aan, doe ww
2. zww = geeft actie aan, is doe ww kww = geeft eigenschap/kenmerk van het ond

Wat is het verschil tussen zww en kww?

1. zww = wwg kww = nwg
2. zww = nwg kww = wwg

Dat meisje blijkt heel aardig te zijn.

Noteer alle ww en zeg daarna tot welke soort ze behoren. Kies uit: hww, zww en kww.

Dat meisje blijkt heel aardig te zijn.

Noteer van alle woorden in deze zin tot welke woordsoort ze behoren.

Het gamen met mijn vrienden is leuk.

Noteer van alle woorden in deze zin tot welke woordsoort ze behoren.

Dorus blijft een vervelend mannetje.

Noteer van alle woorden in deze zin tot welke woordsoort behoren.

Heb jij je boeken meegenomen vandaag?

Noteer alle vnw en zeg daarna tot welke soort ze behoren. Kies uit: persoonlijk, bezit, aanwijzend en vragend vnw.

Die kat is heel schattig.

Wat is het aanwijzend vnw in deze zin?

Wat is jouw adres?

Wat is het vragend vnw, wat is het bezit vnw in deze zin?

Wij gaan vanmiddag zwemmen.

Wat is het pers vnw in deze zin?

Welke woorden kunnen zowel een persoonlijk vnw als een bezittelijk vnw zijn?

Goed gewerkt, tot de volgende!

meegekeken in Kwizl

Het naamwoordelijk gezegde!

Vind je dit niet moeilijk?

Ga aan de slag met opdrachten in Kwizl of in je grammaticaboekje

samengevat

• Het nw gezegde bestaat uit twee delen: een ww deel + nw deel
• Het ww deel bevat een koppelwerkwoord; de betekenisdrager (één swabbels + hdv)
• meest voorkomende kww: zijn, worden en blijven
• ww 'koppelt' het onderwerp aan het nw deel
• nw gezegde zegt wat het ond is (ww gezegde zegt wat het ond doet)
• nw deel bevat een naamwoord: zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord

voorbeeld

Hij is twintig jaar geleden dokter geworden.

Hij | is | twintig jaar geleden | dokter | geworden.

pv = is + ww rest = geworden = kww worden

ond = hij

nwg = is dokter geworden

lv = -

mv = -

bwb = twintig jaar geleden