Grammatica woordsoorten les 11: Tussenwerpsel

Welkom H3C
Volg het stappenplan, dan maken we er een fijne les van.

Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je schrift, je boek en je Chromebook.
Stap 3: Log in bij LessonUp met je eigen naam
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom H3C
Volg het stappenplan, dan maken we er een fijne les van.

Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je schrift, je boek en je Chromebook.
Stap 3: Log in bij LessonUp met je eigen naam

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je doen?
Leerdoel: Ik kan het tussenwerpsel herkennen en benoemen in een zin.
Hoe bereik je dit leerdoel?
- Herhaling wederkerend en wederkerig voornaamwoord
- Startopdracht
- Uitleg tussenwerpsel
- Oefening tussenwerpsel
- Huiswerk volgende les: Leren: alle stof! We maken de oefentoets + mk: Opdracht 1, 1(herhalingsopdracht) 3 en 5.
- Controleren leerdoel

Slide 2 - Diapositive

Elkaar is een wederkerig voornaamwoord. Wat zijn de twee andere wederkerige voornaamwoorden?

Slide 3 - Question ouverte


Wat is het wederkerend voornaamwoord?

Slide 4 - Question ouverte


Wat is het wederkerend voornaamwoord?

Slide 5 - Question ouverte

Zij schamen ... (wederkerend voornaamwoord)

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het wederkerend
voornaamwoord?

Slide 7 - Question ouverte

Startopdracht op blz. 132
Wat: Maak zelfstandig de startopdr. op blz. 132. Lees de zinnen a t/m d. Wat is het verschil tussen zin a/b en c/d?
Hoe: Je werkt alleen en in stilte aan deze opdracht.
Hulp: Steek je vinger op voor evt. hulp.
Tijd: Je krijgt drie minuten om hiermee aan de slag te gaan.
Uitkomst: Je maakt kennis met het verschil tussen woorden.
Klaar: Je leest de theorie door en je mag beginnen met opdr 1, 1, 3 en 5 (online)
timer
3:00

Slide 8 - Diapositive

Antwoorden startopdracht
Zin a: Morgen is een bijwoord.
Zin b: Morgen wordt ironisch bedoeld.
Zin c: Helaas is hier een bijwoord.
Zin d: Helaas is hier een uitroeping (tussenwerpsel)

Slide 9 - Diapositive

Tussenwerpsel (tw)
Tussenwerpsel: uitroepen en klanknabootsingen
Soorten tussenwerpsels:
- van bevestiging en ontkenning: ja, nee, jawel;
- van emotie (verbazing, schrik, pijn): au, ach, hoera, bah, foei, hèhè, oei;
- van sociaal contact: hoi, doei, houdoe, pardon, goedenavond, halt;
- Van klanknabootsing: miauw, waf, brr, tok, plof, tuut.

Zo herken je tussenwerpsels: 
1. Tussenwerpsel zijn uitroepen en klanknabootsingen;
2. Tussenwerpsels staan, meestal aan het begin of einde v/d zin, vaak van de rest gescheiden met een komma

Slide 10 - Diapositive

Wat is het tussenwerpsel:
Wat een toestand, zeg!

Slide 11 - Question ouverte

Vervelend voor je, joh! Wat is het tussenwerpsel?

Slide 12 - Question ouverte

Noteer de tussenwerpsels in de onderstaande strip

Slide 13 - Question ouverte

Instructie
Wat: Maken online opdracht 1, 1(herhaling), 3 en 5.
Hoe: Je mag met elkaar samenwerken in tweetallen. Zit je alleen? Dan werk je ook alleen! Je werkt fluisterend!
Hulp: Vragen? Steek je vinger op.
Tijd: Tot 5 minuten voor het einde van de les werk je hieraan.
Uitkomst: Je kunt het tussenwerpsel en alle andere woordsoorten herkennen en benoemen in een zin.
Klaar: Leren: alle leerstof grammatica woordsoorten.

Slide 14 - Diapositive

Noteer het tussenwerpsel uit de onderstaande zin:

Ksst, wegwezen vervelende haan met je luidruchtige gekakel.

Slide 15 - Question ouverte