Engels

• Engels
• Basisschool
• Groep 8

Engels 

Werkwoorden

Werkwoorden in het Engels zijn een beetje gek, want je moet overal "to" voor zetten. To go (gaan), to love (houden van), to buy (kopen), to see (zien), to smile (lachen)

In het Engels kennen we ook sterke werkwoorden die veranderen. To be (zijn) is zo'n werkwoord.

Helaas moet je dit gewoon uit je hoofd leren

I (hoofdletter!) am

you are

she is

he is

it is

we are

you are

they are

Alleen I am is nog geen zin. Om een zin te maken, zetten we er iets achter wat je bent. 
Voorbeeld: I am a girl. 

Er kunnen veel meer woorden achter to be, zoals: 
I am a boy, it is a house, he is my friend, we are brothers, it is a star, i am a footballplayer, we are the champions.

Je kunt ook zeggen waar je bent.
Voorbeeld: I am in the Netherlands, you are in Sliedrecht, we are at school, it is in the air.

Ik ben blij
Vertaal

Hij is in Frankrijk
Vertaal

Wij zijn vrienden
Vertaal

Het is hier
Vertaal

Zij zijn hier
Vertaal

Verleden tijd to be

Ook de verleden tijd moet je uit je hoofd kennen

I was
You were
She was
He was
It was
We were
You were
They were

I

1. was
2. were

He

1. was
2. were

It

1. was
2. were

You

1. was
2. were

We

1. was
2. were

Why .. she not there?
verleden tijd

I .. so tired.
verleden tijd

Where .. you?
verleden tijd

.. it nice?
verleden tijd

We .. very happy.
verleden tijd

Zelfstandig werken

Maak blz. 26+27 van je werkboek.

Klaar? Zelf nakijken
Klaar? Weektaak afmaken
Klaar? Stil lezen, tekenen, spelletje etc. Je hebt tot 12:00.

Denk aan je geluid :-)