Live les maandag 11-05 Engels klas 2 C Herhaling Grammar 9 en 10 Theme 4

Live les Engels herhaling grammar 9 en 10 Theme 4 
klas 2 C


In deze live les blikken wij kort terug naar Theme 4 en met name  wat je nog weet van grammar 9 (blz. 51) en grammar 10 (blz. 55).

Toets: Theme 4 maandag 18 mei 2020

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Live les Engels herhaling grammar 9 en 10 Theme 4 
klas 2 C


In deze live les blikken wij kort terug naar Theme 4 en met name  wat je nog weet van grammar 9 (blz. 51) en grammar 10 (blz. 55).

Toets: Theme 4 maandag 18 mei 2020

Slide 1 - Diapositive

Grammar 9
Duurvorm van de verleden tijd (past continuous)
(p.51)

Slide 2 - Diapositive

Grammar 10 (p.55) beschrijft 
de duurvorm verleden tijd


Tip:  denk aan de "sleutel"

Was ......of Were ...... +  werkwoord ing
I was reading a book 
 They were riding horse

Slide 3 - Diapositive

REFRESH YOUR MEMORY
Welke werkwoordstijd is:
"She was playing the piano"
A
tegenwoordige tijd
B
duurvorm tegenwoordige tijd
C
verleden tijd
D
duurvorm verleden tijd

Slide 4 - Quiz

Maak van deze zin de duurvorm van de verleden tijd (past continuous):
She walks

Slide 5 - Question ouverte

Maak van deze zin de onvoltooid verleden tijd (past continuous):
She plays

Slide 6 - Question ouverte

Dus......hoe maak je nu de duurvorm van de verleden tijd?

Slide 7 - Question ouverte

Verschil tussen de duurvorm van de verleden tijd en   verleden tijd 


Tip: 
De meeeste woorden eindigen In de verleden tijd  op -ed  
(b.v.  walk=> walked stop=>stopped ) en 
soms verandering van vorm of klank 
(drink=>drank / ring-rang of drive=>drove)


Slide 8 - Diapositive

REFRESH YOUR MEMORY
Welke werkwoordstijd is:
"She played the piano"
A
tegenwoordige tijd
B
duurvorm tegenwoordige tijd
C
verleden tijd
D
duurvorm verleden tijd

Slide 9 - Quiz

En......hoe maak je nu de verleden tijd?

Slide 10 - Question ouverte

Grammar 10
Toekomst (Future)
(p.55)

Slide 11 - Diapositive

Aanbieden en belofte

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Sharon won a quiz and a ticket to Spain and now she ........(to fly) to Spain.
A
will
B
is going to

Slide 15 - Quiz

I think that it .................. rain.
A
is going to
B
will

Slide 16 - Quiz

I ......... be at your wedding next year.
A
am going to
B
will

Slide 17 - Quiz

I saw the weather forecast that it ...................... rain this afternoon!
A
is going to
B
will

Slide 18 - Quiz

You must be hungry.
I ... you a sandwich.
A
am going to make
B
will make

Slide 19 - Quiz

FINISHED!

And now?

Slide 20 - Diapositive

Homework voor vrijdag 15 mei
Theme 4
Maken: Opdracht 1 tot en met 27 werkboek A (p. 84 t/m p. 99)
Leren/herhalen: Stones 8 en 9 (p. 50 en p.54)
                                   Grammar 9 en 10 (p.51 en p.55)
               Vocab A t/m I en Proverbs and Sayings (p.57 en p. 58)
Theme 5
Maken: opdracht 1 t/m 6 (werkboek B, p. 6-p.8)

Slide 21 - Diapositive