Kennismaking met Geschiedenis (3 VWO)



Geschiedenis
Introductie
VWO 3
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon



Geschiedenis
Introductie
VWO 3

Slide 1 - Diapositive

Wat heb je dit jaar nodig?
 
-  Leesboek
- Aantekeningenschrift

SomToday:
- Huiswerk

Contact:
HBG@maerlant-lyceum.nl
Microsoft Teams

Slide 2 - Diapositive

De tien tijdvakken

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Toetsen 2024/2025
Proefwerk WOI > Toetsweek 1

Proefwerk Interbellum: Rusland en VS > Toetsweek 2

Proefwerk Interbellum: Duitsland en WOII > Toetsweek 3

PO 'Dekolonisatie' > Toetsweek 4

Proefwerk 'Koude Oorlog' > Toetsweek 5

Slide 6 - Diapositive

'Geschiedenis is niet belangrijk, het is allemaal toch al gebeurd'
A
Hier ben ik het mee eens
B
Hier ben ik het niet mee eens

Slide 7 - Quiz

Wat is geschiedenis volgens jou?

Slide 8 - Question ouverte




Tien Tijdvakken Quiz

Slide 9 - Diapositive

Wie had de meeste macht in het oude Egypte?
A
Koning
B
Farao
C
Keizer
D
Volk

Slide 10 - Quiz

Welk begrip hoort bij het plaatje op de achtergrond?
A
Veeteelt
B
Tuinbouw
C
Irrigatielandbouw
D
Landbouw

Slide 11 - Quiz

Wat betekent democratie?
A
Een koning regeert
B
Het volk regeert
C
Een tiran regeert
D
Een kleine groep rijken regeert

Slide 12 - Quiz

Tegen wie vochten de Spartanen in de slag bij Thermopylae
A
De Grieken
B
De Perzen
C
De Turken
D
De Romeinen

Slide 13 - Quiz

Welke Romeinse keizer sprak de woorden: et tu, Brute?
A
Augustus
B
Julius Caesar
C
Nero
D
Constantijn

Slide 14 - Quiz

Wat zijn Limes?

A
Citrusvruchten
B
Griekse forten
C
Versterkte Romeinse grenzen
D
Germaanse dorpen

Slide 15 - Quiz


         In welke eeuw was    
          deze gebeurtenis?    
Val van het West-Romeinse Rijk   
A
4e eeuw voor Christus
B
5e eeuw voor Christus
C
4e eeuw
D
5e eeuw

Slide 16 - Quiz

Hoe heet het stelsel dat Karel de Grote gebruikte in de Middeleeuwen?
A
Leenstelsel
B
Zonnestelsel
C
Belastingstelsel
D
Hofstelsel

Slide 17 - Quiz


In welke eeuw was
deze persoon?
Dzjengis Khan
A
13e eeuw
B
14e eeuw
C
15e eeuw
D
16e eeuw

Slide 18 - Quiz

Wat is de 'Zwarte Dood'?
A
Een bijnaam van de pest
B
Een bijnaam van de tyfus
C
Een bijnaam van de Spaanse Griep
D
Een bijnaam van Covid-19

Slide 19 - Quiz

Hoeveel mensen zijn ongeveer gestorven aan de pest?
A
10 miljoen
B
5 miljoen
C
40 miljoen
D
75 miljoen

Slide 20 - Quiz

Wie schreef de 95 stellingen als kritiek op de katholieke kerk?
A
Johannes Calvijn
B
Maarten Luther
C
Martin Luther King
D
Jezus van Nazareth

Slide 21 - Quiz

Welk werelddeel ontdekte Columbus?
A
Afrika
B
Europa
C
Amerika
D
Azië

Slide 22 - Quiz

Hoe lang duurde de Nederlandse Opstand?
A
80 jaar
B
45 jaar
C
75 jaar
D
5 jaar

Slide 23 - Quiz

Wanneer werd de VOC opgericht?
A
1622
B
1780
C
1602
D
1595

Slide 24 - Quiz

De meeste slaven moesten werken in:
A
Afrika
B
Europa
C
Oost-Indie
D
Amerika

Slide 25 - Quiz


In welke eeuw
leefde deze persoon?
Rembrandt van Rijn
A
14e eeuw
B
15e eeuw
C
16e eeuw
D
17e eeuw

Slide 26 - Quiz

Welke koning stond bekend als 'de zonnekoning'
A
Lodewijk XIV
B
Lodewijk XVI
C
Karel II
D
Lodewijk XIII

Slide 27 - Quiz

Waar woonde koning Lodewijk XVI van Frankrijk?
A
Marseille
B
Lille
C
Versailles
D
Parijs

Slide 28 - Quiz

Wie is de man op de achtergrond ?
A
Frederik-Willem III
B
Alexander I
C
Robespierre
D
Napoleon

Slide 29 - Quiz

Wat is industrialisatie?
A
Het verdwijnen van landbouw en het ontstaan van steden.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.

Slide 30 - Quiz


In welke eeuw was
deze gebeurtenis?
Zinken van de Titanic
A
17e eeuw
B
18e eeuw
C
19e eeuw
D
20e eeuw

Slide 31 - Quiz

De Eerste Wereldoorlog duurde van...
A
1914 - 1918
B
1914 - 1917
C
1939 - 1945
D
1940 - 1945

Slide 32 - Quiz

Wie is de man op de achtergrond?
A
Winston Churchill
B
Benito Mussolini
C
Adolf Hitler
D
Josef Stalin

Slide 33 - Quiz

Wat betekent de Koude Oorlog?
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel gevochten wordt
C
Een oorlog waarin eigenlijk niet gevochten wordt
D
Een oorlog in de winter.

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Vidéo