Bi-4M-Examentraining Afweer en bescherming

9.1 Je huid
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

9.1 Je huid

Slide 1 - Diapositive

Examentraining
Afweer en bescherming

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Lederhuid
In deze laag zitten :
  • de haarvaten
  • de talgklieren 
  • de zenuwen
  • de zintuigcellen
    (Warmte- , koude-, druk- , pijn-zintuigcellen

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Pigment in kiemlaag bepaalt huidskleur

Slide 7 - Diapositive

Infecties bestrijden

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Wat doen witte bloedcellen?
Soorten witte bloedcellen






    Vreetcellen                                      Antistofcellen     >    Geheugencellen
                                                                  Sommige blijven over na infectie

Slide 10 - Diapositive

9.3 Ziekten bestrijden

Slide 11 - Diapositive

Natuurlijke actieve immuniteit
Jij bent ziek geweest:
Je witte bloedcellen hebben
 actief antistoffen 
aangemaakt tegen 
de antigenen van ziekte.
Ontstaan geheugencellen
Actieve immunisatie 

Slide 12 - Diapositive

Natuurlijke actieve immuniteit
Immuun = witte bloedcellen onthouden de antistof 

Slide 13 - Diapositive

Kunstmatige actieve immuniteit
Je wordt ingeënt met een vaccin
Vaccin zijn dode ziekteverwekkers
Je wordt dan niet ziek, 
 je witte bloedcellen maken actief 
antistoffen tegen de antigenen.
Geheugencellen
actieve immunisatie

Slide 14 - Diapositive

Kunstmatige passieve immuniteit

door een giftig of hondsdol dier/slang

Dan krijg je een
SERUM = met antistoffen
Je witte bloedcellen maken zelf geen antistoffen(passief)
Passieve immunisatie 

Slide 15 - Diapositive

Natuurlijke passieve immuniteit
Baby krijgt via moedermelk de antistoffen 

Je witte bloedcellen maken 
zelf geen antistoffen (passief)
Passieve immunisatie

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Antibiotica tegen ziekteverwekkers?
Antibiotica bestrijdt bacteriën door de celwanden kapot te maken.
Bacteriën kunnen resistent worden --> dan werkt de antibiotica niet meer.

Dit werkt niet voor virussen 
want die hebben geen celwand.




Slide 18 - Diapositive

Allergisch of hooikoorts
Je lichaam reageert extreem gevoelig op stoffen waar gezonde mensen niet op reageren--> afweerreactie


Slide 19 - Diapositive

Wat is een auto-immuunziekte?
Je eigen witte bloedcellen herkennen lichaamseigen cellen niet meer.

Je maakt antistoffen aan tegen eigen antigenen van je cellen en ruimt ze op.

voorbeeld: diabetes 1 en reuma

Slide 20 - Diapositive

Aan het werk
Oefenen:
boekje Samengevat H11 Bescherming en antistoffen
eindexamensite.nl
Onderwerpen:
Antigenen en antistoffen

Slide 21 - Diapositive

Bloed- en orgaandonatie
Bloedtransfusies

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Overzicht van de bloedgroepen?
Bloedgroep
antigenen
antistoffen
A
A
anti-B
B
B
anti-A
AB
AB
-
O
-
anti-A en anti-B

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Bloedtransfusie

Slide 26 - Diapositive

Hoe bepaal je je bloedgroep?
klontering na toevoegen antistof A , dan is er een antigen A aanwezig, dus bloedgroep A (of AB)
klontering na toevoegen antistof B , dan is er een antigen B aanwezig, dus bloedgroep B (of AB)

Slide 27 - Diapositive

Bloed-
donor zijn:

Slide 28 - Diapositive

bloed
antigeen
antistof
Rh+
resus
-
Rh-
-
anti-resus
De resusfactor:
De antistoffen tegen de resusfactor gaan we pas aanmaken na een eerste besmetting!

Slide 29 - Diapositive

Wie kan bloed geven aan wie
                     (donor)      (ontvanger)

Slide 30 - Diapositive

Resusfactor bij zwangerschap
resuskindje!

Slide 31 - Diapositive

Andere orgaandonaties
De  antigenen van de donor op een donororgaan worden door de afweercellen van de ontvanger herkend als lichaamsvreemd.
-->
Afweerreactie en daardoor orgaanafstoting

Slide 32 - Diapositive

Orgaanafstoting
Orgaanafstoting wordt veroorzaakt door antigenen van de donor.

De ontvanger van het orgaan, herkent de antigenen als lichaamsvreemd. Daarna begint de afstotingsreactie (antistoffen maken).

Medicijnen kunnen de afstotingsreactie tegengaan, waardoor het donororgaan blijft leven. 

Slide 33 - Diapositive

Welke bloedgroep(en) heeft/hebben de antigenen B
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 34 - Quiz

Aan welke bloedgroep kan O geven
A
A
B
B
C
AB
D
Alle bloedgroepen

Slide 35 - Quiz

Iemand heeft bloedgroep AB.
Deze persoon kan donor zijn voor mensen met de bloedgroepen...
A
A
B
B
C
AB
D
0

Slide 36 - Quiz

welke bloedgroep kan van iedereen bloed ontvangen?
A
A
B
B
C
AB
D
O

Slide 37 - Quiz

Karel heeft een bloedtransfusie nodig.
Hij heeft bloedgroep A. Van welke bloedgroepen kan hij bloed ontvangen?
A
Alleen A
B
A & 0
C
Alleen 0
D
Alleen B

Slide 38 - Quiz

Iemand heeft bloed groep AB. Van welke bloedgroepen kan deze persoon bloed ontvangen bij een bloedtransfusie (we kijken nu even niet naar de resusfactor).
A
Alleen van bloedgroep AB.
B
Alleen van bloedgroep B of O.
C
Alleen van de bloedgroeppen AB of B.
D
Of bloed van de bloedgroepen B, AB, A of O.

Slide 39 - Quiz

Bij welke bloedgroepen van de moeder moet je ingrijpen wanneer deze persoon zwanger wordt
A
A positief
B
B positief
C
A negatief
D
B negatief

Slide 40 - Quiz

9.5 

Slide 41 - Diapositive

Hoe krijg je een SOA?
  • Onbeschermde seks 
  • Door slijmvliezen of bloed
  • besmette naalden
    SOA voorkom je door 
  •                        gebruik condoom

Slide 42 - Diapositive

Wat veroorzaakt een SOA?
  • virus                   (herpes genitalis of aids )
  • bacterie           (chlamydia of syfilis)
  • schimmel        (candida)

Slide 43 - Diapositive

Aan het werk
Oefenen:
boekje Samengevat H11 Bescherming en antistoffen
eindexamensite.nl
Onderwerpen:
Antigenen en antistoffen
Bloed
Immunisatie, vaccinatie en antibiotica

Slide 44 - Diapositive