Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Rekenen
Klas 1hvsb
Schooljaar 2020-2021
Opleiding Verkoopspecialist
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Inhoud les
H5 - Verhoudingen
Voorkennis toetsen
Huiswerk
Slide 3 - Diapositive
Wat is de kleinste verhouding van 6 : 21
Slide 4 - Question ouverte
Uitleg vraag 1
Wat is de kleinste verhouding van 6 : 21 ?
Antwoord:
Beide getallen zijn deelbaar door 3 dus
2 : 7
Slide 5 - Diapositive
Je gaat Jelly Belly snoepjes kopen. Je betaalt € 6,95 voor 250 g. Vraag: hoeveel betaal je voor 400 g Jelly Belly's?
Slide 6 - Question ouverte
Uitleg vraag 2
Berekening: € 6,95 : 250 x 400 = € 11,12
gram
250 g
1 g
400 g
€
6,95
11,12
Slide 7 - Diapositive
Een doosje met 10 eieren kost € 1,70. Een doosje met 6 eieren kost € 1,20. Hoeveel eurocent is een ei per stuk voordeliger als je een doosje met 10 stuks koopt?
Slide 8 - Question ouverte
Uitleg vraag 3
Doosje 10 stuks: 1 ei kost € 1,70 : 10 = € 0,17
Doosje 6 stuks: 1 ei kost € 1,20 : 6 = € 0,20
Dus 3 cent goedkoper
Slide 9 - Diapositive
Op een plaatje is een auto getekend met een schaal van 1 : 20. De auto op de tekening is 18 cm lang. Hoeveel meter is de auto in werkelijkheid?
Slide 10 - Question ouverte
Uitleg vraag 4
Schaal is 1 : 20 Dat betekent dat de auto in werkelijkheid 20 keer zo groot is.
Antwoord: 20 x 18 = 360 cm = 3,6 m
tekening
1 cm
18 cm
werkelijkheid
20 cm
?
Slide 11 - Diapositive
Je gaat limonade maken met water en siroop. De verhouding water en siroop is 4 : 1 . Je maakt 25 liter limonade. Hoeveel liter water heb je dan nodig?
Slide 12 - Question ouverte
Uitleg vraag 5
Als je 4 liter water met 1 liter siroop gaat mengen dan krijg je 5 liter limonade.
Je gaat 25 liter limonade maken dus dat is 5 keer zoveel.