H6 P4

Maximale schermtijd per dag?
1 / 14
suivant
Slide 1: Carte mentale
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Maximale schermtijd per dag?

Slide 1 - Carte mentale

Slide 2 - Vidéo

Eens of oneens
A
Eens
B
Oneens

Slide 3 - Quiz

Mensen die bij de beroepsbevolking horen hebben een betaalde baan of zijn op zoek naar een betaalde baan.  Deze mensen bieden hun arbeid aan. De beroepsbevolking is dus het aanbod van arbeid.
Arbeidsmarkt is het totaal van vraag en aanbod naar arbeid. 

Als de vraag naar arbeid groot is en het aanbod klein: er is een krappe arbeidsmarkt en weinig werkloosheid. 

Als de vraag naar arbeid klein is en het aanbod groot: er is een ruime arbeidsmarkt en veel werkloosheid.  
Bedrijven & overheid zijn op zoek naar personeel. Zij vragen arbeid.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Heb jij een (vakantie) baan? Zo ja, waar?

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Vidéo

Vraagoverschot
Tekort aan personeel:
vraag > aanbod  
Er zijn meer banen dan mensen die willen werken.
= krappe arbeidsmarkt
Aanbodoverschot
Werkloosheid:
aanbod > vraag
Er zijn niet genoeg banen voor iedereen. Lonen stijgen nauwelijks.
= ruime arbeidsmarkt

Slide 8 - Diapositive

Oorzaken krappe arbeidsmarkt
Vergrijzing: een groot gedeelte van de bevolking wordt 67 of is dat geworden. Zij verdwijnen uit het arbeidsaanbod. 

Mechanisatie: machines vervangen personeel --> Banen verdwijnen
Corona: Veel mensen zijn van baan veranderd en gaan niet terug

Slide 9 - Diapositive

Structurele werkloosheid
Banen zijn er niet. Zelfscan bij Jumbo/Appie --> Baan van een caissière verdwijnt = structureel. 
Seizoenwerkloosheid. --> Geen baantjes bij ijssalon Ekkelenkamp in de winter
Frictiewerkloosheid --> Je studeert af en hebt niet direct werk. Je neemt ontslag en zoekt een nieuwe baan

Slide 10 - Diapositive

Conjuncturele werkloosheid
Mensen kopen minder door lager inkomen --> productie daalt --> Werkloosheid stijgt. 

Hangt dus af van de vraag naar producten (Conjunctuur = vraag)

Slide 11 - Diapositive

Paragraaf 4, vraag 11 t/m 18 af

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo