week 5 les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Lezen 

Wat gaan we doen?

- Tips zakelijke e-mail 

- startopdracht

- uitleg voltooid deelwoord

- zelfstandig werken (we kijken het meteen na)

- afsluiter (iedereen doet mee en is rustig)

Tips zakelijke e-mail 

- Na de aanhef laat je een regel wit.  Beste meneer,

- Tussen de inleiding, middenstuk en slot laat je ook een regel wit. 

- Na de afsluiting volgt een komma en daaronder je naam.

Met vriendelijk groet, 

Laura Vander 

- Let op leestekens en hoofdletters.

Maak de staropdracht  bladzijde 116 

Antwoorden staropdracht 

1. gemaakt

2. geraakt

3. gepraat 

4. gesmaakt

5. gekraakt

6. gestaakt

Oplossing: gepakt

Uitleg voltooid deelwoord

Het voltooid deelwoord (vd) is een van de vormen van het werkwoord. Als een voltooid deelwoord in de zin zit, dan staat er altijd een vorm van hebben, zijn of worden. 

Zo schrijf je het voltooid deelwoord

* Een voltooid deelwoord begint van met ge- :

- Erol is naar huis gegaan. Ik heb de afspraak genoteerd.

*  Soms eindigt het voltooid deelwoord op -n of -en: 

- Wat heb je gedaan?  Hij heeft een broodje gegeten. Ik ben gevallen.

* Andere voltooid deelwoorden eindigen op -d of -t.  Gebruik de verlengproef om de laatste letter te vinden: gehaalde, dus je schrijft gehaald.

Aan de slag! 

- Maak opdracht 1 t/m 6. 

Schrijf bij opdracht 5 de hele zin op!

- Klaar? Een puzzel maken of verder online werken aan: De brug meestromen. Niks doen is geen optie!

Nakijken opdracht 1 

hele werkwoord	ik heb/ ik ben + vd
balen	ik heb gebaald
borstelen	ik heb geborsteld
groeien	ik ben gegroeid
koken	ik heb gekookt
melden	ik heb gemeld
rennen	ik heb gerend

Nakijken opdracht 1 

hele werkwoord	ik heb/ ik ben + vd
typen	ik heb getypt
vragen	ik heb gevraagd
werken	ik heb gewerkt
zoenen	ik heb gezoend

Nakijken opdracht 2

1. afgemeld

2. opgeklopt

3. afgevallen

4. ingepakt

5. teruggestuurd

Nakijken opdracht 3

1. hebben - genomen

2. zijn - gereden

3. heeft-  gekocht

4. heb - gedraaid

5. heeft - gekoeld

Nakijken opdracht 4

1. uitgelegd

2. vindt

3. brand

4. gevallen

5. wordt

Nakijken opdracht 5

1. James heeft het eindsignaal niet gehoord. 

2. Heb jij het kampvuur met cola geblust?

3. Jens heeft van alle toetjes een beetje geproefd.

4. Manon heeft totaal doorweekt de school bereikt. 

5. Jan - Bart is van zijn hoge telefoonrekening geschrokken. 

Nakijken opdracht 6

1. vrachtwagenchauffeur - techniek

2. gevecht - agressief

3. spiegel - lichaam - onzichtbaar

4. etalage - prachtig 

5. vegetarisch - gerecht 

6. zachtgekookt - champignons

Afsluiter 

- Iedereen doet mee en is rustig tijdens de afsluiter.