werkwoorden

werkwoorden
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

werkwoorden

Slide 1 - Diapositive

Als de ... van huis is, dansen de muizen op tafel.
A
hond
B
muis
C
kip
D
kat

Slide 2 - Quiz

De appel valt niet ver van de .... .
A
straat
B
ouders
C
boom
D
peer

Slide 3 - Quiz

close
A
dichtdoen
B
openen
C
geloven
D
sluiten

Slide 4 - Quiz

geloven
A
retrieve
B
sneeze
C
grieve
D
believe

Slide 5 - Quiz

go
A
gaan
B
doen
C
eten
D
geloven

Slide 6 - Quiz

Als er geen rijst meer is, moet je nieuwe
A
eten
B
fietsen
C
beloven
D
halen

Slide 7 - Quiz

De maan ....... om de aarde.
A
loopt
B
draait
C
vliegt
D
danst

Slide 8 - Quiz

Ik heet John en mijn zus .... Lavisa.
A
wordt
B
is
C
heet
D
slaapt

Slide 9 - Quiz

give
A
geloven
B
geven
C
heten
D
eten

Slide 10 - Quiz

What does this spreekwoord mean?
Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten.

Slide 11 - Question ouverte

Wat betekent het spreekwoord
' Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten'.

Slide 12 - Question ouverte