H3.4 Stambomen

Erfelijkheid
3.4 Stambomen
3.5 Variatie in genotypen
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Erfelijkheid
3.4 Stambomen
3.5 Variatie in genotypen

Slide 1 - Diapositive

Combineer het juiste genotype met de juiste omschrijving
Homozygoot dominant
Intermediair fenotype
Homozygoot recessief
Heterozygoot
Aa
aa
AA
ArAw

Slide 2 - Question de remorquage

Er zijn lang-snavelige en kort-snavelige ara's.
Er vindt een kruising plaats. 
De F1 nakomelingen bestaan voor 50 % uit heterozygoten
Drie ara's zijn lang-snavelige en één ara is een kort-snavelige ara.
Wat waren de genotypen van de ouders (Parentes)?
uitleg

      A  a
A AA Aa 
a Aa  aa 
Hoofdletter A (lang-snavelig : Aa en AA: 3 ara's) 50% Aa 
kort-snavelig: aa (1 keer aanwezig)
Aa x Aa
Aa x aa
aa x aa
AA x aa
AA x Aa

Slide 3 - Question de remorquage

Manx-katten:
mm: staart
Mm: staartloos
MM: niet geboren
Hoe groot is bij de levend geboren katten in deze kruising de kans op het hebben van een staart?
A
25%
B
33%
C
50%
D
66%

Slide 4 - Quiz

Hiernaast zie je een voorbeeld van een intermediaire kruising.
A
juist
B
onjuist
C
niet te zeggen

Slide 5 - Quiz

Stamboom
Schema waaruit je kunt afleiden welke genotypen individuen hebben, welke genen recessief en dominant zijn
Vrouw als rondje
Man als vierkantje

Slide 6 - Diapositive

In een stamboom staat een vierkantje voor:
A
De man
B
De vrouw
C
De kinderen

Slide 7 - Quiz

In de afbeelding is een stamboom de overerving van albinisme bij een gezin weergegeven. De ouders uit dit gezin krijgen krijgen een vierde kind. Hoe groot is de kans dat dit kind pigment heeft?
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 8 - Quiz

Wat is de kruising tussen Monique en Kees?
A
AA x Aa
B
Aa x Aa
C
AA x aa

Slide 9 - Quiz

Zie deze stamboom, kan je afleiden welke eigenschap dominant is?
A
Ja, zwart want die komt het vaakst voor.
B
Ja, wit
C
Nee, niet af te leiden
D
Ja, want 3 heeft een ander fenotype

Slide 10 - Quiz


Twee witte Leghorns worden met elkaar gekruist.
De stamboom geeft de resultaten van deze kruising weer.
Wat is het genotype van de ouders?
A
Beide hebben genotype AA
B
Beide hebben genotype aa
C
Beide hebben genotype Aa
D
Eén van beide heeft genotype AA, de ander Aa.

Slide 11 - Quiz

Hoeveel generaties zijn afgebeeld in deze stamboom?
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 12 - Quiz

In de familie De Bruin komt een ziekte voor. Uit onderzoek blijkt dat de ziekte erfelijk is. In de afbeelding zie je de stamboom van de familie De Bruin.

Wat is het genotype van familielid nummer 3?
A
AA
B
Aa
C
aa
D
kun je niet zeggen

Slide 13 - Quiz