Hoofdstuk 2 lezen

Welkom DH3!
Deze les:
Dilemma op dinsdag
Lezen
Quiz
Terugblik
Start hoofdstuk 2
Aan de slag


1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom DH3!
Deze les:
Dilemma op dinsdag
Lezen
Quiz
Terugblik
Start hoofdstuk 2
Aan de slag


Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Lezen
Ga 10 minuten voor jezelf in stilte lezen.

timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Quiz
Tekstverbanden en signaalwoorden


Slide 4 - Diapositive

chronologisch verband
concluderend verband
doel-middel verband
oorzakelijk verband
opsommend verband
eerst, vervolgens, daarna, vroeger, nu
dus, kortom, concluderend, al met al
zodat, om te, door middel van, met behulp van
daardoor, als gevolg van, dankzij, doordat, dat komt door
ten eerste, ten tweede,  bovendien, verder, ook, ten slotte 

Slide 5 - Question de remorquage

Waar vind je deze theorie?
De brug lezen (blz. 254) en op Classroom. 

Tip: maak de opdrachten als je dit lastig vindt en stel 
vragen. 



Slide 6 - Diapositive

Leerdoelen
Ik kan verschillende vaste tekststructuren herkennen. 

Ik kan de tekst opdelen in betekenisvolle eenheden en de functie van deze eenheden benoemen.

Slide 7 - Diapositive

Terugblik
3 vaste tekststructuren 

Welke structuur?
Wat staat er in de inleiding, het middenstuk en slot?

Slide 8 - Diapositive

Nieuwe vaste tekststructuren (2)
Argumentatiestructuur: standpunt - (tegen)argumenten (+ weerlegging) - herhaling 

Aspectenstructuur: onderwerp - diverse aspecten - evt. samenvatting

Voor- en nadelenstructuur: vraag/standpunt - voor- en nadelen - afweging en conclusie

Vraag-antwoordstructuur: vraag - antwoord(en) - samenvatting/conclusie

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag: gezamenlijk/zelfstandig
Maak opdracht 1 op blz. 45.

Zorg dat deze af is vóór de les morgen.

Slide 10 - Diapositive

Welkom DH3!
Deze les:
Lezen
Gedicht van de week
Quiz
Terugblik opdracht 1
Aan de slag

Slide 11 - Diapositive

Lezen
Ga 10 minuten voor jezelf in stilte lezen.

timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

1. Waar gaat dit gedicht volgens jou over?
2. Schrijver Levi Weemoedt staat bekend om zijn ironische toon. Wat is ironie, denk je, kijkend naar dit gedicht?

Slide 13 - Diapositive

Quiz
Tekstverbanden en signaalwoorden


Slide 14 - Diapositive

redengevend verband
samenvattend verband
toelichtend verband
vergelijkend verband
omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is, dankzij
kortom, samengevat, met andere woorden, al met al
bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan, neem nou
in vergelijking met, (net) als, evenals, zoals ... 

Slide 15 - Question de remorquage

Waar vind je deze theorie?
De brug lezen (blz. 254) en op Classroom. 

Tip: maak de opdrachten als je dit lastig vindt en stel 
vragen. 



Slide 16 - Diapositive

Terugblik
Welke 4 nieuwe vaste tekststructuren?

Bespreken opdracht 1

Slide 17 - Diapositive

Opdracht
Ga naar Classroom: opdracht vaste tekststructuren

Wat ga je doen?
Er zijn 7 teksten en elke tekst heeft een eigen vaste tekststructuur. Dus: geen dubbele tekststructuren. 


Tip: kijk in hoofdstuk 1 en 2 lezen blz. 12 en 44-45


timer
10:00

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Welkom DH3!
Deze les:
Lezen
Terugblik
Opdracht
Bla bla bla met schaap

Slide 20 - Diapositive

Lezen
Ga 10 minuten voor jezelf in stilte lezen.

timer
10:00

Slide 21 - Diapositive

Terugblik opdracht
Ga naar Classroom: opdracht vaste tekststructuren

Wat ga je doen?
Er zijn 7 teksten en elke tekst heeft een eigen vaste tekststructuur. Dus: geen dubbele tekststructuren. 


Tip: kijk in hoofdstuk 1 en 2 lezen blz. 12 en 44-45


timer
10:00

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Lien

Opdracht tekstverbanden
Vul het juiste signaalwoord in op het vraagteken en benoem het 
bijbehorende tekstverband. 


1 In de zomervakantie had ik een bijzonder aardig baantje, [?] daar heb ik nu geen tijd meer voor.
2 Ik moet straks [?] naar de kapper, [?] moet ik ook nog een boodschap doen [?] kom ik nog bij je langs.
3 Voor roeien heb je sterke arm- en beenspieren nodig; [?] doe ik veel aan krachttraining.
4 [?] het morgen regent, gaat de geplande sportdag niet door.
5 [?] de hevige sneeuwval moesten de skipistes enkele dagen worden gesloten.
6 Wij oefenden veel op www.stoopned.net [?] hoge cijfers te kunnen halen.
timer
5:00

Slide 24 - Diapositive

Keuze-opdracht
Hoofdstuk 2 lezen maak:

Opdracht 2 blz. 46

OF 

Opdracht 4 blz. 47

Slide 25 - Diapositive

Blablabla met schaap
Kijkopdracht
- Om welke taal gaat het? Wat zijn typische kenmerken? 
- Zou jij als niet lokale inwoner haar geloven? Of valt ze door de mand?

Slide 26 - Diapositive