donderdag 16 september

Hallo groep 5B

donderdag 16 september
Goedemorgen 
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hallo groep 5B

donderdag 16 september
Goedemorgen 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

rekenen: les 13 ( de tafels)

spelling: les 2: verkleinwoord

taal: Oefenen met woorden van het ziekenhuis

schrijven: blz 5  Wat kost het ?
en lezen in ons leesboek
Wat gaan we doen vandaag ? 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Rekenen:
We oefenen met de tafels 
van 1 t/m 10.

 

Slide 10 - Diapositive

rekenen
tafels 

Slide 11 - Diapositive

 Kies uit deze cijfers tussen de 1 en de 30 .
in elk hokje komt één getal. Je mag de getallen ook maar één keer gebruiken.
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10
11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30

Slide 12 - Diapositive

Pak blz 41 van je rekenwerkboek

Slide 13 - Diapositive

Klaar ?
Ga verder met het blad tafelvierkanten uit je klaartaak boekje

Slide 14 - Diapositive

Nakijken van blz 41 van rekenen.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Eet en drink smakelijk

Slide 17 - Diapositive

woorden over het ziekenhuis

Slide 18 - Diapositive

De volgende woorden heb je nu nodig:
de apparatuur
de spreekkamer
aansteken
besmettelijk
de wachtruimte
de uitslag
de hygiëne
onder narcose
de eenpersoonskamer
de dagbehandeling

Slide 19 - Diapositive

Wat is een ander woord voor onder narcose?
A
besmettelijk
B
wakker
C
verdoofd
D
uitgeslapen

Slide 20 - Quiz

Wat is een breuk?
A
De plek waar iets gebroken is
B
Een ander woord voor scheur
C
De plek waar ingebroken is
D
Als een inbreker gepakt wordt

Slide 21 - Quiz

Wat is een ander woord voor de uitslag?
A
het einde
B
het resultaat
C
de beterschap
D
de envelop

Slide 22 - Quiz

Maak de zin af.
Wie op hygiëne let, zorgt ervoor...
A
dat alles netjes en schoon is
B
dat de dokter zijn werk kan doen
C
dat hij 's morgens genoeg eet
D
dat zijn kamer opgeruimd is

Slide 23 - Quiz

Wat past het beste bij het woord de chirurg?
A
verplegen
B
het bezoekuur
C
de operatiekamer
D
de receptie

Slide 24 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
de operatiekamer
B
de chirurg
C
onder narcose
D
aansteken

Slide 25 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
de kinderafdeling
B
de operatiekamer
C
de spreekkamer
D
de receptie

Slide 26 - Quiz

Ik ben iemand die werkt in het ziekenhuis.

Ik mag alleen met ja of nee antwoorden.

probeer er achter te komen wie ik ben.

Slide 27 - Diapositive

Spelling
Verkleinwoord
bladzijde 13

Slide 28 - Diapositive

Taal: oefenen woordenschat het ziekenhuis op basispoort. 

Maak de woordzoeker met de ziekenhuiswoorden uit het boekje werkbladen bij de weekplanning
Spelling: werkboek blz 13, verkleinwoord.
Tot 12.15 uur aan het werk
klaar ? klaartaakboekje of ga lezen. Om 13.00 uur weer terug !

Slide 29 - Diapositive

Dieren ABC

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo