Les 1

• KT1 theorie
• MBO
• Studiejaar 1

Kerntaak 1 theorie

Periode 2

Leerjaar 1

Lesindeling 

1. Welkom + Osiris 
2. Vragen voor toets? 
3. Oefentoets
4. Afsluiting
   

Oefentoets

Afhankelijk van de tijd bekijken welke vragen je inzet.

Wat is de Latijnse benaming voor galblaasontsteking?

1. Appendicitis
2. Cholecystitis
3. Coeliakie
4. Gastritis

Wat is de Latijnse benaming voor maagslijmvlies ontsteking?

1. Appendicitis
2. Ziekte van Crohn
3. Helicobacter pylori
4. Gastritis

Wat is de Latijnse benaming voor blindedarm ontsteking?

1. Appendicitis
2. Diverticulitis
3. Dyspepsie
4. Sikkelcelanemie

Welke risicofactoren ken je voor de aandoening cholelithiasis?

1. Overgewicht, mannelijk geslacht
2. Ondergewicht, mannelijk geslacht
3. Overgewicht, vrouwelijk geslacht
4. Ondergewicht, mannelijk geslacht

Pancreatitis is een

1. Ontsteking van de lever
2. Ontsteking van de alvleesklier
3. Ontsteking van de dunne darm
4. Ontsteking van de maag

Hoe stel je de diagnose pancreatitis?

1. faeces onderzoek
2. bloedonderzoek
3. urine onderzoek
4. röntgenfoto

wat is de belangrijkste oorzaak van chronische pancreatitis

1. bacteriële infectie
2. virus infectie
3. chronische hepatitis
4. alcoholmisbruik

In de slokdarm wordt de volgende voedingsstof verteerd

1. Koolhydraten
2. Vetten
3. Eiwitten
4. Geen

Als bij een patiënt de maag is verwijderd in verband met een tumor heeft hij een probleem met

1. Vertering van vetten
2. Vernietigen van ziektekiemen in voedsel
3. Slikken
4. Aanmaken van gal

Welke route legt het voedsel af tijdens de spijsvertering?

1 = Mondholte

2 = 

3 = 

4 = 

5 = 

6 = 

7 = 

8 = 

9 = Anus

Keelholte

Dikke darm

Slokdarm

twaalfvingerige darm

Endeldarm

Maag

Lever

Dunne darm

Nieren

Wat is metabolisme?

1. Zuurgraad
2. Enzymen
3. Osmose
4. Stofwisseling

De alvleesklier produceert verteringsenzymen. In deze rol is de alvleesklier een

1. endocriene klier
2. exocriene klier

contra indicatie betekent dat je het medicijn

1. wel mag hebben
2. niet mag hebben

B

Contra indicatie voorbeeld:

een reden (of omstandigheid) om een bepaalde behandeling of geneesmiddel niet toe te passen. 

Bijvoorbeeld: Iemand heeft een longontsteking waarvoor een bepaald antibioticum geïndiceerd is. De patiënt is echter allergisch voor dat middel. 

Pancreatitis is een

1. Ontsteking van de lever
2. Ontsteking van de alvleesklier
3. Ontsteking van de dunne darm
4. Ontsteking van de maag

Sleep de goede woorden naar het goede deel van het spijsverteringskanaal. 

maag

dikke darm

mond

slokdarm

dunne darm

Wat is de belangrijkste functie van darmvlokken?

1. resorptie van voedingsstoffen
2. afbraak van voedingsstoffen
3. excretie(uitscheiden) van voedingsstoffen
4. stapeling van voedingsstoffen

Uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?

1. bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
2. bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
3. bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
4. bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes

C

Deze en de volgende vraag gebruiken om voorkennis te activeren.

Welke producten kan iemand die glutenvrij eet niet eten?

1. Boterham & soepstengel
2. Vla & yoghurt
3. Roggebrood & sandwich van tarwebrood
4. Kip tandori met rijst, gebakken aardappelen

Welke medicatie vermindert de zuurgraad van het maagzuur door door hiermee te binden?

1. secretieremmers
2. Helicobacter Pylori
3. antibiotica
4. antacida

Parenteraal

Enteraal

Via het maagdarmkanaal

Buiten het maagdarmkanaal om

Injectie

Tablet

Enteraal: 

passeert maag/darm stelsel

Parenteraal:

Buiten maag/darm stelsel om

Wat zijn de meest voorkomende klachten bij darmziekten?

Misselijkheid en braken

Buikpijn

Diarree

Obstipatie

Bloed/slijm bij de ontlasting

Een patiënt ligt doodstil omdat beweging pijn doet. Welk buikpijn patroon is dit?

1. Ontstekingspijn
2. Koliekpijn
3. Perforatiepijn

Wat is de functie van het spijsverteringsstelsel?

Vertering van voedingsstoffen

Opname van voedingsstoffen

Uitscheiding van voedingsstoffen

Maagsap is:

1. Zoet
2. Zout
3. Zuur
4. Het smaakt naar de zomer

Maagsap: Slijm, zoutzuur en pepsinogeen 

De smaak is zuur. 

Wat is de medische term voor bloedarmoede?

1. Leukemie
2. Polycythemie
3. Hemofilie
4. Anemie

Welke medicijnen kan je geven bij Anemie?

1. Vitamine B12
2. Vitamine B11
3. Foliumzuur
4. Ferrofumaraat

Vitamine B12 --> verstoorde aanmaak

 

Vitamine B11 = foliumzuur -->   Als de voeding onvolwaardig is. (Vooral bij oudere mensen en alcoholisten)  (extra bij vrouwen die zwanger willen worden).

Ferrofumaraat --> door onvoldoende opname uit voedsel, bloedverlies, versnelde afbraak van erythrocyten, verminderde aanmaak van erytrocyten of door toegenomen behoefte aan ijzer

Afsluiting

- Zijn er nog vragen? 

- Op Cumlaude les 2 vind je nog meer herhalingsoefeningen. (meer gericht op de nieren en urinewegen)