Oefenso grammatica blok 1

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Oefentoets blok 1

1. werkwoordsvormen
2. persoonsvorm 
3. zinsontleding  

Werkwoordsvormen

Bekijk de zinnen en kies steeds de juiste vorm van het (werkwoord dat tussen haakjes staat):

1. Persoonsvorm (verandert bij de tijd/getalsproef, ook als het infinitief is, kies je voor pv) 
2. Infinitief (heel werkwoord) 
3. Voltooid deelwoord (begint met be, ge, ver en heeft een hulpww nodig) 

Het kindje (heeft) het glas met sinaasappelsap helemaal leeggedronken.

1. Persoonsvorm
2. Infinitief
3. Voltooid deelwoord

Het kindje heeft het glas met sinaasappelsap helemaal (leeggedronken).

1. Persoonsvorm
2. Infinitief
3. Voltooid deelwoord

De wielrenner (heeft) door een val zijn been op twee plaatsen gebroken.

1. Persoonsvorm
2. Infinitief
3. Voltooid deelwoord

De wielrenner heeft door een val zijn been op twee plaatsen (gebroken).

1. Persoonsvorm
2. Infinitief
3. Voltooid deelwoord

Met onze ogen (kunnen) we veel kleuren beter waarnemen.

1. Persoonsvorm
2. Infinitief
3. Voltooid deelwoord

Met onze ogen kunnen we veel kleuren beter (waarnemen).

1. Persoonsvorm
2. Infinitief
3. Voltooid deelwoord

's Avonds heeft Job zijn huiswerk (gemaakt).

1. Persoonsvorm
2. Infinitief
3. Voltooid deelwoord

Tessa (zal) na schooltijd haar paard verzorgen.

1. Persoonsvorm
2. Infinitief
3. Voltooid deelwoord

Tessa zal na schooltijd haar paard (verzorgen).

1. Persoonsvorm
2. Infinitief
3. Voltooid deelwoord

(Moest) je aan het GKC wennen?

1. Persoonsvorm
2. Infinitief
3. Voltooid deelwoord

Moest je aan het GKC (wennen)?

1. Persoonsvorm
2. Infinitief
3. Voltooid deelwoord

Wat is de persoonsvorm in...
Was jij de borden straks af?

Hoe vind je de persoonsvorm?

Bewijs op 2 manieren dat het door jou gegeven antwoord de persoonsvorm is.

De leerlingen en meneer Topal verlangen naar de vakantie.
Wat is wwg?

1. De leerlingen en meneer Topal
2. verlangen
3. verlangen naar de vakantie
4. De leerlingen

De leerlingen en meneer Topal verlangen naar de vakantie.
Wat is het onderwerp?

1. De leerlingen en meneer Topal
2. verlangen
3. verlangen naar de vakantie
4. De leerlingen

Het gestreste meisje had op tijd bij sport willen komen
wat is wwg?

1. had willen
2. willen komen
3. had willen komen
4. op tijd bij sport

Het gestreste meisje had op tijd bij sport willen komen
wat is het onderwerp?

1. het meisje
2. het gestreste meisje
3. had willen komen
4. op tijd bij sport