Straling en Medische Beeldvorming

Straling en Medische Beeldvorming

Leerdoel

Aan het einde van deze les weet je hoe straling wordt gebruikt bij medische beeldvorming en ken je de verschillende soorten medische beeldvorming.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les moeten weten.

Wat is straling?

Straling is de energie die vrijkomt bij bewegende deeltjes. Er zijn verschillende soorten straling, zoals elektromagnetische straling en ioniserende straling.

Leg kort uit wat straling is en noem de verschillende soorten.

Wat is medische beeldvorming?

Medische beeldvorming is het maken van afbeeldingen van het lichaam van een patiënt om een diagnose te stellen of behandeling te plannen. Er zijn verschillende soorten medische beeldvorming, zoals röntgenfoto's en MRI-scans.

Leg kort uit wat medische beeldvorming is en noem de verschillende soorten.

Röntgenfoto's

Röntgenfoto's worden gemaakt door het lichaam bloot te stellen aan een kleine hoeveelheid ioniserende straling. De straling gaat door het lichaam en wordt opgevangen door een detector aan de andere kant. De dichte delen van het lichaam, zoals botten, laten minder straling door en worden wit op de foto.

Laat voorbeelden zien van röntgenfoto's en leg uit hoe ze worden gemaakt.

CT-scans

CT-scans maken gebruik van röntgenstraling om gedetailleerde beelden van het lichaam te maken. Het verschil met een gewone röntgenfoto is dat bij een CT-scan meerdere röntgenfoto's vanuit verschillende hoeken worden gemaakt. Een computer combineert deze foto's tot een gedetailleerd 3D-beeld.

Laat voorbeelden zien van CT-scans en leg uit hoe ze worden gemaakt.

MRI-scans

Bij een MRI-scan wordt het lichaam in een sterk magnetisch veld geplaatst. Radiofrequente golven worden door het lichaam gestuurd, waardoor de waterstofatomen in het lichaam gaan resoneren. De resonantie wordt opgevangen door een detector en omgezet in een beeld.

Laat voorbeelden zien van MRI-scans en leg uit hoe ze worden gemaakt.

PET-scans

PET-scans maken gebruik van radioactieve stoffen die in het lichaam worden geïnjecteerd. Deze stoffen geven straling af die wordt opgevangen door een detector. De computer berekent vervolgens hoe de stoffen door het lichaam worden opgenomen en geeft dit weer in een beeld.

Laat voorbeelden zien van PET-scans en leg uit hoe ze worden gemaakt.

Welke straling wordt gebruikt?

Bij medische beeldvorming wordt gebruik gemaakt van verschillende soorten straling, zoals röntgenstraling, magnetische velden en radioactieve stoffen.

Leg uit welke soorten straling worden gebruikt bij medische beeldvorming.

Waarom is straling gevaarlijk?

Straling kan schade toebrengen aan het lichaam, met name ioniserende straling. Daarom wordt er bij medische beeldvorming altijd zo min mogelijk straling gebruikt. De voordelen van de diagnose wegen echter vaak op tegen de nadelen van de straling.

Leg uit waarom straling gevaarlijk kan zijn en waarom er bij medische beeldvorming zo min mogelijk straling wordt gebruikt.

Meerkeuzevragen

Wat is het verschil tussen een gewone röntgenfoto en een CT-scan?
A. Bij een gewone röntgenfoto wordt het lichaam in een magnetisch veld geplaatst, bij een CT-scan niet.
B. Bij een CT-scan worden meerdere röntgenfoto's vanuit verschillende hoeken gemaakt, bij een gewone röntgenfoto niet.
C. Er is geen verschil tussen een gewone röntgenfoto en een CT-scan.

Laat de leerlingen de vraag beantwoorden en bespreek het juiste antwoord.

Meerkeuzevragen

Wat is het verschil tussen een MRI-scan en een PET-scan?
A. Bij een MRI-scan wordt het lichaam blootgesteld aan ioniserende straling, bij een PET-scan niet.
B. Bij een PET-scan wordt gebruik gemaakt van radioactieve stoffen, bij een MRI-scan niet.
C. Er is geen verschil tussen een MRI-scan en een PET-scan.

Laat de leerlingen de vraag beantwoorden en bespreek het juiste antwoord.

Samenvatting

Je weet nu hoe straling wordt gebruikt bij medische beeldvorming en welke soorten medische beeldvorming er zijn. Ook weet je welke soorten straling worden gebruikt en waarom straling gevaarlijk kan zijn.

Vat kort samen wat er in de les is behandeld.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.