Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Trabitur, Kapitel 11, Les 4 bijvoeglijk naamwoord
Willkommen, heute ist Dienstag
der 9. Mai
1 / 27
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
27 diapositives
, avec
quiz interactif
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Willkommen, heute ist Dienstag
der 9. Mai
Slide 1 - Diapositive
Lernziel(e)
1. Leer ik hoe ik het bijvoeglijk naamwoord na een woord uit de
der- en ein Gruppe
kan invullen.
Slide 2 - Diapositive
Programm
1. Hoe was de meivakantie?
2. Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
3. neue Grammatik (bijvoeglijk naamwoord)
Slide 3 - Diapositive
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Slide 4 - Diapositive
die Gesundheit
Slide 5 - Carte mentale
Huiswerk nakijken
1. Maak in je boek van Kapitel 5, Aufg. 4.3 + 4.4
2. Maak in je boek van Kapitel 5, Aufg. 3.5 + 8.2
Slide 6 - Diapositive
Kort herhaald!
Stap 1
Je zoekt in de zin of er voorzetsels staan, die een naamval afdwingen.
-> Is het een voorzetsel uit de 3e naamval?
-> Is het een voorzetsel uit de 4e naamval?
-> Is het een keuzevoorzetsel?
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Stap 2:
Als je geen voorzetsel ziet staan, ontleed dan de zin!
-> Is het een onderwerp dan ->
1e naamval
Is het een naamwoordelijk deel ->
1e naamval
-> Is het een meewerkend voorwerp ->
3e naamval
-> Is het een lijdend voorwerp ->
4e naamval
sein (zijn), werden (worden), bleiben (blijven) of scheinen (lijken/schijnen)
Slide 9 - Diapositive
Huiswerk nakijken
1. Aufgabe 3.3
Slide 10 - Diapositive
Das Adjektiv = bijvoeglijk nw.
Slide 11 - Diapositive
Het bijvoeglijk naamwoord
Wat is eigenlijk een bijvoeglijk naamwoord?
Slide 12 - Diapositive
Wat is een
Adjektiv
?
een Adjektiv = een bijvoeglijk naamwoord. Het bijvoeglijk naamwoord...
zegt iets over een zelfstandig naamwoord;
betreft vaak een
eigenschap
of een
kenmerk;
staat vaak vóór het zelfstandig naamwoord.
Voorbeeld: Mijn oom heeft een
mooie
auto.
Auf Deutsch: Mein Onkel hat ein
schönes
Auto.
Slide 13 - Diapositive
Der-Gruppe
Hoe ziet dat er dan uit?
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e nvl.
der / jed
er
die / jed
e
das / jed
es
die / jed
e
3e nvl.
dem / jed
em
der / jed
er
dem / jed
em
den +-n /
jed
en
+-n
4e nvl.
den / jed
en
die / jed
e
das / jed
es
die / jed
e
Slide 14 - Diapositive
Nu met bijvoeglijk naamwoord
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e nvl.
der groß
e
Tisch
die blau
e
Jacke
das klein
e
Haus
die gut
en
Sachen
3e nvl.
dem
groß
en
Tisch
der blau
e
n
Jacke
dem klein
en
Haus
d
en
gut
en
Sachen
4e nvl.
den
groß
en
Tisch
blau
e
Jacke
das klein
e
Haus
die
gut
en
Sachen
Slide 15 - Diapositive
der-Groep
Slide 16 - Diapositive
Ein-Gruppe
Hoe ziet dat er dan uit?
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e nvl.
ein / mein
ein
e
/ dein
e
ein / sein
ein
e
/ unser
e
3e nvl.
ein
em
/
meinem
ein
er
/ dein
er
ein
em
/
sein
em
ein
en
+-n /
unser
en
+-n
4e nvl.
ein
en
/mein
en
ein
e
/ dein
e
ein / sein
kein
e
/ unser
e
Slide 17 - Diapositive
Nu met bijvoeglijk naamwoord
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e nvl.
ein groß
er
Tisch
ein
e
blau
e
Jacke
ein klein
es
Haus
kein
e
gut
en
Sachen
3e nvl.
ein
em
großen Tisch
ein
er
blau
en
Jacke
ein
em
klein
en
Haus
kein
en
gut
en
Sachen
4e nvl.
ein
en
groß
en
Tisch
ein
e
blau
e
Jacke
ein klein
es
Haus
kein
e
gut
en
Sachen
Slide 18 - Diapositive
ein-Groep
Slide 19 - Diapositive
Hoe leer je dat?
Je kunt een
S L E U T E L
tekenen in het schema!
Slide 20 - Diapositive
Bijvoeglijk naamwoord: Der-Gruppe
Slide 21 - Diapositive
Bijvoeglijk naamwoord: Ein-Gruppe
Slide 22 - Diapositive
Voorbeeld:
Ein ... groß...
Haus
gefällt mir gut!
=> geslacht van 'Haus' ?
=> naamval van het zinsdeel?
Slide 23 - Diapositive
Voorbeeld:
=> geslacht van 'Haus' ?
das Haus - onzijdig
=> naamval van het zinsdeel?
onderw. = 1e nvl.
Ein
-
groß
es
Haus gefällt mir!
Slide 24 - Diapositive
Zelfstandig aan het werk
1. Aufg. 4.4
Klaar? Oefen in WRTS met de nieuwe woorden.
Slide 25 - Diapositive
Hausaufgaben
1. K.11, Aufg. 4.4 (S. 61)
2. Bekijk Lessonuples 2 opnieuw en leer de grammatica K.11
Slide 26 - Diapositive
Lernziel(e)
1. Leer ik hoe ik het bijvoeglijk naamwoord na een woord uit de
der- en ein Gruppe
kan invullen.
Slide 27 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Trabitur, Kapitel 11, Les 3
Avril 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Trabitur, Kapitel 11, Les 5 bijvoeglijk naamwoord
Mai 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
naamvl.+bijv.nw.
Décembre 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H4 Woche 9 haben/sein + Sprechen
Février 2024
- Leçon avec
42 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H4 Woche 10
Mars 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Trabitur, Kapitel 11, Les 6 bijvoeglijk naamwoord
Mai 2023
- Leçon avec
12 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H/V4 - K3 Grammatik: Adjektiv
Mars 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-5
3v-Kap6-Adjektive
Mai 2022
- Leçon avec
35 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3