Les 4 Werkwoordspelling Alles door elkaar

Taalverzorging
Werkwoordspelling
Alles door elkaar 
Les 14
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Taalverzorging
Werkwoordspelling
Alles door elkaar 
Les 14

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 
Aan het einde van de les:
  • Hebben we alle onderdelen herhaald en geoefend:
- Persoonsvorm tegenwoordige tijd
- Persoonsvorm verleden tijd
- Voltooid deelwoord 

Slide 2 - Diapositive

Werkwoord
PV?

Slide 3 - Diapositive

Tegenwoordige tijd
Alles wat NU gebeurt...

Afkorting: TT

  1. Ik vorm 
  2. Ik- vorm + T
  3. Hele werkwoord


Leren
TT
VT
Ik 
vind
Jij/ je/ u
vind + T
Hij/ zij
vind + T
Wij
vinden
Jullie
vinden
Zij
vinden

Slide 4 - Diapositive

Werkwoord
PV?
TaXiKoFSCHiP
TaXiKoFSCHiP
TaXiKoFSCHiP

Slide 5 - Diapositive

Verleden tijd
Alles wat IS gebeurd...

Afkorting: VT
  1. Sterk of zwak?
  2. Zwak - ik vorm
  3. TaXiKoFSCHiP
  4. Ik-vorm + te(n)/ de(n)


Leren
TT
VT
Ik 
Leer
Leerde
Jij/ je/ u
Leer + T
Leerde
Hij/ zij
Leer + T
Leerde
Wij
Leren
Leerden
Jullie
Leren
Leerden
Zij
Leren
Leerden

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Goed of fout?

De stam van verhuizen is verhuiz
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quiz

Goed of fout?

De ik-vorm van verhuizen is verhuisde
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quiz

Voltooid deelwoord

Slide 10 - Diapositive

Werkwoord
PV?
TaXiKoFSCHiP
TaXiKoFSCHiP
TaXiKoFSCHiP
Voltooid deelwoord

Slide 11 - Diapositive

VOLTOOID DEELWOORD

Je weet hoe je de persoonsvorm vindt en schrijft. Naast de persoonsvorm kunnen er nog meer werkwoorden in het zin staan, bijvoorbeeld een VOLTOOID DEELWOORD (vd).


Als er een voltooid deelwoord in de zin staat, is de pv meestal een vorm van zijn, hebben of worden.

Slide 12 - Diapositive

VOLTOOID DEELWOORD

VB: Het vliegtuig is op Schiphol geland. 

pv= is

vd= geland


VB: Robin heeft geen straf gekregen.

pv=heeft

vd=gekregen

Slide 13 - Diapositive

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:
Karin is naar Zaandam verhuisd.

Slide 14 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:
Mijn vriendin heeft haar kamer alweer veranderd.

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Vidéo

voltooid deelwoord kort samengevat

Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-.


Een voltooid deelwoord eindigt op:

  • -d
  • -t
  • -en

Slide 17 - Diapositive