Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
H2 Water
Slide 1 - Diapositive
H2 Water
Deze les:
terugblik vorige les (15 min)
2.5 Zuur-basereactie (10 min)
Rekenen aan zuur-basereacties (5 min) voorbereiding practicum aanstaande vrijdag
maken 2.5 opdr 1 t/m 5
nakijken 2.4 Opdr 1 t/m 13 (TEAMS)
Slide 2 - Diapositive
2.5 Zuur-base reacties
START TERUGBLIK
Slide 3 - Diapositive
Een indicator gebruik je om ...
A
een zure stof testen
B
een basische stof testen
C
een neutrale stof testen
D
testen of een stof zuur of basisch is
Slide 4 - Quiz
Welke stof is een zuur?
A
azijn
B
soda
C
gootsteenontstopper
D
water
Slide 5 - Quiz
Welk schoonmaakmiddel is zuur?
A
groene zeep
B
ammonia
C
gootsteenontstopper
D
WC ontkalker
Slide 6 - Quiz
Met een zuur schoonmaakmiddel kan ik ...
A
vet verwijderen
B
de afwas doen
C
kalk verwijderen
D
ramen lappen
Slide 7 - Quiz
Welke kleur krijgt de indicator rood lakmoespapier in een basische oplossing?
A
rood
B
blauw
C
paars
D
groen
Slide 8 - Quiz
Welke kleur krijgt rodekoolsap in schoonmaakazijn?
A
rood
B
paars
C
blauw
D
geel
Slide 9 - Quiz
Welke stof is geen base?
A
ammonia
B
koolzuurhoudend water
C
kalkwater
D
natronloog
Slide 10 - Quiz
Hoe herken je een zuur?
A
pH lager dan 7
B
pH hoger dan 7
C
pH is 7
Slide 11 - Quiz
Welke kleur heeft de indicator fenolftaleine in een zure oplossing?
A
rood
B
blauw
C
paars
D
kleurloos
Slide 12 - Quiz
Aan een basische oplossing met pH = 12 wordt water toegevoegd. Wat gebeurt er met de concentratie van de base in de het water?
Laatste vraag
A
die wordt hoger
B
die wordt lager
C
die blijft hetzelfde
D
geen van de antwoorden is goed
Slide 13 - Quiz
Aan een zuur met pH = 3 wordt water toegevoegd.
Wat kan de pH van de verdunde oplossing zijn?
Laatste vraag
A
pH = 10
B
pH = 4
C
pH = 3
D
pH = 2
Slide 14 - Quiz
2.5 Zuur-base reacties
EINDE TERUGBLIK
Slide 15 - Diapositive
Leerdoelen
Ik kan van een gegeven zuurbase reactie het reactieschema weergeven en daarmee uitleggen dat het een neutralisatie reactie (bijvoorbeeld ontkalken) betreft (T/I).
Ik kan door gebruik te maken van een neutralisatie reactie met de kleuromslag van een indicator de concentratie van een zure of een basische oplossing uitrekenen (R/T).
2.5 Zuur-base reacties
Slide 16 - Diapositive
2.5 Zuur-base reacties
Zuur-base reacties
Een chemische reactie tussen een zuur en een base.
Slide 17 - Diapositive
2.5 Zuur-base reacties
Zuur-base reacties
Een chemische reactie tussen een zuur en een base.
Voorbeelden van zuur-base reactie is:
Ontkalken van kalkaanslag met azijn.
Slide 18 - Diapositive
2.5 Zuur-base reacties
Zuur-base reacties
Een chemische reactie tussen een zuur en een base.
Voorbeelden van zuur-base reactie is:
Ontkalken van kalkaanslag met azijn.
Kalk is een basische stof en azijn is een oplossing van azijnzuur in water.
Slide 19 - Diapositive
2.5 Zuur-base reacties
Zuur-base reacties
Een chemische reactie tussen een zuur en een base.
Voorbeelden van zuur-base reactie is:
Ontkalken van kalkaanslag met azijn.
Kalk is een basische stof en azijn is een oplossing van azijnzuur in water.
Bij deze reactie verdwijnt het kalk.
Slide 20 - Diapositive
2.5 Zuur-base reacties
Zuur-base reacties
Een chemische reactie tussen een zuur en een base.
Voorbeelden van zuur-base reactie is:
Ontkalken van kalkaanslag met azijn.
Kalk is een basische stof en azijn is een oplossing van azijnzuur in water.
Bij deze reactie verdwijnt het kalk.
Je gebruikt een zuur-base reactie om een zure oplossing te neutraliseren (pH ongeveer 7).
Slide 21 - Diapositive
2.5 Zuur-base reacties
Zuur-base reacties
Een chemische reactie tussen een zuur en een base.
Voorbeelden van zuur-base reactie is:
Ontkalken van kalkaanslag met azijn.
Kalk is een basische stof en azijn is een oplossing van azijnzuur in water.
Bij deze reactie verdwijnt het kalk.
Je gebruikt een zuur-base reactie om een zure oplossing te neutraliseren (pH ongeveer 7).
Voorbeeld van indicator is FFT (fenolftaleine).
Slide 22 - Diapositive
2.5 Zuur-base reacties
Zuur-base reacties
Een chemische reactie tussen een zuur en een base.
Voorbeelden van zuur-base reactie is:
Ontkalken van kalkaanslag met azijn.
Kalk is een basische stof en azijn is een oplossing van azijnzuur in water.
Bij deze reactie verdwijnt het kalk.
Je gebruikt een zuur-base reactie om een zure oplossing te neutraliseren (pH ongeveer 7).
Voorbeeld van indicator is FFT (fenolftaleine).
Ander voorbeeld: basisch gif wespensteek met azijn.
Slide 23 - Diapositive
2.5 Zuur-base reacties
Zuur-base reacties
Een chemische reactie tussen een zuur en een base.
Voorbeelden van zuur-base reactie is:
zuur + base --> reactieproduct
zoutzuur + natronloog --> water
Slide 24 - Diapositive
2.5 Zuur-base reacties
Titratie
Een proef waarmee je de concentratie van een oplossing kunt bepalen.
Denk aan laboratoria van:
ziekenhuizen
Slide 25 - Diapositive
2.5 Zuur-base reacties
Titratie
Een proef waarmee je de concentratie van een oplossing kunt bepalen.
Denk aan laboratoria van:
ziekenhuizen
de chemische industrie
onderzoeksinstituten
bij de douane
Nederlands Voedsel- en Warenautoriteit
Slide 26 - Diapositive
2.5 Zuur-base reacties
Titratie
Met een zuur-base titratie bepaal je de concentratie van een zure of basische oplossing door de oplossing te neutraliseren.
Slide 27 - Diapositive
2.5 Zuur-base reacties
Titratie
Met een zuur-base titratie bepaal je de concentratie van een zure of basische oplossing door de oplossing te neutraliseren.
Meet een bekende hoeveelheid zuur in een erlenmeyer
Voeg een paar druppels indicator toe
In de buret zit een basische oplossing met een bekende concentratie
Voeg de oplossing uit de buret druppelsgewijs toe
Als de indicator van kleur verandert stop je met toevoegen
Je hebt nu de reactie geneutraliseerd: eindpunt
Verhoudingstabel: concentratie berekenen
Slide 28 - Diapositive
2.5 Zuur-base reacties
Voorbeeldtitratie
In keukenazijn moet volgens de Warenwet minimaal 1000 mg azijnzuur per 25 mL aanwezig zijn. Een laborant controleert of een bepaald merk keukenazijn aan de wet voldoet.
Meet 25 mL keukenazijn af en doe dit in een erlenmeyer.
Voeg drie druppels fenolftaleïne toe.
Voeg langzaam natronloog toe tot het eindpunt.
Noteer het volume toegevoegd natronloog.
Bereken de concentratie azijnzuur in de keukenazijn.
Gegeven: 1 mL natronloog komt overeen met 55 mg azijnzuur.
Slide 29 - Diapositive
2.5 Zuur-base reacties
Voorbeeldtitratie
werkblad
Ilse en Nassim willen een onderzoek doen aan een zakje mosterd. Mosterd bevat een oplossing van natuurazijn.
Ilse en Nassim bepalen hoeveel gram natuurazijn er in mosterd zit