2.5 titratie

Herhalen 
zuur              Een zuur smaakt zoals citroen of azijn.
basisch       Een basische stof smaakt zeepachtig.
indicator     Een indicator is een stof die verschillende kleuren heeft, afhankelijk van de zuurgraad. 
lakmoes       De indicator lakmoes is rood in een zure oplossing en blauw in  een basische oplossing.


universeel indicatorpapier Universeel indicatorpapier gebruik je om de pH van
een oplossing te bepalen.
verdunnen Verdunnen is het toevoegen van water.

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Herhalen 
zuur              Een zuur smaakt zoals citroen of azijn.
basisch       Een basische stof smaakt zeepachtig.
indicator     Een indicator is een stof die verschillende kleuren heeft, afhankelijk van de zuurgraad. 
lakmoes       De indicator lakmoes is rood in een zure oplossing en blauw in  een basische oplossing.


universeel indicatorpapier Universeel indicatorpapier gebruik je om de pH van
een oplossing te bepalen.
verdunnen Verdunnen is het toevoegen van water.

Slide 1 - Diapositive

pH        De pH is een getal dat aangeeft hoe zuur of hoe basisch een  oplossing is.
pH-schaal       De pH-schaal loopt van 0 tot 14.
universeel indicatorpapier     Universeel indicatorpapier gebruik je om de pH van een oplossing te bepalen.
verdunnen        Verdunnen is het toevoegen van water.

Slide 2 - Diapositive

Zuur-basereacties
Een reactie tussen een zuur en een base noem je een zuur-basereactie.

zuur + base ------> reactieproducten

Slide 3 - Diapositive

kalkaanslag verwijderen
Een voorbeeld van een zuur-basereactie is het ontkalken van kalkaanslag met azijn. 
Kalk is een basische stof, azijn is een oplossing van azijnzuur in water. Kalk en azijnzuur reageren met elkaar. Hierbij verdwijnt de kalk. 
Alle reactieproducten zijn goed oplosbaar in water en spoelen dus gemakkelijk weg

Slide 4 - Diapositive

Neutraliseren = Neutraal maken

Slide 5 - Diapositive

Hoe basischer.....
Hoe gevaarlijker
Hoe zuurder.....
Hoe gevaarlijker
Neutraal

Slide 6 - Diapositive

Hoe neutraler
Hoe minder gevaarlijk
Neutraal

Slide 7 - Diapositive

neutraliseren
Je voegt dan precies zoveel base toe, dat de oplossing neutraal wordt. 
Bij een basische oplossing voeg je een zuur toe om de oplossing te neutraliseren. 
De pH is na afloop dus ongeveer 7.

Slide 8 - Diapositive

Of titreren!
Kraan
Toe te voegen vloeistof
Erlenmeyer met te titreren vloeistof

Slide 9 - Diapositive

Titratie
Met een zuur-basetitratie bepaal je de concentratie van een zure of basische oplossing door de oplossing te neutraliseren. Bijvoorbeeld, je wilt de concentratie van een zure oplossing weten.

Slide 10 - Diapositive

eindpunt
het exacte moment tijdens een titratie of neutralisatie dat het zuur of de base precies op is gereageerd

Slide 11 - Diapositive

Titratie-opstelling

Slide 12 - Diapositive

Titreren
1: afmeten van een aantal mL  zuur van bekende sterkte
2: indicator toevoegen
3: x mL base toevoegen tot het omslagpunt van de indicator
4: afmeten van hetzelfde aantal mL zuur van onbekende sterkte
5: x mL base toevoegen tot het omslagpunt van de indicator
6: uitkomsten in een verhoudingstabel zetten 
7: rekenen
gegeven = .......

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

De verhoudingstabel
Stel je neutraliseerd 1 mL zuur met 3 mL base....
Gegeven
Gevraagd
Zuur
1 mL
15 mL
Base
3 mL
.... mL

Slide 27 - Diapositive

Gegeven
Gevraagd
Zuur
1 mL
15 mL
Base
3 mL
45 mL

Slide 28 - Diapositive

Stel je hebt 6,5 mL base nodig om 3 mL zuur te neutraliseren...
Hoeveel heb je nodig om 45 mL zuur te neutraliseren?
Gegeven
Gevraagd
Zuur
3 mL
45 mL
Base
6,5 mL
??? mL

Slide 29 - Diapositive

Gegeven
Gevraagd
Zuur
3 mL
          1 mL
45 mL
Base
6,5 mL
        2,166
??? mL
:3
:3

Slide 30 - Diapositive

Gegeven
Gevraagd
Zuur
3 mL
          1 mL
45 mL
Base
6,5 mL
        2,166
97,5 mL
:3
:3
x45
x45

Slide 31 - Diapositive

Dit gaan jullie even oefenen
Maak even een tabel om de volgende problemen op te lossen:

1. Je weet dat je met 4,5 mL base 1 mL zuur neutraliseren.

Hoeveel base voeg je toe als je 3,5 mL zuur hebt?
2. Je weet dat je met 6 mL base 6.5 mL zuur neutraliseren.

Hoeveel base voeg je toe als je 8 mL zuur hebt?

Slide 32 - Diapositive

1. Je weet dat je met 4,5 mL base 1,0 mL zuur neutraliseren.

Hoeveel base voeg je toe als je 3,5 mL zuur hebt?
2. Je weet dat je met 6 mL base 6.5 mL zuur neutraliseren.

Hoeveel base voeg je toe als je 8,0 mL zuur hebt?
 15,75 mL base                            8,7 mL base

Slide 33 - Diapositive

In keukenazijn moet volgens de Warenwet minimaal 1000 mg azijnzuur per 25 mL aanwezig zijn. Een laborant controleert of een bepaald merk keukenazijn aan de wet voldoet. Hij volgt het volgende voorschrift:
Meet 25 mL keukenazijn af en doe dit in een erlenmeyer.
• Voeg drie druppels fenolftaleïne toe.
• Voeg langzaam natronloog toe tot het eindpunt.
• Noteer het volume toegevoegd natronloog.
• Bereken de concentratie azijnzuur in de keukenazijn.

Slide 34 - Diapositive

Gegeven: 1 mL natronloog komt overeen met 55 mg azijnzuur.

In het eindpunt is de oplossing in de erlenmeyer lichtroze. De laborant heeft dan 19,40 mL natronloog toegevoegd.
Bereken of de geteste keukenazijn aan de Warenwet voldoet.

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Wat vond je lastig?
Dit was een voorbeeld toets van hoofdstuk 2.

Waar moet je nog extra aandacht aan besteden van H2?
Je mag je binas gebruiken bij je toets.

Slide 38 - Diapositive