Thema Zintuigen

Thema Zintuigen
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 432 min

Éléments de cette leçon

Thema Zintuigen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema 10, Zintuigen
Basisstof 1, Het zintuigenstelsel

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het zintuigenstelsel

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe werkt een zintuig?
Buiten het zenuwstelsel
Binnen het zenuwstelsel
Zintuigcellen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Drempelwaarde & adequate prikkel
Drempelwaarde = Minimale prikkelsterkte die een impuls veroorzaakt

Hoe zal motivatie en gewenning invloed hebben op de drempelwaarde?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

10.2 Tien zintuigen van de mens
10.2.1 Je kunt aangeven waar het gezichtszintuig, het gehoorzintuig en het evenwichtszintuig liggen en wat hun adequate prikkels zijn.
10.2.2 Je kunt aangeven waar de zintuigcellen in je huid, de reukzintuigcellen en de smaakzintuigcellen liggen, hoe ze werken en wat hun adequate prikkels zijn.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oog
Oor

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warm/kou zintuigen
De huid

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neus
Mond

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

10.3 De ogen
10.3.1 Je kunt de inwendige en uitwendige delen van een oog noemen met hun functies en kenmerken.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zintuigen in je oog
Zintuigen in je oog

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weet je nog?
Het oog:

Adequate prikkel => licht.
zintuig   =>      lichtzintuig
orgaan   =>       het oog

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Binnenkant oog

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderdelen oog

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van het oog

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De iris en de ooglens

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BS 4: De iris en de ooglens
6.4 De iris en de ooglens

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

gebruik de oogspiegel

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pupilreflex
pupilreflex

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vaatvlies netvlies

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

accommoderen
veraf
dichtbij
kringspier samengetrokken

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Accomoderen

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Scherpstellen: Accomoderen
Ver: plat                          Dichtbij: bol

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderdeel oog
Situatie
Kringspieren
Ontspannen
Lensbandjes
Strak
Lensen
Plat
Ogen zijn
Rusttoetstand
Veraf zien:

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderdeel oog
Situatie
Kringspieren
Samengetrokken
Lensbandjes
Minder strak
Lensen
Boller
Ogen zijn
Geaccomodeerd, kring spieren gespannen
Bij het zien van dichtbij:

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijziend en verziend

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijziend
Bijziend:
Dichtbij goed
veraf slecht

Negatieve lenzen in de bril.
Oogbol te lang of lichtstralen worden te sterk gebroken

Slide 28 - Diapositive

Bijziend, mensen dragen brillen met negatieve lenzen. 

Dit zijn vaak de mensen die altijd (met uitzondering van douchen en slapen e.d.) een bril dragen.
bijziend of verziend

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

CHECK

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wenkbrauw
wimpers
ooglid
traanklier
traanbuis
maakt traanvocht
beschermt tegen vuil en vliegjes
verspreid traanvocht over het oog 
vangt zweet op van je voorhoofd 
afvoerbuis van tranen

Slide 31 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de onderdelen van het oog naar de juiste plek.
Hoornvlies
Netvlies
Ooglens
Iris
pupil
Glasachtig lichaam

Slide 32 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Pupilreflex
overdag
's nachts
Lengtespieren gespannen
Kringspieren gespannen

Slide 33 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

welk onderdeel is verantwoordelijk voor het regelen van de hoeveelheid licht die door je oog valt?
A
lens
B
pupil

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Iris
Pupil

Slide 35 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In de afbeelding zie je een doorsnede van een
deel van een oog. Iemand met albinisme heeft
rode ogen. Dit is het gevolg van het ontbreken van
pigment in het deel dat is aangegeven met de letter Q.
Je ziet dan de rode kleur van het bloed in dit deel.
Hoe heet Q?
A
Hoornvlies
B
Iris
C
Pupil
D
Netvlies

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met de pupilreflex wordt geregeld hoeveel licht er binnen in je oog op je netvlies valt. Je pupillen kunnen zichzelf vergroten en verkleinen.
veel licht
weinig licht
Nu kan er meer licht binnen komen
Nu kan er minder licht binnen komen
lengtespieren in iris trekken samen
kringspieren in iris trekken samen
lengtespieren in iris ontspannen
Kringspieren in iris ontspannen

Slide 37 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Iris
Harde oogvlies
Blinde vlek
Oogzenuw

Slide 38 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke delen van het oog kunnen het oog draaien?
A
De oogleden
B
De oogzenuw
C
De oogspieren
D
De pupillen

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de tekening hierna zie je een doorsnede van een oog.
De onderdelen van het oog zijn genummerd.
Hoe heet nummer 6?
A
Glasachtig lichaam
B
Iris
C
Pupil
D
Lens

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk vlies in je oog voert voedingsstoffen naar je oog?
A
Het hoornvlies.
B
Het netvlies.
C
Het vaatvlies.

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions