Lesdoel: je kunt de diverse stromingen in de ethiek toepassen in verschillende situaties
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
GodsdienstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2-4
Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Ethische stromingen op een rij
Lesdoel: je kunt de diverse stromingen in de ethiek toepassen in verschillende situaties
Slide 1 - Diapositive
Ethische theorieën
Plicht-ethiek
Moreel juist handelen wordt bepaald door wat de plicht of verantwoordelijkheid van een mis is in en bepaalde situatie. De handeling zelf is belangrijk, niet zozeer de uitkomst.
Gevolg-ethiek
Moreel juist handelen hangt van van de vraag of de gevolgen van een handeling goed zijn. Het gaat niet om de handeling zelf, maar om de gevolgen ervan.
Deugd-ethiek
Deugd-ethiek schrijft geen duidelijke regels voor, behalve dat de handeling zelf een juiste, proportionele handeling moet zijn gezien de situatie.
Epicurus
Jeremy Bentham
Slide 2 - Diapositive
Even terugblikken... Wat is gevolgenethiek?
Slide 3 - Question ouverte
Gevolgenethiek
Een handeling is ethisch goed als het zorgt voor
‘het grootste geluk voor het grootste aantal’.
De gevolgen zijn bepalend voor de handeling.
Slide 4 - Diapositive
Jeremy Bentham
1748-1832
Het meeste geluk voor zoveel mogelijk mensen!
Nadruk op het ontbreken van pijn en het hebben van zoveel mogelijk plezier.
Slide 5 - Diapositive
John Stuart Mill 1806-1873
We bereiken het grootste geluk door het bieden van
zoveel mogelijk persoonlijke vrijheid aan ieder individu:
daarvoor is nodig een redelijk denkend mens op zoek naar mij'vooruitgang
Slide 6 - Diapositive
Bentham
Niet je eigen geluk en genot, maar dat van de groep is belangrijk.
Optelsom van geluk voor de grootste groep
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Kan volgens het utilisme een 'leugentje om bestwil' toegestaan zijn?
A
Ja, zolang je door te liegen het totale nut in de wereld vergroot.
B
Nee, liegen is altijd verkeerd ook al is je motief juist.
Slide 9 - Quiz
Is volgens het utilisme een ongelijke verdeling van welvaart toegestaan?
A
Nee, de welvaart moet altijd evenredig worden verdeeld.
B
Ja, zolang daardoor het totale nut in de wereld toeneemt.
Slide 10 - Quiz
Utilisme heeft oog voor...
A
het individu
B
de vrijheid
C
geluk voor iedereen
D
belang van de meerderheid
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Vidéo
Wat hebben deze maatregelen te maken met het utilisme volgens Bentham?
Slide 13 - Question ouverte
Wat hebben deze maatregelen te maken met het utilisme volgens Mill?
Slide 14 - Question ouverte
2 soorten deugden
Intellectuele deugden
(slimheid, verstandigheid, wijsheid, inzicht).
Praktische deugden
(gulheid, ijverigheid, vriendelijkheid, moed).
Slide 15 - Diapositive
Deugden
De meest belangrijke deugden.
Maat
moed
verstandigheid
rechtvaardigheid
Slide 16 - Diapositive
Categorisch imperatief
Onvoorwaardelijk gebod/ regel dat je jezelf oplegt.
Je bent verplicht je hier altijd aan te houden in elke situatie.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Rede
Een rede is een ander belangrijk begrip in de plichtethiek van Immanuel Kant. De rede is vergelijkbaar met het verstand. Ieder mens heeft een praktische rede die hem of haar in een bepaalde situatie zegt wat goed en fout is.
Slide 19 - Diapositive
Onvolmaakte plicht
Een onvolmaakte plicht is een handeling die je niet iedere keer hoeft te doen, maar toch iedere keer goed is. Een voorbeeld hiervan is het geven van geld aan iemand die collecteert. Het is goed om geld te geven aan collectes, maar het is niet erg om dit soms over te slaan. Als je iedere keer geld geeft dan heb je uiteindelijk zelf geen geld meer.
HANDEL ALTIJD VOLGENS EEN REGEL WAARVAN JE TEGELIJKERTIJD KUNT WILLEN
DAT HET EEN ALGEMENE WET WORDT
WAT JIJ WILT DAT JOU GEBEURT........................
DOE DAT OOK EEN ANDER
Slide 20 - Diapositive
Volmaakte plicht
Een volmaakte plicht betekent dat je goed en op een juiste manier gehandeld hebt. Volgens de categorisch imperatief heb je juist gehandeld en het resultaat van deze handeling is niet belangrijk. Een voorbeeld hiervan is: je mag niet doden. Mensen die iemand niet vermoorden handelen volgens Kant goed. Mensen die wel iemand vermoorden handelen altijd fout. Ook al is het bijvoorbeeld zelfverdediging.
Slide 21 - Diapositive
De kerk heeft er later 3 deugden aan toegevoegd. Welke 3?
A
Geloof, hoop en liefde
B
Bidden, bijbel lezen en naar de kerk gaan.
C
Rust, reinheid en regelmaat
D
Vasten, tienden geven en sober leven.
Slide 22 - Quiz
Vrijgevigheid is een deugd. Tussen welke twee extremen situeer je deze deugd?
A
Gierigheid/gulheid
B
Verkwisting/ gierigheid
C
Rechtvaardigheid/ gulheid
D
Noodzaak/ verkwisting
Slide 23 - Quiz
Moed is een deugd tussen twee extremen. Welke twee extremen zijn dat'?
A
verlegenheid/ bluf
B
Roekeloosheid/ verlegenheid
C
Lafheid/roekeloosheid
D
Bluf/ lafheid
Slide 24 - Quiz
WERK JE EIGEN CASE VERDER UIT MET HET STAPPENPLAN (zie SW ).
LET OP: STEEDS 200 WOORDEN PER STAP!
CASE 1: UNDER COVER
CASE 2: HOOFDDOEKJES
CASE 3: POST PATIENTEN OPEN MAKEN
CASE 4: MEGA CHIP OP WERKGELEGENHEID
Slide 25 - Diapositive
CASE OPDRACHT + READER
MAAKWERK READER ETHIEK:
par1.: vr.5,9,11,14,15
par2.: vr.18 t/m 21 vr.24,25,28
par.3: vr. 33,35 t/m 38, 51aenb, 52,54
Dit maakwerk opslaan in word-bestand en uitgeprint inleveren met de opdracht case UITERLIJK IN DE WEEK NA KERSTVAKANTIE