4.1 Feit, mening en argument

WAT BETEKENT:
hippopotomonstrosesquippedaliofobie

(uitspraak: hip·po·po·to·mon·stro·ses·quip·pe·da·li·o·fo·bie)
A
Angst voor grote monsters
B
Angst voor dunne nijlpaarden
C
Angst voor lange woorden
D
Angst voor kleine pedaalemmers
1 / 41
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

WAT BETEKENT:
hippopotomonstrosesquippedaliofobie

(uitspraak: hip·po·po·to·mon·stro·ses·quip·pe·da·li·o·fo·bie)
A
Angst voor grote monsters
B
Angst voor dunne nijlpaarden
C
Angst voor lange woorden
D
Angst voor kleine pedaalemmers

Slide 1 - Quiz

Slide 2 - Diapositive


LEZEN HOOFDSTUK 4


4.1
Feit, mening en argument

Slide 3 - Diapositive


4 TEKSTEN MET MENINGEN LEZEN 

Planning: 
  • Welkom
  • Bespreken resultaten hoofdstuk 3
  • Behandelen theorie 4.1 Feit, mening en argument

  • Online opdracht 1 , 2 en examenopdracht maken

Slide 4 - Diapositive


DOEL

AAN HET EINDE VAN DE LES HERKEN JE FEITEN, MENINGEN EN ARGUMENTEN IN EEN TEKST

Slide 5 - Diapositive


Geef aan wat je weet over de volgende begrippen:

Slide 6 - Diapositive

Feit

Slide 7 - Carte mentale

Mening

Slide 8 - Carte mentale

Argument

Slide 9 - Carte mentale

Feiten

Feiten kun je op waarheid controleren.

Omdat lang niet alle feiten makkelijk te controleren zijn, moet je je wel afvragen of ze geloofwaardig zijn.  Soms heeft een informatiebron er belang bij bepaalde zaken mooier of juist slechter voor te spiegelen. 

Slide 10 - Diapositive

Meningen / argumenten
Bij meningen gaat het niet om de vraag of ze waar of onwaar zijn, je bent het ermee eens of oneens. 

Omdat een mening niet te bewijzen is, gebruikt een schrijver argumenten om zijn mening te onderbouwen of aannemelijk te maken. 

Signaalwoorden die een argument aangeven zijn bijvoorbeeld: omdat, want, namelijk, immers.


Slide 11 - Diapositive

VOORBEELD

Slide 12 - Diapositive

Voorbeeld:

Slide 13 - Diapositive

VRAGEN OVER ARGUMENTEN, MENINGEN EN FEITEN

Slide 14 - Diapositive

In dierentuinen leer je immers over de natuur.
A
feit
B
mening
C
argument
D
x

Slide 15 - Quiz


Het is fijn om koud te douchen.
A
feit
B
mening
C
argument
D
x

Slide 16 - Quiz

Octopussen hebben 3 harten.
A
feit
B
mening
C
argument
D
x

Slide 17 - Quiz

IJsberen hebben een zwarte huid.
A
feit
B
mening
C
argument
D
x

Slide 18 - Quiz

Op welke bladzijde van je boek kun je tekstverbanden en signaalwoorden vinden?
(Twee bladzijdes verder staat meer informatie over argumenteren.)

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Lien



Wat vind jij ervan?
Geef je mening en een argument.
                              Lezen is belangrijk.

Slide 21 - Question ouverte

Wat te doen:
Online opdracht 1 en 2 

VOLGENDE WEEK:
4.2 Argumenten beoordelen

Slide 22 - Diapositive

DEEL 2

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Ik heb het ... gisteren nog verteld.
A
hun
B
hen
C
zij

Slide 33 - Quiz

Gisteren hadden ... nog niks voor Jan gekocht.
A
hun
B
hen
C
zij

Slide 34 - Quiz

Weet je waar ... spullen zijn?
A
hun
B
hen
C
zij

Slide 35 - Quiz

Voor ... moeder wilden Ria en Willemijn wel een bloemetje kopen.
A
hun
B
hen
C
zij

Slide 36 - Quiz

... spraken af dat het een grote, fleurige bos moest worden.
A
Hun
B
Hen
C
Zij

Slide 37 - Quiz

Ik heb het aan ... verteld.
A
hun
B
hen
C
zij

Slide 38 - Quiz

Zijn er nog vragen? 


Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Lien

Slide 41 - Lien