Vragen 4.1 - 4.2 - 4.3

• nask1
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Deze les

Vragen over paragraaf 1, 2 & 3

Iedereen doet mee op zijn/haar telefoon!

Zie ik dat je vragen niet invult, omdat je dus niet meedoet, ben je absent voor deze les!

20 seconden per vraag!

Zwaartekracht is ...

1. Kracht van de aarde
2. Kracht op de aarde
3. Aantrekkingskracht van de aarde
4. kracht naar beneden

Spankracht ontstaat door ...

1. touwen
2. het trekken aan kabels, touwen en kettingen
3. touwen, kabels en kettingen
4. het trekken aan een touw

Wrijvingskracht werkt in de ...

1. zelfde richting als de aandrijvingskracht
2. tegenovergestelde richting als de aandrijvingskracht

Kleefkracht zorgt ervoor dat ...

1. voorwerpen aan elkaar vastplakken
2. het kleeft
3. een veer uitrekt
4. magneten aan elkaar vastplakken

Newton is ...?

1. De grootheid van kracht
2. Het symbool van kracht
3. De eenheid van kracht
4. De formule van kracht

Wat is nettokracht?

1. alles samen
2. alle krachten samen
3. zwaartekracht
4. normaalkracht

Waar ontstaat rolwrijving?

1. In de lucht
2. Tussen magneten
3. In een veer
4. In de wielen

Wat is de nettokracht bij een constante snelheid?

1. kleiner dan 0
2. gelijk aan 0
3. groter dan 0
4. dat weet je niet

Wat is de nettokracht bij een vertraagde beweging?

1. kleiner dan 0
2. gelijk aan 0
3. groter dan 0
4. dat weet je niet

Wat is de nettokracht bij een versnelde beweging?

1. kleiner dan 0
2. gelijk aan 0
3. groter dan 0
4. dat weet je niet

Wat is een stroboscoop?

1. Iets dat schokken geeft
2. Iets dat flitsen geeft
3. lamp die snel elkaar lichtflitsen afgeeft
4. lamp die snel achter elkaar schokken afgeeft

Wat is de eenheid van valversnelling?

1. meter per seconde
2. meter per seconde2
3. meter per uur
4. meter per uur2

Hoe reken je de zwaartekracht uit bij een stilstaand voorwerp

1. fz = m x 10
2. fz = m x g
3. fz - v x g
4. fz = v x 10

hoe reken ik de nettokracht uit?

1. fnetto = m x g
2. fnetto = m x a
3. fnetto = m x 10
4. fnetto = a x 10

Hoe bereken ik de zwaartekracht van een vallend voorwerp?

1. fz = m x 10
2. fz = m x g
3. fz = a x g
4. fz = 10 x g

Hoe bereken ik de gemiddelde snelheid van een bewegend voorwerp?

1. vgem = s x t
2. vgem = s : t
3. t = s : vgem
4. t = s x vgem

Wat kan niet worden veranderd door een kracht?

1. snelheid
2. richting
3. massa
4. vorm

Hoe heet de plaats waar een kracht wordt uitgeoefend?

1. krachtpunt
2. hefboompunt
3. zwaartepunt
4. aangrijpingspunt

Op welk punt is er sprake van een versnelling?

1. A
2. B
3. C
4. D

Op welk punt is er sprake van een vertraging?

1. A
2. B
3. C
4. D

Op welk punt is er sprake van een constante snelheid?

1. A
2. B
3. C
4. D

Wat zet je altijd op de x-as en y-as bij het tekenen van een grafiek?

1. grootheid
2. eenheid
3. grootheid & eenheid
4. dat verschilt per grafiek

Waarmee teken je altijd een grafiek?

1. pen
2. geodriehoek
3. potlood
4. gum

Wat is de eerste stap voor het tekenen van een grafiek?

1. assen tekenen
2. meetpunten neerzetten
3. een lijn tekenen
4. een tabel maken

Tabel

grootheid	Symbool	Eenheid
kracht	F	newton (N)
zwaartekracht	F z	newton (N)
nettokracht	F netto	newton (N)
gemiddelde snelheid	V gem	meter per seconde (m/s)
valversnelling	g	meter per seconde2 (m/s2)
versnelling	a	meter per seconde 2 (m/s 2 )
massa	m	kilogram (kg)
tijd	t	seconde
afstand	s	meter (m)
armlengte	l	meter (m)

Huiswerk

4.3 opgave 1 t/m 8

Zorg dat 4.1 & 4.2 volgende les ook af zijn (was vorige week al huiswerk)