Formeel en informeel taalgebruik

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Vandaag:

- overzicht periode 3
- toets inzien
- H. 24 Formeel en informeel taalgebruik
Je leert het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik en ze in de goede situatie te gebruiken. 

Slide 2 - Diapositive

Periode 3

Fictie: H. 23
Schrijfvaardigheid: H. 24, 25 en 26
Taalverzorging: H. 27 en 28
Leesvaardigheid: H. 32, 33 en 34

Boekopdracht

Slide 3 - Diapositive

H. 24 Formeel en informeel taalgebruik

Je leert het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik en ze in de goede situatie te gebruiken. 

Slide 4 - Diapositive

Taalgebruik:

- afhankelijk van de persoon 
(tegen een vriend praat je anders dan tegen een onbekende)
- afhankelijk van de situatie 
(in de klas praat je anders dan op het voetbalveld)

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Formeel: 
- zakelijk
- officieel
- er zijn regels

Informeel: 
- persoonlijk
- losser, minder regels

Slide 7 - Diapositive

Regels formeel taalgebruik:

- schrijf woorden helemaal uit. 
- schrijf beleefd, niet schelden, geen grof taalgebruik
- goede spelling en de juiste leestekens
- u-vorm
- begin met Beste....., (of zelfs Geachte......,)
- sluit af met Met vriendelijke groet, 

Slide 8 - Diapositive

Ik vind het vet onterecht dat je me liet nablijven want ik was het dus echt niet die zat te appen in de les!!!

Slide 9 - Question ouverte

Ik heb vorige week bij jullie een bluetoothspeaker gekocht maar dat ding doet het echt voor geen meter en het geluid is echt bagger dus nu wil ik mijn geld terug.

Slide 10 - Question ouverte


Maak opdracht 1, 3 en 5 (blz. 99 en 101). 
timer
12:00

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive