2H 3.4

3.4 en 3.5 Wortels

Ga rustig zitten op je plek.

Doe je telefoon uit en in de telefoontas of in je tas.

Leg je spullen open op tafel en Ipad dicht.

13 november

1 / 33

Slide 1: Diapositive

WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

La durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

3.4 en 3.5 Wortels

Ga rustig zitten op je plek.

Doe je telefoon uit en in de telefoontas of in je tas.

Leg je spullen open op tafel en Ipad dicht.

13 november

Slide 1 - Diapositive

Start

Terugblik

Lesdoelen

Uitleg

Aan de slag

Afsluiting

machten

wortels

Slide 2 - Diapositive

3.4 en 3.5 wortels

Je gaat deze les op je eigen tempo aan het werk!

Bestudeer goed de aantekeningen, neem deze over in je schrift

en bekijk eventueeel de video's.

13 november

Slide 3 - Diapositive

Welk antwoord is juist?

(- 2)^{​ 4 ​ ​} =

-8

-16

Slide 4 - Quiz

Welk antwoord is juist?
2 is de ....

2^{​ 4 ​ ​}

Grondtal

Macht

Exponent

Slide 5 - Quiz

4 - (3^{​ 4 ​ ​} - 7 \cdot 6) =

Bereken in je schrift en upload je uitwerking!

Slide 6 - Question ouverte

Welk antwoord is juist?

b^{​ 4 ​ ​} \cdot b^{​ 2 ​ ​} =

2 b^{​ 6 ​ ​}

b^{​ 8 ​ ​}

b^{​ 6 ​ ​}

2 b^{​ 8 ​ ​}

Slide 7 - Quiz

1 4^{​ 2 ​ ​} =

Slide 8 - Carte mentale

\sqrt ​ 64 ​ ​ ​ =

Slide 9 - Carte mentale

Lesdoelen

Aan het eind van deze les ..

.. weet je wat wortels zijn.

.. kun je worteltrekken.

.. weet je het verschil tussen exacte antwoord en benadering.

.. ken je de wortels die bij de kwadraten 1 t/m 16,20 en 25 horen uit je hoofd.

.. weet je wat tegengestelden zijn.

Slide 10 - Diapositive

Vragen over het huiswerk?

Slide 11 - Carte mentale

3.2 kwadraten en machten

Slide 12 - Diapositive

3.2 Machten vermenigvuldigen

Dit kan alleen als het grondtal hetzelfde is!

a×a = a²

a²×a³ = a×a × a×a×a = a²⁺³ = a⁵

a²×b³ = a²b³

a^{​ 2 ​ ​} \cdot b^{​ 3 ​ ​} = a^{​ 2 ​ ​} b^{​ 3 ​ ​}

Slide 13 - Diapositive

3.2 Machten vermenigvuldigen

Dit kan alleen als het grondtal hetzelfde is!

a×a = a²

a²×a³ = a×a × a×a×a = a²⁺³ = a⁵

a²×b³ = a²b³

a^{​ 2 ​ ​} \cdot b^{​ 3 ​ ​} = a^{​ 2 ​ ​} b^{​ 3 ​ ​}

Rekenregel:

De exponenten tel je bij elkaar op.

a^{​ b ​ ​} \cdot a^{​ c ​ ​} = a^{​ b + c ​ ​}

Slide 14 - Diapositive

3.2 Machten optellen en aftrekken

De machten moeten hierbij hetzelfde zijn, dus zowel het grondtal als het exponent!

a + a = 2 a

a^{​ 2 ​ ​} + a^{​ 2 ​ ​} = 2 a^{​ 2 ​ ​}

6 a^{​ 3 ​ ​} + 2 a^{​ 3 ​ ​} = 8 a^{​ 3 ​ ​}

a + b \neq

a^{​ 2 ​ ​} + a^{​ 3 ​ ​} \neq

De exponent is niet hetzelfde.

Het gondtal is niet hetzelfde.

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag

Maak: alle opgaven van paragraaf 1 t/m 2 die nog niet af hebt.

Kijk je werk goed na met een andere kleur en verbeter je fouten!

Je gaat rustig aan het werk!
Je mag met muziek en oortjes werken, let op dat de muziek niet te hard staat.

Oortjes in? Mond op slot!
Afspeellijst aan, iPad/telefoon omgedraaid op tafel!

Heb je een vraag? Lees je aantekeningen van zonet nog eens door en/of overleg op fluistertoon vóór je je vinger opsteekt.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Vidéo

3.3 Wortels van getallen

Een wortel en kwadraat heffen elkaar op!

\sqrt ​ 81 ​ ​ ​ = 9

9^{​ 2 ​ ​} = 81

Leer de kwadraten van 1 t/m 16, 20 en 25 uit je hoofd!

Slide 19 - Diapositive

Aan de slag

Maak: 19, 21, 22

Kijk je werk goed na met een andere kleur en verbeter je fouten!

Je gaat rustig aan het werk!
Je mag met muziek en oortjes werken, let op dat de muziek niet te hard staat.

Oortjes in? Mond op slot!
Afspeellijst aan, iPad/telefoon omgedraaid op tafel!

Heb je een vraag? Lees je aantekeningen nog eens door en/of overleg op fluistertoon vóór je je vinger opsteekt.

Slide 20 - Diapositive

3.3 Wortels berekenen

Exacte antwoord --> geheel getal of wortel laten staan.

Antwoord bij benadering --> afronden op 2 decimalen.

\sqrt ​ 16 ​ ​ ​ = 4

\sqrt ​ 15 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 15 ​ ​ ​

\sqrt ​ 15 ​ ​ ​ \approx 3, 87

Neem bovenstaande over in je schrift.

Slide 21 - Diapositive

Aan de slag

Maak: 23, 24, 25, 26bef,

Kijk je werk goed na met een andere kleur en verbeter je fouten!

Maak bij fouten ook de overige opgaven van 26.

Je gaat rustig aan het werk!
Je mag met muziek en oortjes werken, let op dat de muziek niet te hard staat.

Oortjes in? Mond op slot!
Afspeellijst aan, iPad/telefoon omgedraaid op tafel!

Heb je een vraag? Lees je aantekeningen nog eens door en/of overleg op fluistertoon vóór je je vinger opsteekt.

Slide 22 - Diapositive

Check!

Maak een foto van opgave 26 uit je schrift.

Upload deze hieronder!

Slide 23 - Question ouverte

3.3 Het kwadraat van een wortel

Van een vierkant met oppervlakte is de zijde cm

Het kwadraat van is 20, dus .

(\sqrt ​ 20 ​ ​ ​)^{​ 2 ​ ​} = 20

20 c m^{​ 2 ​ ​}

\sqrt ​ 20 ​ ​ ​

\sqrt ​ 20 ​ ​ ​

Slide 24 - Diapositive

3.4 Tegengestelde getallen

Twee getallen met de som 0 heten tegengestelde getallen.

-4 en 4 zijn elkaars tegengestelden, want -4+4=0.

voor en geldt hetzelfde.

Waarom niet en ?

- \sqrt ​ 4 ​ ​ ​

\sqrt ​ 4 ​ ​ ​

- \sqrt ​ 4 ​ ​ ​

\sqrt ​ - 4 ​ ​ ​

Slide 25 - Diapositive

Vraag

Waarom zijn en niet elkaar tegengestelden?

\sqrt ​ (- 4) ​ ​ ​

\sqrt ​ 4 ​ ​ ​

Slide 26 - Question ouverte

3.4 Tegengestelde getallen

Twee getallen met de som 0 heten tegengestelde getallen.

-4 en 4 zijn elkaars tegengestelden, want -4+4=0.

voor en geldt hetzelfde.

Een wortel uit een negatief getal bestaat niet!

- \sqrt ​ 4 ​ ​ ​

\sqrt ​ 4 ​ ​ ​

Neem bovenstaande over in je schrift.

Slide 27 - Diapositive

Aan de slag

Maak: 27,28,29,30,31

Kijk je werk goed na met een andere kleur en verbeter je fouten!

Je gaat rustig aan het werk!
Je mag met muziek en oortjes werken, let op dat de muziek niet te hard staat.

Oortjes in? Mond op slot!
Afspeellijst aan, iPad/telefoon omgedraaid op tafel!

Heb je een vraag? Lees je aantekeningen nog eens door en/of overleg op fluistertoon vóór je je vinger opsteekt.

Slide 28 - Diapositive

https:

Slide 29 - Lien

3.5 Wortels optellen en aftrekken

Gelijksoortige wortelvormen kun je herleiden!

3 \sqrt ​ 2 ​ ​ ​ + 5 \sqrt ​ 2 ​ ​ ​ = 8 \sqrt ​ 2 ​ ​ ​

3 \sqrt ​ 3 ​ ​ ​ - 5 \sqrt ​ 3 ​ ​ ​ = - 2 \sqrt ​ 3 ​ ​ ​

3 \sqrt ​ 5 ​ ​ ​ - 2 \sqrt ​ 7 ​ ​ ​ \neq

De wortels zijn niet gelijk.

Neem bovenstaande over in je schrift.

Slide 30 - Diapositive

Aan de slag

Maak: 33,34,35 cdgh

Kijk je werk goed na met een andere kleur en verbeter je fouten!

Maak bij fouten ook de overige opgaven van 35.

Je gaat rustig aan het werk!
Je mag met muziek en oortjes werken, let op dat de muziek niet te hard staat.

Oortjes in? Mond op slot!
Afspeellijst aan, iPad/telefoon omgedraaid op tafel!

Heb je een vraag? Lees je aantekeningen nog eens door en/of overleg op fluistertoon vóór je je vinger opsteekt.

Slide 31 - Diapositive

Huiswerk voor donderdag

Maak t/m opgave 31 af.

Je werk goed nakijken en verbeteren!

Let op! Je mag één graad afwijken van het antwoordboek.

Slide 32 - Diapositive

https:

Slide 33 - Lien

2H 3.4

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Carte mentale

Slide 9 - Carte mentale

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Carte mentale

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Lien

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Lien

Plus de leçons comme celle-ci

2H 3.6

2H voorkennis H3

2H 3.5

voorkennis en 8.1

8.1 Rekenen met getallen 8.2 Machten

8.1 t/m 8.5

6.5 Gemengde opgave

6.1 Verhoudingstabel